erfgoedobject

Kasteeldomein van Roborst

bouwkundig / landschappelijk element
ID
45266
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/45266

Juridische gevolgen

Beschrijving

Kasteeldomein van bijna 5 hectare gelegen tegenover de kerk, toegankelijk via een imponerende ingang met ijzeren inrijhek aan zware beraapte pijlers met siervazen in terracottakleur geschilderd, geflankeerd door ijzeren afsluiting op muurtje en twee rondboogvormige poortjes met hekwerk, bekroond met liggende leeuwen. Park heraangelegd eind 19de eeuw in landschappelijke stijl, voorzien van vijver met gietijzeren brugje. Het kasteeldomein was niet toegankelijk voor een kunsthistorisch onderzoek.

Historiek

Zetel van de heerlijkheid Borst of Bost teruggaand tot een castrale motte uit 11de of 12de eeuw. De heerlijkheid Roborst met kasteel behoorde tien generaties lang aan de familie van Vaernewyck. Erna aan de Corteville, d'Ideghem, Glymes de Hollebeke, Gouffart de Felenne. Laatste bezitter was de familie Van De Woestyne; Jean-Baptiste Van De Woestyne kocht het kasteel in 1736.

Vermoedelijk in de 15de eeuw (eerste vermelding in 1498) bouw van het zogenaamde "Zeventorenkasteel", vernield in 1792. Het huidig kasteel werd gebouwd in 1799 in opdracht van Vrouwe Marie-Charlotte Van De Woestyne, dame van Roborst en toen echtgenote van burggraaf Vilain XIIII, zie herdenkingssteen van eerstesteenlegging.

Oorspronkelijk een paviljoen, zowel in plattegrond als in opstand geïnspireerd op het lusthuis "La Bagatelle" bij Parijs van architect F.J. Bélanger.

M.C. Van De Woestyne verkocht het kasteel in 1823 aan Thérèse J.E.M.G. Huysman d'Annecroix. Het kasteel veranderde verschillende malen van eigenaar in de 19de eeuw. Na de verkoop van het kasteel in 1902 aan A. Iweins d'Eeckhoutte, werd het aangepast en vergroot met twee zijrisalieten. In 1992 werd het opnieuw verkocht.

De oranjerie van 1919, aansluitend bij de omheiningsmuur ten noorden van het park werd gesloopt in 1994.

Beschrijving

Op een lichte verhevenheid ingeplant onderkelderd kasteel met bepleisterde en witgeschilderde gevels met imitatievoegen op natuurstenen onderbouw en met mansardedaken met dakkapellen. Naar het noorden gerichte voorgevel met centrale portiek toegankelijk via dubbele bordestrap, aangebracht circa 1905 ter vervanging van een enkelvoudige trap, en overdekt door een luifel op twee arduinen Ionische zuilen met bekronend balusterbalkon; twee liggende sfinxen flankeren de trap.

Rondboogdeur geflankeerd door rondboogvormige beeldnissen met hoge vazen, met voorheen erboven medaillons. Rechthoekige vensters in de zijtravee en op de bovenverdieping Eenvoudig hoofdgestel met in fries van het middentravee opschrift "parva sed apta", overgenomen van La Bagatelle, en kroonlijst op klossen. Licht uitspringend middenrisaliet verhoogd in attiekverdieping met bekronend driehoekig fronton.

Achtergevel met halfrond uitgebouwd middenrisaliet bekroond door grote koepel met belvedère; drie rondboogvormige deurvensters op de begane grond uitziend op groot terras met balustrade en trap.

Bij verbouwingswerken circa 1905, toevoeging van een bovenverdieping met grotere vensters, en een mansardeverdieping.

Interieur

Het volgens bibliografische en archivalische bronnen goed bewaard en waardevol interieur in directoirestijl kon niet worden bezocht. Vestibule met gemarmerde wanden en vloer met veelkleurig sterrenpatroon, en gebogen cassettegewelf met rozetten in stucwerk. Ovaal trappenhuis met draaitrap met twee armen met eenvoudige metalen leuningen, tussen zes witmarmeren Korinthische zuilen afkomstig uit de abdij van Ename, gelijkaardig tongewelf met rozetten in cassetten. Ten zuiden, in het verlengde van vestibule en trappenhuis, rotonde met salon met parket van eiken- en tulpenboomhout met stervormig patroon, verlaagd plafond, venster- en deuromlijstingen. Ten oosten, rechthoekige eetzaal met afgekante hoeken met kastjes, deur- en vensteromlijstingen, marmeren schouwmantel, stucversieringen, beschilderde deuren, plafond beschilderd met grisailles en W-monogrammen van Van de Woestyne. Ten westen, bureau en salons. Ook op bovenverdieping bewaarde schouwen.

Ten noorden, torenruïne met kelders, naar verluidt een overblijfsel van het zogenaamde "Zeven Torenkasteel" van de familie van Vaernewyck uit de 15de eeuw en vernield in 1792. In de tweede helft van de 19de eeuw aangepast als "folly" met rotsen, ingeplant op heuveltje met kelder. Ronde bakstenen traptoren onder kegeldak (leien). Vierkante overwelfde kelder met centrale zuil. Gedichte muuropeningen.

Ten noordwesten, koetshuis van acht traveeën onder zadeldak (kunstleien, nok parallel met de straat). Beraapte bakstenen lijstgevel met verwerking van natuursteen voor de zuilen, boog- en frontonlijsten, raam- en deuromlijstingen. Parkgevel geritmeerd door rondboogarcade met centraal risaliet van twee traveeën met driehoekig fronton met oeil-de-boeuf. Rondboogvormige vensters en deuren in geprofileerde omlijstingen met sluitsteen. Alliantiewapen van 1914. Grijsgeschilderde blinde straatgevel met travee-indeling aangegeven door sierlijke ankers.

Koetshuis, dienstwoning van twee bouwlagen uit de 19de eeuw. Beraapte gevel met plint en hoekstenen van natuursteen; afgewolfd dak. Omlijste ramen met luiken. Gecementeerde zuidelijke gevel aan parkzijde met buitentrap naar bovenverdieping met ijzeren leuning.

Ten zuidoosten van het kasteel, achter de Hoeve ten Daele, met bomen beplante aarden heuvel, ten onrechte zogenaamde "tumulus". In feite restant van een omwalde castrale motte uit de Middeleeuwen. Vermoedelijk een adellijke versterking uit de 11de of 12de eeuw, bestaande uit een aarden ophoging met een stenen toren, confer in 1972 opgegraven funderingen van Doornikse steen.

  • Rijksuniversiteit Gent, Fonds Vliegende Bladen, I R 25, Rooborst village.
  • COMANNE J. 1988: De trap ten tijde van het Empire, in De Woonstede door de eeuwen heen, 80, 110-113.
  • de GHELLINCK d'ELSEGHEM J. & dE SSHAETZEN G. 1971: Roborst, een Frans kasteeltje in de Zwalmvallei. Roborst, une viellle seigneurie relevée en bagatelle par Marie-Charlotte de la Woestyne, in De Woonstede door de eeuwen heen, 12, 44-65.
  • DHANENS E. 1971: Kanton Sint-Maria-Horebeke, Tekst, Inventaris van het Kunstpatrimonium van Oost-Vlaanderen, VII, Gent, 194-195.
  • IWEINS d'EECKHOUTTE A. 1923: Roborst, ses seigneuries, ses seigneurs, in Handelingen van den Oudheid- & Geschiedkundigen Kring van Audenaerde, 65-105.

Bron: BOGAERT C., DUCHÊNE H., LANCLUS K. & VERBEECK M. 2000: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Brakel, Horebeke, Kruishoutem, Lierde, Zingem en Zwalm, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 15n4, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Lanclus, Kathleen
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Aanvullende informatie

Park

Ommuurd park in landschappelijke stijl met licht gemodelleerd reliëf, glooiende graslanden, twee onregelmatige vijvers, restant van ijskelder, rondgaande paden en tuinbrug. Vroegere moestuin met bewaarde fruitmuren en nieuw opgericht volume ter hoogte van voormalige oranjerie, aangelegd als siertuin.

Auteurs: Himpe, Koen
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Relaties

  • Is deel van
    Borstekouterstraat

  • Is deel van
    Dorpskom Roborst met kasteeldomein

  • Omvat
    Dienstgebouw Kasteel van Roborst

  • Omvat
    Dienstgebouw Kasteel van Roborst

  • Is gerelateerd aan
    Motte van Roborst


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kasteeldomein van Roborst [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/45266 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.