Neoclassicistisch winkelhuis gebouwd naar een ontwerp door de architect Heliodore Leclef uit 1857. Opdrachtgever was de van oorsprong Schotse textielhandelaar Andrew Baillie-Bosschaert (Dalziel, 1789-Antwerpen, 1861), die in 1852 het aanpalende hotel had laten verbouwen door de architect Frans J.H. Bex. In zijn gevelontwerp trok Leclef de ordonnantie van het hotel consequent door, met een winkelpui op de begane grond. Deze werd in 1899 door Octave Sell vernieuwd. François Suys en mevrouw E. Suys lieten het pand in 1923 tot zijn huidige vorm verbouwen door de architect Jean-Laurent Hasse, als vestiging van de firma Suys Frères. De werken betroffen de pui, het aanpassen van de bovenvensters, het toevoegen van een derde verdieping, en een nieuwe cementering in simili-natuursteen.
Het winkelhuis Baillie-Bosschaert behoort tot de relatief vroege realisaties van Heliodore Leclef, die een succesvolle loopbaan ontplooide in dienst van de hogere burgerij. Tot zijn oeuvre in Antwerpen, opklimmend tot het midden van de 19de eeuw, behoren tal van winkel-, burger- en herenhuizen in neoclassicistische stijl, met invloed van achtereenvolgens de Louis-Philippe- en de second-empirestijl tijdens de jaren 1850 en 1860. Het belangrijkste ontwerp uit zijn late carrière is het Onze-Lieve-Vrouwecollege van de paters jezuïeten op de Frankrijklei, daterend uit 1871. In deze periode bouwde hij meerdere statige hotels op de Leien en rond het Stadspark, alleen of in samenwerking met zijn zoon Edmond Leclef, die mee het beeld van deze belangrijke 19de-eeuwse stadsuitbreiding bepalen.
Rijwoning van twee traveeën en oorspronkelijk drie bouwlagen onder een zadeldak, sinds 1923 vier bouwlagen onder een plat dak. Oorspronkelijk bepleisterd en beschilderd, heeft de lijstgevel sinds 1923 een cementering in simili-natuursteen. De oorspronkelijk klassieke, houten winkelpui met zijportaal, plint en entablement, werd in 1899 en 1923 vervangen door een nieuw exemplaar; in de naoorlogse periode is de pui nog meermaals verbouwd. Verkleinende registers van rechthoekige bovenvensters, oorspronkelijk gevat in geriemde omlijstingen op individuele lekdrempels. De huidige oplopende omlijstingen met panelen op de borstwering, oren en waterlijsten zijn evenals de smeedijzeren parapetten in 1923 toegevoegd, na het verplaatsen van de vensterdorpels. Smeedijzeren lelieanker op de middenpenant. De toegevoegde derde verdieping is afgewerkt door een klassiek hoofdgestel met een houten kroon- en tandlijst.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1857#747, 1899#807, 1922#14375 en 1923#15335; foto FOTO-OF#8235.