Het typisch beeld van de Scheldekaaien wordt gevormd door de metalen loodsen voor het stockeren van goederen. De afdaken met de nummers 22-23 werden in 1888 opgetrokken.
Historiek
Circa 1870 stelde men vast dat de Schelde onrustwekkend verzandde: de onregelmatige breedte van de stroom werd hiervoor verantwoordelijk gesteld. Een gelijkmatige breedte van 350 meter voor de stad werd noodzakelijk geacht. Deze kon slechts bekomen worden door de uitsprong aan de Werf (ter hoogte van het Steen) weg te nemen. Door verbredings- en verdiepingswerken zou bij lage tij een diepte van 8 meter worden bereikt zodat 'grote' zeeschepen aan de Antwerpse rede zouden kunnen aanleggen. In 1877 werden de werken aangevat. Op 26 juli 1885 werden de nieuwe Scheldekaaien officieel ingehuldigd.
De werken bestonden uit: 1. het bouwen van een kaaimuur van circa 3.500 meter langsheen de rechteroever van de Schelde, namelijk van Kattendijksluis tot Zuid, met een insteek voor vlotbrug tussen Steen en Suikerrui; 2. het maken van een verbindingsdijk van 650 meter te beginnen aan het zuideinde van de nieuwe kaaimuur; 3. het graven van dokken (Zuiderdokken); 4. de aanvullingswerken achter de nieuwe kaaimuur en van de vier oude vlieten; 5. de nodige baggerwerken om de stroom voldoende breed en diep te houden; het zand van de baggerwerken werd gebruikt voor de grondaanvullingen achter de kaaimuur; 6. het afbreken en opruimen van alle uitspringende muren of aanlegplaatsen. Hierdoor verdwenen al de huizen aan de Werf en in de daarachter liggende straten en het huizenfront op de kaaien werd achteruit gebracht. De kaaien zelf kregen een breedte van 100 meter.
De Scheldekaaien werden daarna voorzien van metalen loodsen of afdaken voor het stockeren van goederen. Het werk voor de afdaken nummers 22-23 werd op 20 juni 1887 aanbesteed aan de firma Em. Hargot: zij waren een jaar later klaar en werden definitief opgeleverd op 10 oktober 1889. Deze afdaken tellen in totaal zeventien overkappingen.
Beschrijving
Het zijn afdaken van hetzelfde type als de nummers 20-21: nochtans zijn de stootblokken in de meeste gevallen getekend met in reliëf gegoten letters in ellips: "NICAISE & DELCUVE/ LA LOUVIERE/ BELGIQUE", met daarnaast enkele waarop: "V. BERTAUX & CO/ BRUXELLES" op wapperende band, en dezelfde rechthoekige merken als bij afdaken nummers 20-21.
Tussen de afdaken en de straatweg bevinden zich nog vier goederensporen(waarvan één onder de afdaken doorloopt), met talloze wissels en een enkelspoor langsheen het Steenplein.
Bron: GOOSSENS M. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A., STEYAERT R., ILLEGEMS P. & DE BARSÉE L. 1976: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3na, Brussel - Gent. Auteurs: Plomteux, Greet; Goossens, Miek Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Aanvullende informatie
Ter hoogte van afdaken 22-23 was de aanlegplaats van de Congoboten.
Dossiers betreffende deze afdaken zijn bewaard in het stadsarchief:
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Afdaken 22-23 aan de Jordaenskaai [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/4503 (geraadpleegd op ).