Ligging aan de zuidkant van het noordelijk gedeelte van de straat. Aanleg vanaf 1908. Poging van het stadsbestuur circa 1922 om 45 ha van Uitkerke naar Blankenberge over te hevelen.
Deels ommuurde begraafplaats. Inspringende, brede gekasseide toegang met circa 1969 vernieuwd hekken tussen bakstenen postamenten.
Links en rechts van de toegang, huizen in spiegelbeeldschama vermoedelijk daterend van circa 1908 bij de aanleg van de begraafplaats. Gele baksteenbouw boven plint van arduin en breuksteen. Twee bouwlagen onder pannen schilddak. De centrale traveeën zijn bekroond door gestileerde frontons. Aansluitende ommuring met casementen en postamenten.
Aanleg van de begraafplaats: centraal pad. Achterin, cirkelvormige, omhaagde soldatenbegraafplaats.
Blikvanger van het ereperk is het beeldhouwwerk zogenaamd "Moedersmart" van 1922 naar ontwerp van G. Charlier (Brussel). In de sokkel staan de namen van de gesneuvelden van de Eerste Wereldoorlog. In het ereperk errond, worden slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog en van de scheepsramp met de "Nominoé" herdacht.
Op 27 maart 1921 werd op de Grote Markt van Blankenberge een gedenkteken voor de militaire doden onthuld. Vanaf 1908 werd een nieuwe begraafplaats aangelegd op grondgebied van deelgemeente Uitkerke. De meeste militaire doden werden na de Eerste Wereldoorlog naar Blankenberge gerepatrieerd en op de nieuwe stedelijke begraafplaats in een ereperk begraven. Tot 1924 bracht men gesneuvelde militairen naar dit ereperk over. Hier rusten ook 8 'weerbare' mannen die door ziekte omkwamen toen ze op 1 oktober 1918 in erbarmelijke weersomstandigheden door de Duitsers werden weggedreven. Vier van hen werden pas begin 1927 uit Gent en omstreken overgebracht en begraven. Op het ereperk liggen ook nog 5 mannen uit Blankenberge, die op 28 november 1889 omkwamen toen ze probeerden de bemanning van het Franse schip 'Nominoé' te redden. Tenslotte liggen hier ook nog enkele verzetslieden en politieke gevangenen uit de Tweede Wereldoorlog begraven in het middelste perk, dat voordien enkel beplant was. Er ligt ook nog een dode van de Koreaanse oorlog.
Een beeldhouwwerk, 'Moedersmart' genaamd en ontworpen door de Brusselse beeldhouwer Guillaume Charlier, beheerst dit ereperk. Het beeld werd op zondag 14 september 1924 ingehuldigd tijdens een grootse manifestatie.
Charlier werd eigenaar van een villa op de Blankenbergse zeedijk. Hij bracht zijn vakanties door aan de kust, wat leidde tot een vriendschap met burgemeester Arthur Pauwels. De beeldhouwer werd vooral geboeid door de vissers. Tijdens zijn vakantie deed hij dan ook steeds talrijke ervaringen en ideeën op. Zijn hechte band met de stad Blankenberge leverde 8 beeldhouwwerken op, die in de stad opgesteld staan.
Charlier zou 'Moedersmart' geschonken hebben aan de stad Blankenberge. De aanleiding hiervoor is te vinden bij zijn gedenkteken voor Lippens en De Bruyne op de zeedijk. Aanvankelijk weigerde het gemeentebestuur het volledige werk van Charlier tentoon te stellen. Dit bestaat uit de beeltenissen van Lippens en De Bruyne, die een Belgische vlag vasthouden waaraan zich een naakte Afrikaanse vrouw met kind vastklampt, als symbool voor beschaving en bescherming van de Kongolese bevolking door België tegen de Arabieren en tegen de wilde stammen die Kongo terroriseerden. De Afrikaanse vrouw mocht echter niet getoond worden, omwille van zogenaamde 'openbare zedenschennis'. Spijts heftig verzet van Charlier werd zijn werk in 1900 dus maar ten dele opgesteld.
Toen de bronzen beelden van Lippens en De Bruyne tijdens de Eerste Wereldoorlog door de bezetter werden verwijderd – het brons werd gebruikt voor de vervaardiging van wapens – vroeg men na de oorlog naar de gietvorm van de beelden. Charlier weigerde echter deze te overhandigen, tenzij zijn werk nu volledig zou uitgevoerd worden. Daar de Liberale Partij van burgemeester Arthur Pauwels aan het bewind was, kon hiermee ingestemd worden. Charlier was zo opgetogen over de inwilliging van zijn wens, dat hij als dank hiervoor 'Moedersmart' zou geschonken hebben. Volgens anderen zou de gemeenteraad in 1919 voor dit gedenkteken wel een 'hulpgeld' van 25.000 frank gestemd hebben.
'Moedersmart' stelt 3 vrouwen voor in kapmantel die bij elkaar troost en steun zoeken. Op het voetstuk zijn de namen van de omgekomen militairen uit Blankenberge van de Eerste Wereldoorlog aangebracht. 'Tederheid', een fragment van 'Moedersmart' wordt tentoongesteld in het Charlier-Museum. De bronzen schets bevindt zich eveneens in het museum. Charlier concentreert zich hier helemaal op het contact tussen de moeder en het meisje en verdoezelt het overbodige.
Cirkelvormig, omhaagd ereperk, met twee toegangen met treden. Buitenste cirkel gecompartimenteerd in verschillende grafperken, afgesloten met witbeschilderde betonnen wandjes en aan de achterzijde van mekaar onderscheiden door opstaand fronton met kruismotief. De gegevens van de doden zijn aan de voorkant van elk graf aangebracht in grijze hardstenen platen. Centraal in het perk is een kleiner rond platform, afgezet met witgeschilderde steen en buxus. Kleine witte omgekeerde driehoeken met gegevens markeren de graven van verzetslieden en politieke gevangenen uit de Tweede Wereldoorlog.
De buitenste cirkel graven wordt onderbroken door een bronzen beeldhouwwerk. Op een hardstenen platform van zes treden staat een beeldengroep op een sokkel. Deze rechthoekige naar boven toe versmallende bronzen sokkel is versierd met klimranken in reliëf en aan de zijkanten met een zwaard. Bovenop staat een beeldengroep met drie vrouwen in lange kapmantels gehuld, de middelste dreigt te bezwijmen van droefheid en wordt door de twee anderen met een troostend gebaar ondersteund. De ene kijkt begrijpend, de ander wat verwonderd en troostend.
Bovenaan op de sokkel: 'MOEDERSMART', hieronder een brede palmtak met een tekstplaat in 3 verticale registers verdeeld: links en rechts de namen alfabetisch gerangschikt, in het midden in vlakreliëf 'AAN ONZE JONGENS' en het wapenschild van Blankenberge met alle bijstukken, 'DE STAD BLANKENBERGE 1914-1918' en links en rechts ervan papavers.
Uitvoering: Guill. Charlier, 1922 (gesigneerd en gedateerd); Fonderies Verbeyst, Bruxelles (gesigneerd)
Hoogte 387 x breedte 212 x diepte 140 cm
Rechts van de treden naar het gedenkteken hangt een kleine bronzen plaat van de 'CERCLE LES XXI. SOUVENIR LIEGEOIS. FONDE LE 5 AOUT 1916'.
Auteurs: Decoodt, Hannelore; Vanneste, Pol; Hooft, Elise
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. & Vanneste P. & Hooft E. 2020: Stedelijke Begraafplaats met ereperk met gedenkteken Moedersmart [online], https://id.erfgoed.net/teksten/358203 (geraadpleegd op ).
Het ereperk met het gedenkteken 'Moedersmart' is gelegen op de stedelijke begraafplaats van Blankenberge, op grondgebied van deelgemeente Uitkerke en bereikbaar via de Scharebrugstraat.
Op 27 maart 1921 werd op de Grote Markt van Blankenberge een gedenkteken voor de militaire doden onthuld. Vanaf 1908 werd een nieuwe begraafplaats aangelegd op grondgebied van deelgemeente Uitkerke. De meeste militaire doden werden na de Eerste Wereldoorlog naar Blankenberge gerepatrieerd en op de nieuwe stedelijke begraafplaats in een ereperk begraven. Tot 1924 bracht men gesneuvelde militairen naar dit ereperk over. Hier rusten ook 8 'weerbare' mannen die door ziekte omkwamen toen ze op 1 oktober 1918 in erbarmelijke weersomstandigheden door de Duitsers werden weggedreven. Vier van hen werden pas begin 1927 uit Gent en omstreken overgebracht en begraven. Op het ereperk liggen ook nog 5 mannen uit Blankenberge, die op 28 november 1889 omkwamen toen ze probeerden de bemanning van het Franse schip 'Nominoé' te redden. Tenslotte liggen hier ook nog enkele verzetslieden en politieke gevangenen uit de Tweede Wereldoorlog begraven in het middelste perk, dat voordien enkel beplant was. Er ligt ook nog een dode van de Koreaanse oorlog.
Een beeldhouwwerk, 'Moedersmart' genaamd en ontworpen door de Brusselse beeldhouwer Guillaume Charlier, beheerst dit ereperk. Het beeld werd op zondag 14 september 1924 ingehuldigd tijdens een grootse manifestatie.
Charlier werd eigenaar van een villa op de Blankenbergse zeedijk. Hij bracht zijn vakanties door aan de kust, wat leidde tot een vriendschap met burgemeester Arthur Pauwels. De beeldhouwer werd vooral geboeid door de vissers. Tijdens zijn vakantie deed hij dan ook steeds talrijke ervaringen en ideeën op. Zijn hechte band met de stad Blankenberge leverde 8 beeldhouwwerken op, die in de stad opgesteld staan.
Charlier zou 'Moedersmart' geschonken hebben aan de stad Blankenberge. De aanleiding hiervoor is te vinden bij zijn gedenkteken voor Lippens en De Bruyne op de zeedijk. Aanvankelijk weigerde het gemeentebestuur het volledige werk van Charlier tentoon te stellen. Dit bestaat uit de beeltenissen van Lippens en De Bruyne, die een Belgische vlag vasthouden waaraan zich een naakte Afrikaanse vrouw met kind vastklampt, als symbool voor beschaving en bescherming van de Kongolese bevolking door België tegen de Arabieren en tegen de wilde stammen die Kongo terroriseerden. De Afrikaanse vrouw mocht echter niet getoond worden, omwille van zgn. 'openbare zedenschennis'. Spijts heftig verzet van Charlier werd zijn werk in 1900 dus maar ten dele opgesteld.
Toen de bronzen beelden van Lippens en De Bruyne tijdens de Eerste Wereldoorlog door de bezetter werden verwijderd – het brons werd gebruikt voor de vervaardiging van wapens – vroeg men na de oorlog naar de gietvorm van de beelden. Charlier weigerde echter deze te overhandigen, tenzij zijn werk nu volledig zou uitgevoerd worden. Daar de Liberale Partij van burgemeester Arthur Pauwels aan het bewind was, kon hiermee ingestemd worden. Charlier was zo opgetogen over de inwilliging van zijn wens, dat hij als dank hiervoor 'Moedersmart' zou geschonken hebben. Volgens anderen zou de gemeenteraad in 1919 voor dit gedenkteken wel een 'hulpgeld' van 25.000 frank gestemd hebben.
'Moedersmart' stelt 3 vrouwen voor in kapmantel die bij elkaar troost en steun zoeken. Op het voetstuk zijn de namen van de omgekomen militairen uit Blankenberge van de Eerste Wereldoorlog aangebracht. 'Tederheid', een fragment van 'Moedersmart' wordt tentoongesteld in het Charlier-Museum. De bronzen schets bevindt zich eveneens in het museum. Charlier concentreert zich hier helemaal op het contact tussen de moeder en het meisje en verdoezelt het overbodige.
Cirkelvormig, omhaagd ereperk, met twee toegangen met treden. Buitenste cirkel gecompartimenteerd in verschillende grafperken, afgesloten met witbeschilderde betonnen wandjes en aan de achterzijde van mekaar onderscheiden door opstaand fronton met kruismotief. De gegevens van de doden zijn aan de voorkant van elk graf aangebracht in grijze hardstenen platen. Centraal in het perk is een kleiner rond platform, afgezet met witgeschilderde steen en buxus. Kleine witte omgekeerde driehoeken met gegevens markeren de graven van verzetslieden en politieke gevangenen uit de Tweede Wereldoorlog.
De buitenste cirkel graven wordt onderbroken door een bronzen beeldhouwwerk. Op een hardstenen platform van zes treden staat een beeldengroep op een sokkel. Deze rechthoekige naar boven toe versmallende bronzen sokkel is versierd met klimranken in reliëf en aan de zijkanten met een zwaard. Bovenop staat een beeldengroep met drie vrouwen in lange kapmantels gehuld, de middelste dreigt te bezwijmen van droefheid en wordt door de twee anderen met een troostend gebaar ondersteund. De ene kijkt begrijpend, de ander wat verwonderd en troostend.
Bovenaan op de sokkel: 'MOEDERSMART', hieronder een brede palmtak met een tekstplaat in 3 verticale registers verdeeld: links en rechts de namen alfabetisch gerangschikt, in het midden in vlakreliëf 'AAN ONZE JONGENS' en het wapenschild van Blankenberge met alle bijstukken, 'DE STAD BLANKENBERGE 1914-1918' en links en rechts ervan papavers.
Uitvoering: Guill. Charlier, 1922 (gesigneerd en gedateerd); Fonderies Verbeyst, Bruxelles (gesigneerd)
H. 387 x Br. 212 x D. 140cm
Rechts van de treden naar het gedenkteken hangt een kleine bronzen plaat van de 'CERCLE LES XXI. SOUVENIR LIEGEOIS. FONDE LE 5 AOUT 1916'
Bron: Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier DW002455, Ereperk met het gedenkteken Moedersmart.
Auteurs: Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. 2010: Stedelijke Begraafplaats met ereperk met gedenkteken Moedersmart [online], https://id.erfgoed.net/teksten/130263 (geraadpleegd op ).
Ligging aan de zuidkant van het noordelijk gedeelte van de straat. Aanleg vanaf 1908. Poging van het stadsbestuur circa 1922 om 45 ha van Uitkerke naar Blankenberge over te hevelen.
Deels ommuurde begraafplaats. Inspringende, brede gekasseide toegang met circa 1969 vernieuwd hekken tussen bakstenen postamenten.
Links en rechts van de toegang, huizen in spiegelbeeldschama vermoedelijk daterend van circa 1908 bij de aanleg van de begraafplaats. Gele baksteenbouw boven plint van arduin en breuksteen. Twee bouwlagen onder pannen schilddak. De centrale traveeën zijn bekroond door gestileerde frontons. Aansluitende ommuring met casementen en postamenten.
Aanleg van de begraafplaats: centraal pad. Achterin, cirkelvormige, omhaagde soldatenbegraafplaats. Beeldhouwwerk zogenaamd "Moedersmart" van 1922 naar ontwerp van G. Charlier (Brussel), huilende vrouwen in kapmantel gehuld. In de sokkel, de namen van de gesneuvelden van de Eerste Wereldoorlog. In het ereperk errond, slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog en van de scheepsramp met de "Nominoé".
Bron: HOOFT E. & VANNESTE P. met medewerking van DE LEEUW S. & MISSIAEN H. 2003: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Blankenberge, Deelgemeente Uitkerke, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL2, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Vanneste, Pol; Hooft, Elise
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Vanneste P. & Hooft E. 2003: Stedelijke Begraafplaats met ereperk met gedenkteken Moedersmart [online], https://id.erfgoed.net/teksten/45083 (geraadpleegd op ).