is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Parochiekerk Sint-Antonius
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als beschermd monument Parochiekerk Sint-Antonius
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Sint-Antoniuskerk
Deze vaststelling was geldig van tot
De eerste kerk van de stad, gelegen binnen de verdwenen parochie Scarphout is toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw. Tijdens de winter van 1334-1335 loopt ze zware schade op door aanhoudend noodweer. Om tot herstel van de kerk te kunnen overgaan geeft de Graaf van Vlaanderen in 1335 toelating aan de stad om gedurende tien jaar taksen te heffen, om zo de kosten van de restauratie te betalen. Later ontslaat hij de stad van de taxatie en maakt een stuk grond vrij, gelegen in het ambacht Uitkerke voor de bouw van de nieuwe kerk. Dit stuk land heet "de ghentele".
Huidig gebouw opgetrokken in 1335-1358, officieel ingewijd op 16 september 1358. De patroonheilige is de Heilige Antonius abt of eremijt. Het gotische kerkgebouw was dubbel zo groot als het huidige, het bestond uit drie beuken met dezelfde afmetingen, een vierkante toren die in het midden van de noorderbeuk stond en een sacristie, loodrecht op de zuiderbeuk gebouwd. In 1405 wordt er brand gesticht door de Engelsen. Op het einde van de 15de eeuw worden er nieuwe altaren geplaatst en herstellingswerken uitgevoerd. In 1572 wordt de kerk gerestaureerd na een inval van de watergeuzen. In 1581 wordt het interieur van de kerk verwijderd en wordt ze omgevormd tot een calvinistische bidplaats. Na de overgave van de stad verkeert de kerk in ruïneuze toestand, enkel de muren, een aantal zuilen en de toren staan nog recht. De eucharistie wordt tot 1611 opgedragen in het Spaans fort (opgericht in 1587-1588). In 1611 bouwt men een kapel in de kerk, de eerste eredienst volgt op 14 april 1613. In 1616-1623 herstellingswerken aan de klok, het dak van de noorderbeuk, de ramen, het portaal en het hoogaltaar. Voor het metselwerk en de kerkhofmuur worden stenen gebruikt afkomstig van het oude stadhuis. In 1623-1631 wordt er een nieuwe biechtstoel, preekstoel, communiebank en crucifix geplaatst. Het gerestaureerde gedeelte wordt plechtig ingewijd door de bisschop in 1631. Tussen 1632 en 1635 uitbouw van de noordelijke muur tot aan de toren en herstelling van de toren. Twee nieuwe klokken, gegoten door J. Blanpain werden aangekocht. In 1637 kan de sacristie, de drie koorpartijen, een gedeelte van de middenbeuk en de toren gebruikt worden voor de eredienst. Alsdusdanig afgebeeld bij Sanderus (circa 1641), de middenbeuk is reeds voorzien van een dak. In 1642 uitbouw van de zijbeuken. Enkel de westkant is nog in ruïneuze toestand, deze wordt afgebroken in 1711-1712 door J. Camps en M. Goetghebuer. In dezelfde periode wordt een orgel uit de Brugse Sint-Trudoabdij aangekocht. Opnieuw gerestaureerd in 1740-1766, gefinancierd door de stadsmagistraat en de vissersnering. Aankoop van drie nieuwe klokken, vervaardigd door G. Dumery (Brugge) in 1754. In 1761 wordt er een nieuwe vloer in blauwe hardsteen gelegd. Tevens vervanging van het orgel (vervaardigd door A.J. Berger) en vernieuwing van het doksaal. De St.-Antoniusbeuk wordt vernieuwd met steun van de vissersnering, een Blankenbergse schuit en het jaartal "1763" in het plafond van de beuk herinneren eraan. In 1773-1774, bouw van een nieuw portaal. Een nieuw hoogaltaar wordt geplaatst in 1787-1788. Op de toren wordt in 1791-1792 een nieuwe naald geplaatst. Restauratie van het orgel in 1812 door L. Van Peteghem (Gent) en in 1835 door C. Van Houtte (Vichte). Door het toeristisch succes van Blankenberge in de 19de eeuw stijgt het aantal kerkbezoekers. In 1863 zijn er plannen om het kerkgebouw te vergroten, Mgr. Malou geeft echter de voorkeur aan de bouw van een nieuwe kerk in het centrum van de stad. Toch worden er plannen opgemaakt voor de vergroting van de kerk door architect Buyck. In 1885 bouw van de nieuwe kerk in het centrum van Blankenberge, toegewijd aan de Heilige Rochus, waar in 1889 een eerste eredienst plaatsvindt. De Sint-Antoniuskerk wordt gesloten. In 1906 wordt ze terug geopend als bijkerk van de Sint-Rochuskerk. Restauratie in de jaren 1920 door Alphonse De Pauw (Brugge) met behoud van het barokke meubilair. Op 5 augustus 1928 opnieuw tot parochiekerk verheven. Verwijdering van het pijpwerk van het orgel tijdens de Eerste Wereldoorlog, in 1929 bouw van een nieuw instrument in de bestaande orgelkast door het huis Jules Anneessen-Tanghe (Menen). Bouw van een bergplaats aan de sacristie in 1930, tevens oprichting van een nieuw portaal aan de westzijde van het gebouw. Kleine restauratiewerken uitgevoerd door architectenbureau Vermeersch (Brugge) in 1999.
Georiënteerd bedehuis midden grasperk, gedeeltelijk afgezoomd met haag; tot 4 september 1911 gebruikt als kerkhof van de stad. Driebeukige kerk in rode baksteenbouw met vierkante westtoren, schip van vier traveeën, koor met driezijdige sluiting. Tegen noordzijde, sacristie met rechthoekige plattegrond en berging. Westtoren onder ingesnoerde leien puntspits met dakkapel en torenhaan. Hoofd- en zijbeuken onder leien zadeldaken. Westtoren getypeerd door vierkante basis, gestut door middel van versneden op elkaar gestelde steunberen, galmgaten in spitsbogig casement. Schip en koor geritmeerd door steunberen, spitsboogvensters met maaswerk in witte natuursteen. In de noordelijke muur van de sacristie, kruis en Grieks kruis in rode baksteen. Overgebleven pijler in de westbouw. Interieur. Bepleisterde en witgeschilderde hallenkerk, geritmeerd door bakstenen scheibogen op zuilen in blauwe natuursteen met achtzijdige sokkel en knoppenkapiteel. Zijbeuken met houten lambrisering. Bepleisterd tonggewelf met houten balken (trekankers?) boven midden- en zijbeuken. De Sint-Antoniusbeuk (rechterzijbeuk) is toegewijd aan de vissersnering, schip, wapenschild van de vissers en "1763" aangeduid in plafond als aandenken aan de gift van de vissers ten behoeve van de restauratie van de kerk.
Meubilair. Biechtstoel, vervaardigd door P. Cools (Brugge) uit het laatste kwart van de 18de eeuw met voorstellingen van de Heilige Magdalena en de Heilige Petrus. Preekstoel met afbeeldingen van de vier evangelisten uit 1791-1792, vervaardigd door D. Cools (Brugge). Eikenhouten communiebank in rococostijl, midden 18de eeuw. Kruisweg uit 1854. Orgel van het huis Jules Anneessen-Tanghe (Menen) uit 1929.
Hoogaltaar, portiekaltaar in geschilderd hout met aan beide kanten twee gedraaide composietzuilen. Op het hoofdgestel, beeld van Christus met een kruis in de linkerhand. In de noorderbeuk, portiekaltaar toegewijd aan de Heilige Antonius. Marmeren altaar vervaardigd in 1837 door F. Lefebure (Brugge), medaillon met de beeltenis van de Heilige Antonius, aan de zijkanten twee kasten met houten borstbeelden van de Heilige Antonius en de Heilige Petrus. In de zuiderbeuk, Onze-Lieve-Vrouwealtaar (portiekaltaar), vervaardigd door Louwereins (Brugge).
Bron: HOOFT E. & VANNESTE P. met medewerking van DE LEEUW S. & MISSIAEN H. 2003: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Blankenberge, Deelgemeente Uitkerke, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL2, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Vanneste, Pol; Hooft, Elise
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Kerkstraat (Blankenberge)
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Sint-Antonius [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/44922 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.