In oorsprong traditioneel diephuis met trapgevel genaamd "Schaepshooft" of "(Gulden) Passer" uit de tweede helft van de 16de of de eerste helft van de 17de eeuw. In 1883 liet de heer Keyser het middenluik van het drielicht in de geveltop verlagen, en in 1884 een winkelpui aanbrengen. Beide ingrepen werden uitgevoerd naar ontwerpen door de architect François De Vooght, die in 1898 de opstand aanpaste en verrijkte tot een lijstgevel met stucdecor. Daarbij sloopte hij de geveltop van zeven treden met topstuk en verving de diepe dakstructuur door een breed zadeldak. De Vooght lijkt in Antwerpen actief te zijn geweest van de late jaren 1860 tot omstreeks 1900. Van zijn hand zijn vooral burgerhuizen gekend in conventionele neoclassicistische stijl, of met pittoreske neo-Vlaamserenaissance-inslag.

Rijwoning van twee traveeën en drie bouwlagen onder een zadeldak (nok parallel aan de straat). De met een imitatieparement bepleisterde en beschilderde lijstgevel is vermoedelijk opgetrokken in bak- en zandsteenbouw, verankerd door smeedijzeren muurankers met gekrulde spie. Aangepaste rechthoekige bovenvensters, vroegere kruiskozijnen, in een geriemde omlijsting met oren, sluitsteen, individuele lekdrempel en onderdorpel. Een klassiek hoofdgestel met een architraaf, casementen in de fries en een houten kroonlijst op modillons, tandlijst, voluutconsoles en trigliefen, op de hoeken gekoppeld, vormt de gevelbeëindiging. De drieledige, klassieke, houten winkelpui uit 1883, met zijportaal, pilasters, een entablement en hardstenen plint, is omstreeks 1986 verwijderd.