Jordaenshuis ()

Historiek

De schilder Jacob Jordaens (Antwerpen, 1593-Antwerpen, 1678), zoon van een handelaar in lijnwaad, geboren in het huis Het Paradijs in de Hoogstraat, kocht in 1618 een tweeledig achterhuis met recht op doorgang langs een poort en een smalle binnenplaats naar de Hoogstraat. Het gebouw, de traditionele zuidvleugel van de binnenplaats, lag achter het huis "Den Gulden Helm", Hoogstraat 45. In 1639 kocht Jordaens het huis "Halle van Lier" of "Turnhoutse Halle", Hoogstraat 43-43A. Hij liet het achterhuis van deze woning afbreken en bouwde naar eigen ontwerp de barokke west- en oostvleugels van de binnenplaats, bovenop de bestaande keldergewelven. Na Jordaens’ overlijden kwam het pand in het bezit van Johan Jacob Wierts, diens zuster Suzanna Maria en haar echtgenoot Anthonis Slicher. Zij verkochten het Jordaenshuis in 1708 aan de lakenkoopman Jacobus Ambachts en zijn echtgenote Maria Catharina Pauwels, die het al in 1713 doorverkochten aan de koopman Jan Carlo van Heurck en zijn echtgenote Clara Rebecca Van der Aa. Eigenaar sinds 1763, verkocht hun zoon Joan Carlo Van Heurck het Jordaenshuis in 1764 aan Catharina Harmans, weduwe van Laurent Solvijns, die hier de handel in wol en stoffen Wed. Laurent Solvijns en zonen vestigde. Bij haar overlijden in 1770 was de kunstenaarswoning nog in de toestand zoals ten tijde van Jordaens, met uitzondering van de binnentuin die was heraangelegd tot de huidige, gekasseide binnenplaats. Haar zoon Laurentius Petrus Solvijns breidde het eigendom in 1787 uit met het perceel “Halle van Weert”, Hoogstraat 41, en in 1792 met de “Stad van Weert” aan de Reyndersstraat. Vermoedelijk liet hij vervolgens aan de noordzijde van de binnenplaats het koetshuis met paardenstal optrekken.

In 1823 werd het Jordaenshuis gekocht door Joannes Van der Linden, die hier een handel in ijzerwaren onderbracht, en wiens nazaten tot op vandaag eigenaar zijn. Henri Van der Linden-Delloye liet in 1834 den”Halle van Lier” of de “Turnhoutse Halle” aan de Hoogstraat in neoclassicistische stijl verbouwen door de architect Jacques Van Cuyck. Daarbij werd de grote zaal in vorm van een Grieks kruis op de begane grond van de “Halle van Lier” opgedeeld tot verschillende kleinere ruimten. In 1838 gaf hij de architect Henry Van Cuyck opdracht tot de heropbouw van het pand Reyndersstraat 4-6, met de huidige koetspoort en doorgang. Bij de verbouwing van de oost- en zuidgevels van de binnenplaats in 1856, werd de inham in de zuidoostelijke hoek gedicht.

De plafondschilderingen met de Twaalf Tekens van de Dierenriem, die Jacob Jordaens schilderde voor het ‘groot salet’, waren sinds de verkoop door Joan Carlo Van Heurck in 1764, niet meer aanwezig in het Jordaenshuis. Zij werden in 1802 door een Parijs antiquair verkocht, en in 1803 geïntegreerd in het plafond van de senaatsbibliotheek in het Palais du Luxembourg. De acht nog overblijvende, mythologische plafondschilderingen in de zuidvleugel van het Jordaenshuis, kwamen in 1877 in het hotel Van der Linden terecht, aan de Mechelsesteenweg. Zij waren geschilderd in 1652, met als thema’s de Olympus, Apollo en Psyche.

Architectuur

Voorbouw Reyndersstraat 6

Neoclassicistische rijwoning van twee traveeën en drie bouwlagen onder een zadeldak (nok parallel aan de straat, pannen), gebouwd in opdracht van Henri Van der Linden-Delloye, naar een ontwerp door de architect Henry Van Cuyck uit 1838. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel rust op een plint uit blauwe hardsteen. Op de begane grond, rechthoekige koetspoort en deur gevat in een vlakke hardstenen omlijsting; bewarde houten poort en deur met ijzeren tracering in het bovenlicht. Registers van rechthoekige bovenvensters met individuele hardstenen lekdrempels en onderdorpels. Een klassiek hoofdgestel met een gelede architraaf en een houten kroonlijst vormen de gevelbeëindiging. In de doorgang hardstenen pomp, waarschijnlijk uit de eerste helft van de 17de eeuw.

Binnenplaats

Zuidvleugel. Het achterhuis, in 1618 gekocht door Jacob Jordaens, paalt ten westen aan “Den Gulden Helm”, Hoogstraat 45, en ten noorden aan het Huis Draecke in de Heilige Geeststraat. Van oorsprong tweeledig, dateert het jongere westelijk gedeelte in traditionele bak- en zandsteenbouw van kort vóór 1540. De gevel werd in de 19de eeuw aangepast. De vleugel van vijf traveeën en twee bouwlagen onder steil zadeldak (pannen), heeft een parement uit baksteenmetselwerk met zandstenen speklagen ter hoogte van de dorpels en steigergaten onder de daklijst, verankerd door smeedijzeren muurankers, op een latere hardstenen plint. Registers van rechthoekige deur- en vensteropeningen onder ontlastingsbogen, op de begane grond met een hardstenen latei en lekdrempel, op de bovenverdieping met een hardstenen omlijsting en lekdrempel. Het hogere benedenvensters in de vierde travee heeft als enige kwarthol geprofileerde negblokken.

Het oudere oostelijk gedeelte in traditionele bak- en zandsteenbouw, dat opklimt tot het eerste kwart van de 16de eeuw, heeft aan de binnenplaats een vooruitspringende, bepleisterde en beschilderde lijstgevel van twee traveeën en twee bouwlagen onder een steil zadeldak (leien). Rechthoekige vensters gevat in hardstenen omlijstingen uit de 19de eeuw. Boven de daklijst, een dakvenster met een puntgevel op schouderstukken, geopend door een korfboogluik met imposten en sluitsteen, en een oculus met hijsbalk. Aan het zicht onttrokken door de aanbouw van de oostvleugel, geven de overige traveeën van de zuidvleugel met nog twee dakvensters en een getrapte kopgevel, uit op binnenplaats van Reyndersstraat 18.

Westvleugel. Het paviljoen in volplastische barokstijl, in een cartouche gedateerd 1641, is opgetrokken naar een ontwerp van Jacob Jordaens zelf. Het vormde de nieuwe achterbouw van de “Halle van Lier” of “Turnhoutse Halle” in de Hoogstraat. Dubbelhuis van vijf traveeën en twee bouwlagen onder een schilddak (leien). De lijstgevel heeft een parement uit zandsteen, verrijkt met blauwe hardsteen, en verankerd door rechte, smeedijzeren muurankers op de eerste bouwlaag en T-vormige muurankers op de tweede bouwlaag. Axiaal-symmetrisch van opzet, legt de compositie de klemtoon op het plastisch uitgewerkte middenrisaliet, dat contrasteert met de vlak behandelde, traditionele opstand van de zijtraveeën. Deze laatste zijn opgebouwd uit rechthoekige vensters met kwarthol geprofileerde negblokken, waarvan de oorspronkelijke kruismonelen verwijderd zijn. Geprofileerde druiplijsten accentueren de benedenvensters, een geprofileerd cordon markeert de bovenverdieping. Het hardstenen middenrisaliet van twee geledingen heeft een gekornist, gebogen pseudo-fronton als bekroning, waarop een bolle siervaas. De rondboogdeur in de eerste geleding, met een geprofileerde booglijst, imposten, een sluitsteen en panelen in de zwikken, wordt geflankeerd door geblokte, composiete pilasters. Deze dragen een klassiek hoofdgestel met een gelede architraaf, een paneel in de fries en een gekorniste kroonlijst. De tweede geleding wordt geaccentueerd door een balustrade met postamenten, en mannelijke en vrouwelijke hermbeelden met Ionisch kapiteel, die het hoofdgestel en fronton dragen. Het deurvenster is gevat in een geprofileerde spiegelboogomlijsting met geblokte imposten en een sluitsteen waarop een gekorniste waterlijst. Het timpaan van het fronton draagt een borstbeeld, geplaatst in een ronde oculus met vleugelstukken, een sluitsteen en een gebogen waterlijst op gestrekte uiteinden. Hogerop is de cartouche met het jaartal “1641” omgeven door guirlandes.

De barokgevel wordt links geflankeerd door een kleine aanbouw, waar eertijds de gang naar de Hoogstraat uitkwam, mogelijk met een oude kern in traditionele bak- en zandsteenstijl. Deze werd grondig aangepast wat de gevels en wellicht ook het volume van twee traveeën en twee bouwlagen betreft. Trapgeveltje in de tweede travee. Een gevelplaat draagt de inscriptie: "Dit Handelshuis/ werd gesticht door/ Henry Vanderlinden/ Ten Jare 1783". Aan de noordzijde aangebouwde hardstenen pomp, te dateren in de 17de eeuw.

Oostvleugel. Het schildersatelier, een paviljoen in volplastische barokstijl, werd door Jacob Jordaens zelf opgetrokken omstreeks 1639-1641. Dubbelhuis van vijf traveeën en twee bouwlagen met een tussenverdieping onder een schilddak (leien) met siervazen op de nok. De lijstgevel heeft een parement uit zandsteen, met gebruik van blauwe hardsteen voor de lage geprofileerde plint, de decoratieve elementen en de omlijstingen van het middenrisaliet. Deze dragen meerdere steenhouwersmerken onder meer van Jean Delfontaine. Horizontaal geleed door waterlijsten en cordonvormende lekdrempels, beantwoordt de opstand aan een axiaal-symmetrisch schema. De compositie legt de klemtoon op het hoger opgetrokken en plastisch behandelde middenrisaliet van twee geledingen, dat wordt bekroond door een gekornist, driehoekig pseudo-fronton, waarop een siervaas. De rondboogdeur in de eerste geleding, met geblokte pilasters en een geblokte, geprofileerde booglijst met sluitsteen, is gevat in een geprofileerd spiegelboogveld met een paneel en een gekorniste, gebogen waterlijst. Hierop rust het rondbogige bovenlicht met imposten, een sluitsteen, voluten als vleugelstukken en oren, dat is afgewerkt met een gekorniste, gebogen waterlijst op gestrekte uiteinden. Het geheel wordt geflankeerd door geblokte, composiete pilasters op gewelfde neuten, die het hoofdgestel met een gebroken architraaf en een gekorniste, gestrekte waterlijst dragen. De eerste verdieping wordt geaccentueerd door een balustrade met postamenten, waarop de bewerkte pilasters die het gebroken hoofdgestel met guttae en het fronton dragen. Het rondboogvenster met pilasters, een geprofileerde booglijst en een voluutsleutel, is gevat in een geprofileerd spiegelboogveld, waarop een gebroken, gebogen fronton met voluten. Het timpaan van het fronton draagt een borstbeeld, geplaatst in een rond oculus met een geprofileerde omlijsting, waarop een gesculpteerde fruitmand. De zijtraveeën zijn opgebouwd uit registers van achtereenvolgens getoogde en trapezoïdale vensters met geblokte penanten, doorgetrokken imposten en tussendorpels, en sluitstenen. Een klassiek hoofdgestel met een gelede architraaf, een fries en een geprofileerde kroonlijst vormt de gevelbeëindiging.

De barokgevel wordt rechts geflankeerd door de aanbouw uit 1856, van één travee en drie bouwlagen, met een oorspronkelijk bepleisterde en beschilderde, maar recent gedeapeerde opstand. Deze wordt geleed door geprofileerde cordons, en geopend door een getoogde poort en rechthoekige vensters, op de tweede bouwlaag in een vlakke omlijsting.

Noordvleugel. Koetshuis en paardenstal in classicistische stijl uit het einde van de 18de eeuw of het begin van de 19de eeuw, van vijf traveeën en twee bouwlagen onder een schilddak (pannen). De bepleisterde en beschilderde lijstgevel wordt axiaal gemarkeerd door een middenrisaliet van drie traveeën, met een driehoekig fronton als bekroning. Het gevelritme berust op vlakke lisenen in kolossale orde, op de benedenverdieping geopend door rondboogpoorten in een geprofileerde, hardstenen omlijsting met imposten en sluitsteen. De boog in de laatste travee rust op consoles; in het boogveld bleef een fraai rococo-ornament van de oorspronkelijk poort bewaard. De bovenverdieping bestaat uit rechthoekige vensters in een vlakke, hardstenen omlijsting. Een ovaal radvenster in een geprofileerde omlijsting doorbreekt het fronton, gevat tussen spiegels.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1838#73.
  • COOLS A.B. & VAN ELEWIJCK J. 1975: Het Jordaenshuis, Antwerpen 21.3, 129-142.
  • LAMBIN M. 1939: Het huis van Jordaens te Antwerpen, Tijdschrift van de Touring Club van België XLV, 40-43.
  • LINNIG B. 1926: Oud-Antwerpen, Burgerlijke gebouwen, kapellen en praalgraven, Antwerpen, 93-100.
  • ROOSES M. 1906: Jordaens' leven en werken, Amsterdam-Antwerpen, 123-129.
  • TIJS R.J. 1983: P.P. Rubens en J. Jordaens, Barok in eigen huis, Een architectuur historische studie over groei, verval en restauratie van twee 17de eeuwse kunstenaarswoningen, Antwerpen.
  • VAN ROEY J. 1949: Het huis van Jordaens, Natuur- en Stedenschoon XXII, 27-31.

Auteurs:  Plomteux, Greet; Goossens, Miek; Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Jordaenshuis [online], https://id.erfgoed.net/teksten/299033 (geraadpleegd op ).


Jordaenshuis ()

Historiek

Jacob Jordaens (1593-1678), zoon van een handelaar in lijnwaad, geboren in het huis zogenaamd Het Paradijs, nu Hoogstraat nummer 13, kocht in 1618 een groot achterhuis met recht op doorgang langs een poort en een smalle binnenplaats naar de Hoogstraat. Het gebouw (zuidzijde van de binnenplaats) lag achter het huis "De Grote Gulden Helm", nu Hoogstraat nummer 45. In 1639 kocht Jordaens het huis "Turnhoutse Halle" of "Halle van Lier", nu Hoogstraat nummer 43-43a. Hij liet het achterhuis van deze woning afbreken en bouwde naar eigen ontwerp de nog bestaande oost- en westvleugels van de binnenplaats. In 1770 was de woning van de schilder, reeds verscheidene malen verkocht, nog in de toestand zoals ten tijde van Jordaens. In 1787 kocht de toenmalige eigenaar de "Halle van Weert, nu Hoogstraat 41, waardoor ook de noordzijde van de binnenplaats bij het Jordaenshuis werd gevoegd. In 1792 kwam hierbij nog het huis "Stad Weert", Reyndersstraat nummer 10.

Van die tijd af heeft het Jordaenshuis een uitgang langs de Reyndersstraat, maar zijn ook de grote verbouwingswerken begonnen. Einde 18de eeuw of begin 19de eeuw werd de noordvleugel van de binnenplaats, vroegere zijgevel van de Halle van Weert, omgebouwd tot stalling. Sinds 1823 is het Jordaenshuis het eigendom van de koopmansfamilie Van der Linden. De voorgevel aan de Hoogstraat werd afgebroken en herbouwd in de stijl van de eerste helft van de 19de eeuw (zie Hoogstraat nummer 43). De prachtige zaal in vorm van een Grieks Kruis die de gehele breedte en diepte van het voorgebouw besloeg, werd versnipperd tot verschillende kleinere ruimten. In 1856 verbouwde men de oost- en zuidgevels van de binnenplaats: de inham in de zuidoostelijke hoek werd gedicht en de uitsprong in het midden van de zuidgevel werd deels afgebroken. De uitgang naar de Reyndersstraat werd meer naar het westen verlegd (huidige gang). In 1908 werden twee woningen opgesplitst uit de "Halle van Turnhout" (nu Hoogstraat nummer 43-43a). Door al deze verbouwingen werd het complex, jaren gebruikt als ijzer en kopermagazijn, grondig gewijzigd.

Het Jordaenshuis wordt heden opgeknapt door de Stad Antwerpen. De Stad huurt de gebouwen en zal er een cultureel centrum in onderbrengen.

Beschrijving

Voorgevel: Reyndersstraat nummer 4-6. Breedhuis met bepleisterde en beschilderde lijstgevel van drie verdiepingen en twee traveeën onder zadeldak. Op benedenverdieping, met grote rechthoekige poort in een eenvoudige vlakke arduinen omlijsting (nummer 6), toegang tot de gang uit de 19de eeuw die naar de binnenplaats leidt van het zogenaamde Jordaenshuis. In gang arduinen pomp, waarschijnlijk uit de eerste helft van de 17de eeuw.

Binnenplaats: zuidvleugel, oorspronkelijk achterhuis in 1618 gekocht door Jacob Jordaens, palend aan het Hotel Draecke (zie Heilige Geeststraat nummer 9) waarvan men vanop de binnenplaats de spits van de uitkijktoren ziet. Westelijk gedeelte in traditionele stijl uit de 16de tot 17de eeuw, echter grondig verbouwd. Brede lijstgevel van twee bouwlagen en vijf traveeën onder steil zadeldak (Vlaamse pannen). Bak- en zandsteenbouw op een latere arduinen plint, doorlopende natuurstenen banden ter hoogte van mogelijke vroegere dorpels, steigergaten onder een eenvoudige zandstenen daklijst. Benedenverdieping met hoge ingekaste rechthoekige vensters met natuurstenen latei, strekse ontlastingsboog en arduinen lekdrempel; hogere vensters in vierde en vijfde travee met bewaarde zandstenen negblokken. Bovenverdieping met rechthoekige vensters in een smalle kwarthol geprofileerde arduinen omlijsting, zandstenen lekdrempel en ontlastingsboog. Gelijkvloers verdieping met hoge rechthoekige deur met arduinen dorpel in tweede travee, langwerpige muurankers.

Interieur met mooie eikenhouten zoldering met moerbalken op Korinthische sloffen; oorspronkelijk versierd met plafond- en muurschilderingen. De nog overblijvende schilderijen van het Jordaenshuis werden in 1880, samen met twee schoorsteenmantels uit de 18de eeuw, overgebracht naar de woning van de familie Van der Linden aan de Mechelsesteenweg.

Verbouwde gevelpartij aan oostzijde van de zuidvleugel. Vooruitspringende bepleisterde en beschilderde lijstgevel van twee bouwlagen en twee traveeën aan binnenplaatszijde onder steil zadeldak (leien). Rechthoekige vensters gevat in bandomlijstingen (19de eeuw), kruiskozijn uit de 16de eeuw verscholen achter aanpalende oostvleugel. Daklijst kan dateren uit de 17de eeuw, evenals de nog grotendeels oorspronkelijke dakkapel opgevat als puntgevel op schouderstukken met korfboogvormig luik op imposten en sluitsteen onder oculus met uitstekende hijsbalk. Aansluitend hierbij verbouwd zuidelijk deel van de oostgevel, bepleisterde en beschilderde gevel van drie bouwlagen en één travee met doorlopende geprofileerde kordons. Rechthoekige vensters met op tweede bouwlaag een zwakke bandomlijsting, benedenverdieping met segmentboogpoort. Achtergevel van dit deel van de oostvleugel en zijgevel van de zuidvleugel op binnenplaats van Reyndersstraat 18, baksteengevel van twee bouwlaag en vier traveeën en een hoge trapgevel van drie verdiepingen uitlopend op een eenvoudige punt afgewerkt met muurvlechtingen en topstuk boven de drie eerste travee Verbouwde en dichtgemetselde muuropeningen: getraliede rechthoekige vensters op eerste en tweede bouwlaag, op laatstgenoemde in een vlakke bandomlijsting. In de top en in de vierde travee dichtgemetselde rechthoekige muuropeningen met ontlastingsboog, natuurstenen dorpels en lateien, op eerste verdieping natuurstenen bolkozijn. Muurankers van verschillende vormen.

Westgevel waarvan het noordelijk deel opgetrokken werd naar ontwerp van Jordaens zelf. Achtergevel van het woonhuis van de schilder (nu Hoogstraat 43), in cartouche gedateerd 1641. Dubbelhuis van vijf traveeën en twee bouwlagen onder schilddak (leien), opgetrokken in volplastische barokstijl. Lijstgevel met parement van zandsteen verrijkt met arduin; rechte muurankers op eerste en T-vormige op tweede bouwlaag. Nadruk op plastisch uitgewerkt middenrisaliet dat contrasteert met de vrij vlak gehouden traditionele opstand van de zijtraveeën. In laatstgenoemde rechthoekige vensters met kwarthol geprofileerde negblokken, oorspronkelijk opgevat als stenen kruiskozijnen; geprofileerde waterlijst boven elk benedenvenster en geprofileerd kordon lopend onder de drempels van de bovenvensters. Arduinen middenrisaliet met twee geledingen en gebroken gebogen frontonbekroning gemarkeerd door een bolle siervaas; aflijnende geblokte composietpilasters onder gekorniste kroonlijst, bekronende balustrade tussen hoekpostamenten die de voetstokken dragen van hermenfiguren onder Ionische kapitelen waarop hoofdgestel en vermeld fronton rusten. Rondboogdeur in arduinen omlijsting met geprofileerd beloop, geblokte imposten en sluitsteen waarboven een onversierd paneel. Op bovenverdieping, deurvenster in een geprofileerde spiegelboogomlijsting, eenvoudige geblokte imposten en sluitsteen waarop een gekorniste waterlijst: hierboven een borstbeeld in rondboognis tussen vleugelstukken, bekroond met een segmentboogvormige waterlijst met sluitsteen en gestrekte uiteinden; hogerop cartouche met jaartal 1641, omgeven door guirlandes.

Plafondschildering, de Twaalf Tekens van de Dierenriem, die Jordaens schilderde in de grote zaal van de westvleugel werden in het vierde kwart van de 18de eeuw losgemaakt en samen met andere schilderwerken verkocht; ze bevinden zich sinds 1803 in de senaatsbibliotheek van het Palais du Luxembourg te Parijs.

Ten zuiden van de barokgevel, waar eertijds de gang naar de Hoogstraat uitkwam, kleine aanbouw, vermoedelijk met oude kern in traditionele bak- en zandsteenstijl, doch grondig aangepast wat gevels en ook wellicht wat algemeen volume betreft. Twee traveeën en twee bouwlagen. Tweede travee van bovenverdieping met trapgevel met overhoeks topstuk, onder rechthoekig venster gevelplaat: "Dit Handelshuis/ werd gesticht door/ Henry Vanderlinden/ Ten Jare 1783". Aan noordzijde aangebouwde natuurstenen pomp uit de 17de eeuw (?).

Noordelijk deel van oostvleugel, barokgevel van het zogenaamde atelier tegenover de achtergevel van het woonhuis, door Jordaens zelf opgetrokken circa 1639-41. Brede lijstgevel van vijf traveeën en twee bouwlagen met tussenverdieping onder schilddak (leien). Zandstenen parement met gebruik van arduin voor de lage geprofileerde plint, de decoratieve elementen en de omlijstingen van het middenrisaliet. Horizontale werking door geblokte penanten, doorlopende kordons en middenkalven; verticaal benadrukte middentravee, opgevat als risaliet, hoger opgaand en meer plastisch uitgewerkt dan de zijtraveeën. Op begane grond, hoge gekoppelde steekboogvensters in een geblokte omlijsting met doorlopende gekorniste arduinen middenkalven, doorlopende arduinen kordons onder en boven de vensters, laatstgenoemde dienend als puilijst. Rechthoekige bovenvensters met semi-hexagonaal bovenlicht op doorlopende gekorniste middenkalven gevat in geblokte omlijstingen, steunend op lekdrempels. Hoofdgestel met gelede architraaf, onversierd fries en een eenvoudige geprofileerde kroonlijst. Middenrisaliet met twee gemarkeerde geledingen, bovenaan uitlopend op een gebroken driehoekig fronton met siervaas. Deurtravee geflankeerd door geblokte composietpilasters op gewelfde sokkels; geprofileerde abacus onder de gekorniste kroonlijst; bekronende balustrade tussen postamenten die als voetstuk worden gebruikt voor de plastische pilasters met spiegels, lijsten dropmotieven die het deurvenster cantonneren en het besproken fronton schragen. Rondboogdeur geflankeerd door geblokte composietpilasters op gewelfde neuten, met lijstkapiteel en geblokte rondboog met sluitsteen waarboven een blind paneel: ingebogen arduinen paneel rond de boog, afgesloten door een segmentboogvormige druiplijst waarboven een rondboogvormig bovenlicht tussen vleugelstukken, aflijnende segmentboogvormige waterlijst op gestrekte uiteinden. Bovenverdieping met rondboogvormig deurvenster met booglijst op imposten, versierd met guttae en een gesculpteerde sluitsteen. Krulornamenten als bekroning waarboven een rondboognis met borstbeeld; sluitsteen van nis dienend als basis voor een gesculpteerde fruitmand. Eikenhouten zoldering in gelijkvloers vertrek.

Noordvleugel van binnenplaats, koetshuis (?), daterend uit het vierde kwart van de 18de eeuw tot het eerste kwart van de 19de eeuw. Brede classicistische lijstgevel van twee bouwlagen en vijf traveeën onder schilddak (pannen). Drie licht vooruitspringende middentravee bekroond door een driehoekig fronton. Bepleisterde en beschilderde gevel geritmeerd door vlakke lisenen. Op benedenverdieping per travee een rondboogpoort in een geprofileerde omlijsting met imposten en sluitsteen. De boog in de vijfde travee rust op consoles, in het boogveld van deze poort bleef een fraai rococo-ornament van de oorspronkelijk poort bewaard. Bovenverdieping met eenvoudige rechthoekige vensters in een vlakke bandomlijsting. Monumentaal fronton met een ovaal radvenster in een geprofileerde bandomlijsting.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1838#72-73.
  • LAMBIN, M., Het huis van Jordaens te Antwerpen, in Tijdschrift van de Touring Club van België, XLV, Brussel, 1939, 40-43.
  • LE MUSART, La maison de Jordaens, in Le Matin, 2-3-1905.
  • LINNIG, B., Oud-Antwerpen, Burgerlijke gebouwen, kapellen en praalgraven, Antwerpen, 1926, 93-100.
  • MAR., Het palazzo van Jacob Jordaens. Pracht op een binnenkoer van de Reyndersstraat, in Gazet van Antwerpen, 14-11-1968.
  • M. J., Het huis van Jacob Jordaens, in Gazet van Antwerpen, 25-9- 1946.
  • ROOSES, M., Jordaens' leven en werken, Amsterdam-Antwerpen, 1906, 123-129.
  • VAN ROEY, J., Het huis van Jordaens, in Natuur- en Stedenschoon, Maandschrift der Vereniging voor Natuur- en Stedenschoon, XXII, Antwerpen, 1949, 27-31.
  • VIRELLES, La maison de Jordaens in Le Matin, 4-10-1925 en 18-10-1925.

Bron: GOOSSENS M. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A., STEYAERT R., ILLEGEMS P. & DE BARSÉE L. 1976: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3na, Brussel - Gent.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Goossens, Miek
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Jordaenshuis [online], https://id.erfgoed.net/teksten/4492 (geraadpleegd op ).