In oorsprong geheel van twee volgens spiegelbeeldschema gekoppelde, neoclassicistische winkelhuizen, opgetrokken in opdracht van gerechtsdeurwaarden B.F. De Buck, naar een ontwerp door de architect Henry Van Cuyck uit 1861. De winkelpuien werden in 1933 door de Gentse architect Otto Mommens verbouwd tot de huidige enkelhuisopstand, in opdracht van de Zusters van Liefde van Jezus en Maria uit Gent. Het pand paalt achteraan aan de annex van de refter- en kloostervleugel van de handelshogeschool Sancta Maria, het vroegere Institut Saint-Ignace, waar de zusters datzelfde jaar door Mommens verbouwingswerken lieten uitvoeren.
Henry en zijn broer Louis Van Cuyck, zonen van architect Emmanuel Van Cuyck, voerden een gezamenlijke architectenpraktijk van 1845 tot 1859. Beiden bleven vervolgens actief tot begin jaren 1880.
Met een gevelbreedte van vier traveeën, omvat de rijwoning vier bouwlagen onder een zadeldak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel rustte oorspronkelijk op volgens spiegelbeeldschema gekoppelde, klassieke, houten winkelpuien, met de zijportalen in de middenas. Sinds de verbouwing van 1933 enkelhuisopstand met vlak omlijste steekboogopeningen voorzien van diamantkopsleutels. De bovenbouw beantwoordt aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit verkleinende registers van steekboogvensters met geprofileerde dagkanten, gevat in geriemde omlijstingen met oren. Deurvensters met gietijzeren borstwering vanaf de puilijst op de eerste, individuele lekdrempels met voluutconsoles op de tweede, cordonvormende lekdrempels op de derde verdieping. Een klassiek hoofdgestel met casementen in de fries en een houten kroonlijst op klossen en tandlijst vormt de gevelbeëindiging.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2018: Gekoppelde neoclassicistische winkelhuizen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/281143 (geraadpleegd op ).
Enkelhuis met bepleisterde lijstgevel van vier traveeën en vier bouwlagen Onder zadeldak (Vlaamse pannen), te dateren 1861: vermoedelijk naar ontwerp van architect Henry Van Cuyck. Begane grond met steekboogvormige vensters en deur in brede vlakke omlijsting met diamantkopsleutel tussen ingediepte penanten. Platte belijnende puilijst. Eveneens steekboogvormige bovenvensters met gestrekte uiteinden, in geriemde omlijsting met oren; op de hoofdverdieping: deurvensters met gietijzeren leuning; individuele lekdrempels op consooltjes op de derde bouwlaag; een doorlopende lekdrempel op de vierde. Fries met casementen en kroonlijst op klossen en tandlijst.
Bron: GOOSSENS M. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A., STEYAERT R., ILLEGEMS P. & DE BARSÉE L. 1976: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3na, Brussel - Gent.
Auteurs: Plomteux, Greet; Goossens, Miek
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Goossens M. 1976: Gekoppelde neoclassicistische winkelhuizen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/4535 (geraadpleegd op ).