Teksten van Papeteries Anversoises G. Moorrees & Cie.

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/4482

Papeteries Anversoises ()

Historiek

Voormalige papierfabriek Papeteries Anversoises G. Moorrees & Cie, op het bouwblok gevormd door Jeruzalemstraat, Engelse Beurs, Pottenbrug en Kleine Goddaard. De kern wordt gevormd door een neoclassicistisch burgerhuis van omstreeks 1830 aan de Engelse Beurs, waar het bedrijf minstens sinds 1891 gevestigd was. Het stemt overeen met de vijf traveeën brede middenpartij zijde Engelse Beurs, gemarkeerd door het centrale poortrisaliet. Dit pand werd in vijf grote bouwcampagnes tussen 1898 en 1924 tot zijn huidige oppervlakte uitgebouwd. Voor de eerste vier fasen tekende de architect Jean-Laurent Hasse, voor de laatste de architect Max Winders.

De eerste bouwcampagne uit 1898 betrof een uitgestrekt bedrijfspand met gevelfront aan de Kleine Goddaard, dat het gehele binnenterrein besloeg, en achteraan aansloot op het oude kerngebouw. Het complex met werkplaatsen en opslagruimten georganiseerd rond een vide telde drie bouwlagen, met een voorbouw van vier bouwlagen aan de Kleine Goddaard. In een tweede bouwcampagne uit 1902, werd ook het bedrijfspand op het binnenterrein tot vier bouwlagen verhoogd. De derde bouwcampagne uit 1903 betrof het neoclassicistische kerngebouw, dat na afbraak van de lage tweede verdieping tot vier bouwlagen werd verhoogd, en ten noorden uitgebreid met een vleugel van drie bij vijf traveeën op de hoek van de Pottenbrug, gemarkeerd door een tweede poortrisaliet. In de vierde bouwcampagne uit 1906 volgde de zuidelijke uitbreiding van het kerngebouw met een vleugel van zes bij negen traveeën op de hoek van de Jeruzalemstraat. De vijfde bouwcampagne uit 1923-1924 betrof de uitbreiding van de voorbouw aan de Kleine Goddaard met een gelijkaardig volume, inwendig georganiseerd rond een tweede vide. Van een verbindingsvleugel tussen Pottenbrug en Kleine Goddaard, werd het bouwdossier niet teruggevonden. De Papeteries Anversoises bleef hier tot 1956 gevestigd, waarna het complex vanaf 1964 de firma Indian Caps huisvestte, een fabriek van uniformen, kepies, sierknopen en gespen. Het complex werd in opdracht van de nv Nobel Vastgoed gerenoveerd tot een wooncomplex met kantoor- of handelsruimte, naar een ontwerp door het architectenbureau Architekten Posson & Donk uit 1993. Met behoud van het volledige gevelfront dat werd gerenoveerd, betroffen de belangrijke ingrepen het uitkernen van het complex voor de creatie van een binnentuin, en het toevoegen van een terugwijkende dakverdieping.

Jean-Laurent Hasse was actief van 1875 tot zijn overlijden in 1925. Tijdens de eerste decennia van zijn loopbaan bouwde de architect een groot aantal voorname burgerhuizen in eclectische en neo-Vlaamserenaissance-stijl in Antwerpen waaronder zijn eigen woning in de Osystraat. Vanaf de jaren 1900 verplaatste het zwaartepunt van zijn activiteiten zich naar architectuur voor de industrie, zoals de kantoren en werkplaatsen van Bell Telephone Manufacturing Company in de Boudewijnsstraat waarvoor hij al in 1882 de eerste gebouwen ontwierp, de Compagnie Générale des Tramways d’Anvers in de Grotehondstraat uit 1903, en het automerk Minerva waarvan de eerste fabriek in de toenmalige Warandestraat in 1904 tot stand kwam.

Architectuur

Het vier bouwlagen hoge complex onderscheidt zich door een uniform langgerekt gevelfront dat zich over drie zijden uitstrekt, met een middenpartij van veertien traveeën aan de Engelse Beurs, een zuidflank van negen traveeën aan de Jeruzalemstraat, en een noordflank van acht traveeën aan de Pottenbrug. De bouwcampagnes van 1903 en 1906 bouwden voort op de vijf traveeën brede opstand van het neoclassicistische kerngebouw, waarvan de eerste twee bouwlagen bewaard bleven. Basiskenmerken van de ordonnantie zoals de geleding door de puilijst, het alterneren van rechthoekige en rondbogige vensterregisters werden in het nieuwe gevelontwerp doorgetrokken, details als de koetspoort in beide zijflanken gekopieerd. Het gevelfront van de eerste bouwcampagne uit 1898 aan de Kleine Goddaard, onderscheidt zich door een industrieel karakter met invloed van de art nouveau. De uitbreiding uit 1923-1924 trekt deze opstand in vereenvoudigde vorm door.

Het uniforme gevelfront aan Engelse Beurs, Jeruzalemstraat en Pottenbrug, heeft een beschilderde simili-bekleding, met gebruik van blauwe hardsteen voor de plint, puilijst, koetspoorten, vensteromlijstingen, waterlijsten, lekdrempels en onderdorpels. Gemarkeerd door hoekpilasters, wordt elke gevelzijde geritmeerd door een gedesaxeerd portaalrisaliet met kolossale lisenen. De begane grond vormt een register van rechthoekige, vlak omlijste vensters met lekdrempel en onderdorpel. Eerste en tweede verdieping onderscheiden zich door registers van rondboogvensters met een geprofileerde booglijst op doorgetrokken imposten. Deze worden op de bel-etage geaccentueerd door een omlopende, gietijzeren borstwering vanaf de puilijst, en op de tweede verdieping door onderdorpels. De lagere derde verdieping is geopend door een register van rechthoekige vensters met lekdrempel en onderdorpel. De brede, rechthoekige koetspoorten met geprofileerde dagkanten en een ruitvormig paneel boven de latei, worden geflankeerd door ingediepte pilasters met basement, en bekroond door een gestrekte waterlijst op uitgelengde, gegroefde voluutconsoles met bladwerk. Van het oorspronkelijke, klassieke hoofdgestel rest de houten kroonlijst op klossen.

De lijstgevel aan de Pottenbrug uit 1898, vandaag eveneens met een simili-bekleding, had oorspronkelijk vermoedelijk een parement uit baksteenmetselwerk, met gebruik van natuursteen voor speklagen en blauwe hardsteen voor de plint, puilijst, lekdrempels en vensterposten. De pui, oorspronkelijk geopend door een koetspoort, een inkomdeur en getralied venster overspannen door ijzeren I-balken en ontlastingsbogen, is verbouwd. Volledig opengewerkt, bestaat de bovenbouw uit drie zevendelige registers van gekoppelde, rechthoekige vensters met bewerkte, hardstenen posten, doorgetrokken lekdrempels en onderdorpels. Deze werden oorspronkelijk eveneens overspannen door ijzeren I-balken en ontlastingsbogen. Een houten kroonlijst vormt de gevelbeëindiging. De uitbreiding uit 1923-1924 heeft een eenvoudige opstand van vier traveeën, oorspronkelijk vier en sinds de renovatie drie bouwlagen, vermoedelijk van oorsprong bepleisterd op een hardstenen plint. Registers van rechthoekige bovenvensters op cordonvormende lekdrempels. Oorspronkelijk enkelhuisopstand met getraliede deur en vensters op de begane grond.

Oorspronkelijk was het complex opgetrokken met een structuur van ijzeren I-balken, met houten vloeren of troggewelven, gedragen door geringde gietijzeren kolommen. Voor de uitbreiding uit 1923-1924 en latere verbouwingen werd gewapend beton toegepast.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1891#1000, 1898#638, 1902#572, 1903#861, 1906#814, 1923#16809 en 86#931039.

Auteurs:  Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2019: Papeteries Anversoises G. Moorrees & Cie. [online], https://id.erfgoed.net/teksten/166969 (geraadpleegd op ).


Fabriek ()

Gelegen op de hoek met Jeruzalemstraat nummer 17. Voormalige "Papeterie Anversoise" (tot 1956), en sinds 1964 fabriek van sierknopen, -gespen, en dergelijke meer (zogenaamd "Indian Caps"). Indrukwekkend blok van vier verdiepingen in neoclassicistische stijl, heden begrensd door Pottenbrug, Engelse Beurs en Jeruzalemstraat. Blijkt het resultaat te zijn van progressieve uitbreidingen in voortgezette stijl, doch globaal circa 1900 te dateren. Een eerste grote uitbreiding van het complex dateert waarschijnlijk van 1902-03, toen het pand Engelse Beurs nr. 2 reeds als "atelier" omschreven werd. De vraag werd gesteld om hiervan de vensters van de tweede verdieping en het dak te mogen afbreken, en om deze tweede verdieping te mogen verhogen en een derde bij te bouwen. Tevens werd gevraagd om de huizen Pottenbrug nr. 2 en 3 te slopen, en hier een gebouw van drie verdiepingen te bouwen voor burelen, opslagruimten en conciërgewoning. Bij deze uitbreidingen werd rekening gehouden met de stijl van de bestaande delen. De huidige onderkeldering van het complex duidt op heterogene woonhuisbebouwing voordien. Bepleisterde en beschilderde lijstgevels verrijkt met arduin. Per gevel een centrale ingangstravee met rechthoekige geprofileerde poortomlijsting, bekroond door balkon op consoles, op de bovenverdieping gemarkeerd door lisenen die uitlopen op verkropping in de kroonlijst. Tweede en derde bouwlaag geritmeerd door ronde boogvensters met geprofileerde arduinen booglijsten op onderling verbonden imposten; bel-etage extra gemarkeerd door brede doorlopende onderdorpels waarop ijzeren leuning uitgewerkt met neo-empiremotieven. Voorts rechthoekige vensters, op de begane grond in vlakke arduinen omlijsting, op de hoogste verdieping enkel met lekdrempels. Ten slotte, klassieke gevelbekroning door middel van een geleed kordon en gekorniste kroonlijst op klossen.

Interieur: ter gelegenheid van de bouwaanvragen van 1902 werden bouwtekeningen bijgevoegd van de wijze waarop alle vloeren met ijzeren (?) balken op geringde zuilen zouden versterkt worden; uit dit document kon echter niet worden afgeleid of deze zuilen voordien reeds al niet in de bouw aanwezig waren. Op dit ogenblik vinden we in het interieur gietijzeren zuilen, waarop ijzeren I-balken, voordien met houten vloeren of troggewelven met fabriekstegels (op sommige plaatsen nog merkbaar), doch nu met betonnen bevloering; ook recentere bouw en verbouwingen volledig in beton. Verlichting eveneens langs binnenuit via drie grote lichtkokers en een kleine (momenteel op de begane grond overdekte) binnenkoer. Gietijzeren wenteltrap over drie verdiepingen. De persen en andere installaties van het huidige bedrijf dateren voor een groot deel uit het eerste kwart van de 20ste eeuw. De firma bewaart een unieke collectie matrijzen.

  • Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers D2, 1902, Modern Archief 20.379, dossier 572: Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers D2, 1903, Modern Archief 20.387, dossier 861; architect J. L. Hasse. Aanbouw van zeven traveeën en vier verdiepingen in de richting van de Kleine Goddaert in zakelijker stijl van 1898: Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers D2, 1898 Modern Archief, 20.332, dossier 638; architect J.L. Hasse.

Bron: GOOSSENS M. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A., STEYAERT R., ILLEGEMS P. & DE BARSÉE L. 1976: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3na, Brussel - Gent.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Goossens, Miek
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Goossens M. 1976: Papeteries Anversoises G. Moorrees & Cie. [online], https://id.erfgoed.net/teksten/4482 (geraadpleegd op ).