Burgerhuis met een gevelfront in neoclassicistische stijl, naar een ontwerp door de architect Joseph Martin Ryssens de Lauw uit 1867. Het betrof vermoedelijk de verbouwing van een bestaand pand uit de vroege 19de eeuw, in opdracht van de heer J. Hollants. In het bouwdossier ontbreken de bouwplannen. Hollants liet in 1882 het oorspronkelijke zadeldak vervangen door het huidige mansardedak, naar een ontwerp door de architect Ferdinand Hompus.
Joseph Martin Ryssens de Lauw is vooral gekend als Antwerps promotor van de neo-Vlaamserenaissance met zijn publicatie "L'architecture en Belgique", een bundeling van fantasierijke ontwerptekeningen van verschillende types gebouwen in deze bouwstijl, uitgegeven in 1878-1879. Hij was tevens kunstschilder, metselaar, aannemer en architect. In de nieuwe wijken die tijdens de tweede helft van de 19de eeuw in Antwerpen werden aangelegd, manifesteerde hij zich met woningen in opdracht van welgestelde eigenaars, maar kocht en bebouwde zelf ook percelen voor onmiddellijke verkoop. Bouwdossiers op zijn naam werden teruggevonden uit de jaren 1856 tot 1881. Doorgaans koos hij niet voor de arbeidsintensieve, uit dure bouwmaterialen opgebouwde neo-Vlaamserenaissance, maar eerder voor het meer conventionele neoclassicisme of de second empire.
Rijwoning met enkelhuisopstand van drie traveeën en drie bouwlagen onder een mansardedak (nok parallel aan de straat, leien) met zinkbeslag. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel met een geprofileerde plint uit blauwe hardsteen, beantwoordt aan een regelmatig ordonnantieschema. Op de begane grond, getoogde muuropeningen met geprofileerde dagkanten, de inkomdeur gemarkeerd door een gebogen waterlijst. De bovenverdiepingen zijn opgebouwd uit verkleinende registers van rechthoekige bovenvensters. Geriemde vensteromlijstingen en cordonvormende lekdrempels accentueren de eerste verdieping; de hergebruikte, smeedijzeren vensterleuningen met diagonaal patroon en rozet dateren uit de vroege 19de eeuw. De tweede verdieping onderscheidt zich door geprofileerde dagkanten, een omlopende bandomlijsting, individuele lekdrempels en casementen met paneel op de borstwering. Een klassiek hoofdgestel met casementen in de fries en een houten kroonlijst op modillons en tandlijst vormt de gevelbeëindiging; houten dakkapel met driehoekig fronton. Bewaarde houten vleugeldeur met paneelwerk; gietijzeren voetschraper.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1867#559 en 1882#435.