Teksten van Schilt van Leyden

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/4487

Schilt van Leyden ()

Hoekhuis van Reyndersstraat en Pelgrimstraat, vijf bij vijf traveeën breed en drie bouwlagen hoog onder een afgesnuit zadeldak (nok loodrecht op de Reyndersstraat, pannen). De kern wordt gevormd door een traditioneel breedhuis genaamd “Schilt van Leyden”, van vijf bij zes traveeën en twee bouwlagen, dat vermoedelijk opklimt tot de tweede helft van de 16de eeuw. In 1837 liet juffrouw Le Grand het pand in neoclassicistische stijl aanpassen, door het wijzigen van de vroegere kruiskozijnen op de bovenverdieping en het aanbrengen van een klassiek hoofdgestel. Bij deze ingreep verdwenen de oorspronkelijke, getrapte dakvensters, één breder en hoger in de eerste twee traveeën zijde Reyndersstraat, en vier kleinere volgens een alternerend ritme in de overige traveeën. In 1840 liet de koopman A.H. Van Hees het pand met een derde bouwlaag verhogen, en de ordonnantie van de zijgevel terugbrengen van zes naar vijf traveeën. Hij breidde het complex in 1847 uit met een bijkomend pand (Reyndersstraat 29), en wijzigde in 1853 en 1856 de ordonnantie van de begane grond. De slager Jan Edmond Van Alsenoy liet in 1897 het hoekportaal en een vandaag verdwenen, klassiek houten winkelraam aanbrengen, naar een ontwerp door de architect Richard Vaes.

De recent opnieuw bepleisterde lijstgevel heeft op de eerste twee bouwlagen een parement uit zandsteen, vermoedelijk grotendeels bewaard in de zeven rechter traveeën en nog deels verankerd door smeedijzeren muurankers met gekrulde spie. De toegevoegde derde bouwlaag is opgetrokken uit baksteenmetselwerk. Gedeeltelijk verbouwd, wordt de pui gemarkeerd door het hoekportaal uit 1897 met een afgeronde, geblokte pijler uit blauwe hardsteen. Verder regelmatige, verkleinende registers van rechthoekige bovenvensters met hardstenen lekdrempels. In de zeven rechter traveeën van de eerste verdieping gaat het om vroegere kruiskozijnen met kwarthol geprofileerde negblokken en wigvormige ontlasting, oorspronkelijk belijnd door een waterlijst, waarvan de latei en dorpel in 1837 werden verlaagd. Hetzelfde geldt voor de twee benedenvensters die het hoekportaal flankeren. Van het klassieke hoofdgestel uit 1840, rest een gedeelte van de houten kroonlijst op klossen.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1837#191, 1840#264, 1853#504, 1856#58 en 1897#1939.

Auteurs:  Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Schilt van Leyden [online], https://id.erfgoed.net/teksten/203938 (geraadpleegd op ).


Hoekhuis ()

Hoekhuis van drie bouwlagen onder schilddak (Vlaamse pannen). 19de-eeuwse aanpassing van een pand met zandstenen parement in traditionele stijl uit het vierde kwart van de 16de eeuw of de eerste helft van de 17de eeuw.

Wordt gedecapeerd waardoor sporen van vroegere kruiskozijnen met wigvormig ontlastingssysteem worden blootgelegd.


Bron: GOOSSENS M. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A., STEYAERT R., ILLEGEMS P. & DE BARSÉE L. 1976: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3na, Brussel - Gent.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Goossens, Miek
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Schilt van Leyden [online], https://id.erfgoed.net/teksten/4487 (geraadpleegd op ).