Oorspronkelijk Sint-Pieterskerk, sedert eind 16de eeuw met Sint-Antonius als tweede heilige, vanaf 1803 toegewijd aan Sint-Pietersbanden.
Kerk gelegen in kerkhof met deels bakstenen ommuring met lisenen van 1846 en deels ijzeren afsluitingshek; nog enkele hardstenen grafmonumenten uit het interbellum. Voor het eerst vermeld in een schenkingsakte aan de Gentse Sint-Pietersabdij in 991, bevestigd in een charter van 1036. Het oude eenbeukige romaanse of vroeggotische kerkje werd in 1839 gesloopt.
Huidige neoclassicistische kerk gebouwd in 1840-46 met behoud van de oude sacristie van 1758-63. Heringewijd 14 september 1857. Toevoeging van noordelijke sacristie of berging in 1864 onder leiding van Ch. Van Melckebeke (Zottegem). Koor heropgebouwd naar ontwerp van architect E. de Perre-Montigny van 1872. Hersteld in 1982.
Georiënteerde eenbeukige transeptloze kerk van vijf traveeën met ingebouwde westelijke toren, smal rechthoekig koor van twee traveeën met driezijdige sluiting, geflankeerd door sacristie (zuiden) en bergplaats (noorden). Opgetrokken uit baksteen met schaars gebruik van zandsteen voor de plint en hoekstenen. Westgevel met rechthoekig portaal in arduinen omlijsting met hoofdgestel en kroonlijst, erboven rondboogvormig venster, deels gedicht voor beeldnis met geschilderd terracottabeeld van Sint-Antonius Abt. Ingebouwde vierkante westelijke toren met hoekstenen en rondboogvormige galmgaten onder ingesnoerde naaldspits met torenkruis. In zijgevels, eenvoudige rondboogvensters met glas in lood en arduinen dorpels en ingewerkte reliëfs van ommegang van Sint-Antonius uit het derde kwart van de 20ste eeuw ter vervanging van een oudere ommegang. Op noordgevel, zinken plaatje van verzekeringen "PR". Zuidelijke sacristie voorzien van getralied steekboogvenster in vlakke omlijsting.
Oorspronkelijk met polychrome beschildering door K. Janssens (Nevele). In portaal, nis met hokje om biggen in op te bergen als offer. Bepleisterd gedrukt tongewelf met gordelbogen op neoclassicistische kroonlijst en gegroefde consoles, één ervan beschilderd met jaartal 1857, jaar van de herinwijding. Doksaal rustend op vier hermenfiguren. Koor geleed door gegroefde pilasters met Korinthisch kapiteel, waartussen vier beeldnissen met de beelden van de Heilige Harten van Jezus en Maria en de apostelen Petrus en Paulus. 18de-eeuwse deur van eik met ijzeren beslag naar sacristie.
Schilderijen: 17de-eeuws schilderij op doek met Laatste Avondmaal; Sint-Antonius Abt uit het eerste kwart van de 18de eeuw; Bewening van Jezus circa 1700.
Beeldhouwwerk: 18de-eeuws beeld van Sint-Antonius Abt in recent geschilderde terracotta in de westelijke gevel; kruisbeeld door J. Snoeck (Gavere) van 1823; verscheidene plaasteren heiligenbeelden.
Witmarmeren hoofdaltaar van L. Van Assche van 1880. Zijaltaren toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw en aan Sint-Antonius, neoclassicistische portiekaltaren met rondbogige beeldnissen met heiligenbeeld en bekronend driehoekig fronton, van circa 1840. Huidig dienstaltaar van 1972, naar verluidt gemaakt uit panelen van een 18de-eeuwse communiebank.
Koorbanken en lambriseringen uit eind 18de eeuw in classicistische stijl, aangepast in de loop van de 19de eeuw. Eiken communiebank uit de 18de en de 19de eeuw. Eiken kansel met zeskantige kuip gedateerd van 1642 tegen de zuidelijke muur, aangepast eind 18de eeuw of begin 19de eeuw. Eiken biechtstoel in classicistische stijl uit eind 18de eeuw.
Marmeren doopvont met koperen deksel van circa 1840. Kruiswegtaferelen in terracotta in rechthoekige houten omlijsting.
In koorsluiting drie glasramen gesigneerd en gedateerd door C. Van Crombrugghe (Gent) van 1875, voorstelling van Geboorte van Christus, de Kruisiging en de Verrijzenis.
Grafstenen uit de 18de eeuw in vloer van koor en voor de zijaltaren.
In 1869 werd een orgel besteld bij Petrus Joannes Vereecken (1803-1889). Het atelier Vereecken behoorde tot 1873 (het jaar dat Petrus Joannes’ zonen officieel mee in het bedrijf stapten) tot die orgelmakers die op het Vlaamse platteland vasthielden aan het ambachtelijke classicisme, op een moment dat de (Franse) symfonische/orkestrale romantiek al internationaal doorgebroken was (in Vlaanderen met het orgel van Aristide Cavaillé-Coll uit 1856 in de Gentse Sint-Niklaaskerk). In deze periode ontwierp Petrus-Joannes Vereecken niet alleen de instrumenten maar vervaardigde hij ook zelf het pijpwerk en ontwierp hij alle orgelkasten die gerealiseerd werden in zijn eigen atelier. Dit geeft de instrumenten uit deze vroege periode een hoge ensemblewaarde. Ze worden gekenmerkt door een eenvoudige structuur als één- of tweemanualige orgels, eventueel met een klein aangehangen pedaal en met een mechanische tractuur. Typisch voor het classicisme in de orgelbouw in het algemeen, en specifiek bij dit orgel van Dikkele is het ontbreken van een aantal hoogklinkende vulstemmen als Tierce, Cymbale en Sexquialtera. Maar toch blijft het algemeen klankbeeld nog helder, belijnd en boventoonrijk; dit in tegenstelling tot romantisch klinkende orgels. In structuur doen de instrumenten denken aan de klassieke 18de-eeuwse Van Peteghem-orgels: een iets naar voor springende, hogere middentoren, geflankeerd door twee licht concave tussenvelden, die aflopen naar twee lagere zijtorens. Tegelijkertijd besteedde Vereecken veel aandacht aan de integratie van de orgels door de orgelkast aan te passen aan de stijl van het kerkgebouw, zo ook in het geval van de neoclassicistische Sint-Pietersbandenkerk van Dikkele.
Auteurs: Lemmens, Michel; Lanclus, Kathleen; Vandeweghe, Evert
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Lemmens M. & Lanclus K. & Vandeweghe E. 2017: Parochiekerk Sint-Pietersbanden [online], https://id.erfgoed.net/teksten/203570 (geraadpleegd op ).
Oorspronkelijk Sint-Pieterskerk, sedert eind 16de eeuw met Sint-Antonius als tweede heilige, vanaf 1803 toegewijd aan Sint-Pietersbanden. Kerk gelegen in kerkhof met deels bakstenen ommuring met lisenen van 1846 en deels ijzeren afsluitingshek; nog enkele hardstenen grafmonumenten uit het interbellum. Voor het eerst vermeld in een schenkingsakte aan de Gentse Sint-Pietersabdij in 991, bevestigd in een charter van 1036. Het oude eenbeukige romaanse of vroeggotische kerkje werd in 1839 gesloopt.
Huidige neoclassicistische kerk gebouwd in 1840-46 met behoud van de oude sacristie van 1758-63. Heringewijd 14 september 1857. Toevoeging van noordelijke sacristie of berging in 1864 onder leiding van Ch. Van Melckebeke (Zottegem). Koor heropgebouwd naar ontwerp van architect E. de Perre-Montigny van 1872. Hersteld in 1982. Georiënteerde eenbeukige transeptloze kerk van vijf traveeën met ingebouwde westelijke toren, smal rechthoekig koor van twee traveeën met driezijdige sluiting, geflankeerd door sacristie (zuiden) en bergplaats (noorden). Opgetrokken uit baksteen met schaars gebruik van zandsteen voor de plint en hoekstenen. Westgevel met rechthoekig portaal in arduinen omlijsting met hoofdgestel en kroonlijst, erboven rondboogvormig venster, deels gedicht voor beeldnis met geschilderd terracottabeeld van Sint-Antonius Abt. Ingebouwde vierkante westelijke toren met hoekstenen en rondboogvormige galmgaten onder ingesnoerde naaldspits met torenkruis. In zijgevels, eenvoudige rondboogvensters met glas in lood en arduinen dorpels en ingewerkte reliëfs van ommegang van Sint-Antonius uit het derde kwart van de 20ste eeuw ter vervanging van een oudere ommegang. Op noordgevel, zinken plaatje van verzekeringen "PR". Zuidelijke sacristie voorzien van getralied steekboogvenster in vlakke omlijsting.
Interieur. Oorspronkelijk met polychrome beschildering door K. Janssens (Nevele). In portaal, nis met hokje om biggen in op te bergen als offer. Bepleisterd gedrukt tongewelf met gordelbogen op neoclassicistische kroonlijst en gegroefde consoles, één ervan beschilderd met jaartal 1857, jaar van de herinwijding. Doksaal rustend op vier hermenfiguren. Koor geleed door gegroefde pilasters met Korinthisch kapiteel, waartussen vier beeldnissen met de beelden van de Heilige Harten van Jezus en Maria en de apostelen Petrus en Paulus. 18de-eeuwse deur van eik met ijzeren beslag naar sacristie.
Mobilair. Schilderijen: 17de-eeuws schilderij op doek met Laatste Avondmaal; Sint-Antonius Abt uit het eerste kwart van de 18de eeuw; Bewening van Jezus circa 1700. Beeldhouwwerk: 18de-eeuws beeld van Sint-Antonius Abt in recent geschilderde terracotta in de westelijke gevel; kruisbeeld door J. Snoeck (Gavere) van 1823; verscheidene plaasteren heiligenbeelden. Witmarmeren hoofdaltaar van L. Van Assche van 1880. Zijaltaren toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw en aan Sint-Antonius, neoclassicistische portiekaltaren met rondbogige beeldnissen met heiligenbeeld en bekronend driehoekig fronton, van circa 1840. Huidig dienstaltaar van 1972, naar verluidt gemaakt uit panelen van een 18de-eeuwse communiebank. Koorbanken en lambriseringen uit eind 18de eeuw in classicistische stijl, aangepast in de loop van de 19de eeuw. Eiken communiebank uit de 18de en de 19de eeuw. Eiken kansel met zeskantige kuip gedateerd van 1642 tegen de zuidelijke muur, aangepast eind 18de eeuw of begin 19de eeuw. Eiken biechtstoel in classicistische stijl uit eind 18de eeuw. Marmeren doopvont met koperen deksel van circa 1840. Orgel aangekocht in 1869. Kruiswegtaferelen in terracotta in rechthoekige houten omlijsting. In koorsluiting drie glasramen gesigneerd en gedateerd door C. Van Crombrugghe (Gent) van 1875, voorstelling van Geboorte van Christus, de Kruisiging en de Verrijzenis. Grafstenen uit de 18de eeuw in vloer van koor en voor de zijaltaren.
Bron: BOGAERT C., DUCHÊNE H., LANCLUS K. & VERBEECK M. 2000: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Brakel, Horebeke, Kruishoutem, Lierde, Zingem en Zwalm, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 15n4, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Lanclus, Kathleen
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Lanclus K. 2000: Parochiekerk Sint-Pietersbanden [online], https://id.erfgoed.net/teksten/45156 (geraadpleegd op ).