Geheel van twee gekoppelde neoclassicistische winkelhuizen met doorgang naar een achterliggend beluik, volgens de bouwaanvragen uit 1846 en 1847 in twee fasen opgetrokken in opdracht van de koopman A.H. Van Hees. De eerste bouwaanvraag ingediend eind november 1846 betrof de bouw van de vier rechter traveeën, uitgevoerd in 1847. In oktober 1847 volgde een tweede bouwaanvraag voor het toevoegen van de linker travee, en de bouw van het links aanpalende Reyndersstraat 29. Dit laatste sloot aan bij het hoekhuis “Schilt van Leyden”, dat al in 1840 door Van Hees was verbouwd. Uit geen van deze bouwdossiers vallen de ontwerper of aannemer af te leiden Het beluik met vier huurhuizen volgens repeterend schema heeft een oudere oorsprong.
De percelen maakten oorspronkelijk deel uit van de herberg “de Hage” op de hoek van Oude Koornmarkt en Reyndersstraat, waarvan de stallen doorliepen tot tegen het “Schilt van Leyden”. Al in 1490 werd het perceel van Reyndersstraat 29 genaamd “Gulden Vlies” afgesplitst. In 1528 volgden de percelen van Reyndersstraat 31, 35 en 37, waarop de droogscheerder Willem de Greve datzelfde jaar drie huizen liet bouwen, wellicht door de metselaar Jan Bal, genaamd “(Gulden) Cop” (nummer 31), “Wit Peerdeken” (nummer 35) en “Gulden Hert”. Het beluik gaat in oorsprong terug op een stal van de herberg “Tennen Pot” aan de Oude Koornmarkt, die in 1546 was afgesplitst. Op het terrein kwam tussen 1563 en 1579 een achterhuis tot stand, genaamd “Swert Peerdeken” (nummer 33), dat in de latere 17de eeuw werd omgebouwd tot vier kleine armenhuizen. De huidige constructie dateert mogelijk uit de late 18de of de vroege 19de eeuw.
Rijwoning met dubbelhuisopstand van vijf traveeën en drie bouwlagen onder een zadeldak. Oorspronkelijk bepleisterde en beschilderde, vandaag gecementeerde lijstgevel, met een axiaal-symmetisch opzet. De middenas wordt gemarkeerd door de rechthoekige poort en het aansluitende deurvenster, beide in vlakke hardstenen omlijsting met een gestrekte, geprofileerde waterlijst, en een smeedijzeren balkonborstwering. Verbouwde winkelpuien aan weerszij, en verkleinende registers van rechthoekige vensters met lekdrempel. Van het oorspronkelijk klassieke hoofdgestel rest slechts een gedeelte van de kroonlijst.
Overbouwde doorgang met hardstenen tegels als bevloering, en binnenplaats met cementtegels, afloop en beerput met hardstenen deksel, en een gemeenschappelijke wc. Huizen van elk twee traveeën en drie bouwlagen onder een zadeldak; gewelfde keldering. Gedecapeerde baksteenbouw op een hardstenen plint,. Rechthoekige muuropeningen in hardstenen omlijstingen. Interieur: gang en één kamer per verdieping; blinde achtergevel.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2018: Gekoppelde neoclassicistische winkelhuizen en beluik [online], https://id.erfgoed.net/teksten/281446 (geraadpleegd op ).
Koer met vier huurhuizen uit de 19de eeuw, volgens repeterend schema. Toegang achter deur (een deurhelft verdwenen) en overbouwd; hardstenen tegels als bevloering in toegang; cementtegels op de koer; afloop en beerput met hardstenen deksel; een gemeenschappelijke w.c.
Huizen van twee traveeën, drie bouwlagen onder zadeldak; gewelfde keldering. Baksteenbouw op hardstenen plint, nummer 1 en 2 bepleisterd en beschilderd, de andere huizen gecementeerd. Rechthoekige muuropeningen in hardstenen omlijstingen. Interieur: gang en één kamer per verdieping; blinde achtergevel.
Bron: GOOSSENS M. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A., STEYAERT R., ILLEGEMS P. & DE BARSÉE L. 1976: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3na, Brussel - Gent.
Auteurs: Plomteux, Greet; Goossens, Miek
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Goossens M. 1976: Gekoppelde neoclassicistische winkelhuizen en beluik [online], https://id.erfgoed.net/teksten/4488 (geraadpleegd op ).