Kerk omgeven door ovaal kerkhof met bakstenen muur, afgedekt door zandstenen blokken, en toegankelijk ten westen via ijzeren hek aan bakstenen pijlers met arduinen bolbekroning van 1864 en trap ten zuidoosten Gelegen aan met lindebomen beplant pleintje.
Historiek
In 1040 schonken Reinelmus en Ida de helft van de kerk aan de Sint-Pietersabdij van Gent. Oorspronkelijk Romaans kerkje uit de 13de eeuw. Circa 1500 bouw van een gotisch koor en toevoeging van steunberen met blindnissen aan toren. Toren vervangen in 1648. Grondig verbouwd in 1767, zie steen in westelijke gevel van zuidelijke zijbeuk. Restauratie van de kerk en bouw van een sacristie ten zuiden van koor in 1864-65 onder leiding van architect E. Van Hoecke-Peeters (Gent). Restauratie in 1919.
Beschrijving
Georiënteerde kerk opgetrokken uit bak- en zandsteen op zandstenen plint. Het grondplan ontvouwt een driebeukige kerk van twee traveeën met de westelijke toren, geflankeerd door polygonale noordelijke traptoren en zuidelijke doopkapel, nu stookplaats, licht uitspringend transept van één travee, koor van één travee en driezijdige koorsluiting met ten zuiden sacristie en ten noorden berging.
Westelijke toren met vierkante onderbouw uit de 16de eeuw op basis van Doornikse steen uit de 13de eeuw en achtkantige bovenbouw van baksteen met klokvormige bekroning van 1648. Vierkant torengedeelte geflankeerd door verjongende steunberen versierd met spitsboogvormige blindnissen. Licht getoogd portaal met vernieuwde deur in zandstenen omlijsting en waterlijst en erboven gelijkaardig venster. Achtzijdige bovenbouw met zandstenen negblokken voorzien van verdiepte rondboogvormige galmgaten op elke zijde. Torenkruis op vergulde bol en met vergulde haan.
Voormalige doopkapel onder lessenaarsdak ten zuiden van de westelijke toren, opgetrokken uit ijzerzandsteen, Doornikse kalksteen en Balegemse zandsteen, volgens K. De Wolf uit de 12de eeuw, volgens anderen vermoedelijk gebouwd met hergebruikt materiaal.
Schip met bakstenen gevels op hoge zandstenen plint en voorzien van typische 18de-eeuwse steekboogvensters gevat in zandstenen omlijsting en met gebogen waterlijst. Noordgevel met speklagen en sporen van oudere kerk van bak- en zandsteen vermoedelijk uit de 16de eeuw, in de 18de eeuw verhoogd en voorzien van nieuwe steekboogvensters. Zuidbeuk van 1767, zie zandstenen jaartalsteen in westelijke gevel. Noordelijk transept van Balegemse zandsteen en sporadische verwerking van ijzerzandsteen en Romeinse dakpannen, in kern uit eind 13de eeuw - begin 14de eeuw. Geveltop van baksteen met getoogde zolderluik in zandstenen omlijsting.
Gotisch koor uit de 15de eeuw opgetrokken uit baksteen op plint van Balegemse steen en voorzien van versneden steunberen van bak- en zandsteen, afgedekt door leien dak met smeedijzeren kruis. Deels heropgebouwd na de godsdiensttroebelen in de 17de eeuw. In de zuidelijke steunbeer verwerking van oude kraagsteen uit de 13de tot de 14de eeuw. Koor verhoogd in 1767. Tegen dichtgemetseld gotisch oostelijk koorvenster, overluifelde calvarie, geschilderde houten beeldengroep uit het vierde kwart van de 16de eeuw tot eerste kwart van de 17de eeuw, gestolen in 1975 en 1984, enkel het kruis op gesculpteerde balk met doodskoppen is behouden. Ten noorden van koor, sacristie van bak- en zandsteen onder lessenaarsdak (leien). Rechthoekige venster met zandstenen hoek- en negblokken, afgesloten door diefijzers en vouwblinden aan de binnenzijde.
Ten zuiden, bakstenen berging onder zadeldak (leien) van 1865.
Interieur
Herschilderd in 1963 volgens kleurenadvies van broeder Julien van het Sint-Lucasinstituut (Gent). Rondboogvormige scheibogen rustend op zuilen met Toscaans kapiteel en achtkantige arduinen basis. Oorspronkelijk onbepleisterde koepelvormige gewelven met cartouches in de pendentieven, nu gepleisterd en geschilderd, gescheiden door gordelbogen versierd met rocococartouches en rustend op rocailleconsoles. Eiken tochtportaal in rococostijl onder het doksaal uit het derde kwart van de 18de eeuw, versierd met gesculpteerde panelen met muziekinstrumenten. In noordmuur, deurtje naar de bakstenen traptoren. Eiken opgeklampte sacristiedeur met ijzeren beslag, sacristie met 18de-eeuws stucplafond en venster met eiken binnenluiken.
Mobilair. Schilderijen: Tenhemelopneming van Maria, uit de eerste helft van de 17de eeuw, toegeschreven aan M. De Vos en Heilige Ambrosius uit de 17de eeuw in koor, Heilige Hieronymus tegen westelijke gevel, Heilige Augustinus en Heilige Thomas van Aquino uit de 17de eeuw of 18de eeuw thans op doksaal; medaillons van Heilige Dionysius en Onze-Lieve-Vrouw met kind op de zijaltaren van circa 1771.
Beeldhouwwerk: Gekleed houten beeld van Heilige Dionysius als bisschop op zuidelijk zijaltaar; 19de-eeuwse beelden van Heilig Hart van Maria (1872), Heilige Jozef met Kind (1874), Heilige Liborius, Heilige Antonius (1895), Heilige Barbara en Heilig Hart van Jezus (1871).
Hoofdaltaar met tombe van veelkleurig marmer naar verluidt gedateerd op altaarsteen 1777, wandbekleding in stucmarmer en trommeltabernakel uit eind 18de eeuw geflankeerd door twee knielende engelen. Gelijkaardige zijaltaren van Heilige Dionysius (zuiden) en Onze-Lieve-Vrouw (noorden) van circa 1771, tombes in roodgevlamd marmer en gemarmerd stuc als wandbekleding met geschilderd medaillon met betrokken heiligen. Eikenhouten lambriseringen in het koor en schip uit de tweede helft van de 18de eeuw. Communiebank van eikenhout en smeedijzer uit het derde kwart van de 18de eeuw in Lodewijk XVI-stijl. Losstaande eiken kansel uit de tweede helft van de 18de eeuw met gebogen kuip met fraai gesculpteerde houten voetstuk en klankbord, rechte trap, met ijzeren omheining met golvende plattegrond. Twee eiken biechtstoelen uit de 18de eeuw ingewerkt in lambriseringen van schip en één in sacristie. Orgel in eikenhouten kast van 1836 van Van Petegem, getransformeerd door de firma Loncke (Esen) in 1963. Doopvont van hardsteen met koperen deksel uit eind 18de eeuw - begin 19de eeuw. Neogotische kruisweg geschilderd op doek in houten omlijsting geleverd door het huis Bressers (Gent) in 1939. Twee schelpvormige wijwatervaten van marmer uit de 18de eeuw aan de eerste pijlers.
Twee glasramen met Heilige Ida en Heilige Constantinus in koor van 1897 door E. Van Crombrugghe (Gent), twee glasramen met Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt en Heilige Ludovicus van 1899 in transept, in zijbeuken gedateerd van 1899 en 1903, laatstgenoemde van J. Deuninck (Gent).
Grafstenen uit 17de, 18de en 19de eeuw ingewerkt in de vloer van het koor en onder het doksaal, in de buitenmuren van het koor en de sacristieën en op het kerkhof.
- Rijksarchief Gent, Provinciaal Archief, 1851-70, nummer 1809/4.
- Roborst, Pastorie, Liber Memorialis.
- DE NOYETTE G. & HOEBEKE M. 1994: Dorpsbeelden uit het verleden, Zwalm, Nazareth, 27.
- DE WOLF K. 1997: Gotische bouwkunst, Vroeg, laat- en postgotiek & invloeden van de renaissance (1000-1225), Architectuurgids Zuid-Oost-Vlaanderen, Zottegem, 61-64.
- DHANENS E. 1971: Kanton Sint-Maria-Horebeke, Tekst, Inventaris van het Kunstpatrimonium van Oost-Vlaanderen, VII, Gent, 173-193.
- DHANENS E. 1971: Kanton Sint-Maria-Horebeke, Illustratie, Inventaris van het Kunstpatrimonium van Oost-Vlaanderen, VIII, Gent, afbeeldingen 283-321.
- VANDENBUSSCHE-VAN DE KERCKHOVE C. 1980: Fotorepertorium van het meubilair vande belgische bedehuizen, Provincie Oost-Vlaanderen, Kanton Brakel, Brussel, 53-56.