Winkelhuis in Louis-Philippestijl volgens de bouwaanvraag uit 1860 opgetrokken in opdracht van de heer N.J. Janssens. Uit het bouwdossier vallen ontwerper noch aannemer af te leiden.

Met een gevelbreedte van vier traveeën omvat de rijwoning vier bouwlagen onder een zadeldak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel rustte oorspronkelijk op twee klassieke, volgens spiegelbeeldschema gekoppelde winkelpuien, met de zijportalen in de middenas. Horizontaal geleed door een gevelbreed balkon op bewerkte voluutconsoles en kordonvormende lekdrempels, zijn de eerste twee verdiepingen belijnd door schijnvoegen. De vermoedelijk gietijzeren borstwering van het balkon en het stucdecor van de topgeleding zijn verwijderd. Regelmatige registers van rechthoekige bovenvensters in verkleinende ordonnantie, gevat in vlakke omlijstingen met geprofileerde dagkanten. De eerste verdieping onderscheidt zich door weelderige schelpmedaillons op de penanten, en gestrekte waterlijsten op voluutconsoles boven de deurvensters, bekroond door stucfrontons met een vrouwelijke mascaron. Rankwerksleutels, oren en rozetten accentueren de tweede verdieping, lekdrempels op voluutconsoles en onderdorpels de bovenste twee verdiepingen. Van het klassieke hoofdgestel, oorspronkelijk met casementen en rozetten in de fries, rest de houten kroonlijst met gekorniste tandlijst op bewerkte voluutconsoles. De volledig verbouwde pui loopt vandaag door over het aanpalende nummer 24.