Neoclassicistisch burgerhuis volgens de bouwaanvraag uit 1856 opgetrokken in opdracht van gerechtsdeurwaarder B.F. De Buck. Uit het bouwdossier vallen ontwerper noch aannemer af te leiden.

Met een gevelbreedte van drie traveeën omvat de rijwoning vier bouwlagen onder een zadeldak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel, oorspronkelijk met enkelhuisopstand en schijnvoegen op de begane grond, rust vandaag op een verbouwde pui die doorloopt over het aanpalende nummer 22. Geleed door de puilijst beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit naar boven toe verkleinende registers van rechthoekige vensters met geprofileerde dagkanten. Balustraden accentueren de deurvensters van de eerste verdieping; hogerop individuele lekdrempels, op de tweede verdieping met voluutconsoles. Een klassiek hoofdgestel met houten kroonlijst op klossen en tandlijst vormt de gevelbeëindiging.

Enkelhuis met bepleisterde lijstgevel van drie traveeën en vier bouwlagen; streng neoclassicistisch te dateren de tweede helft van de 19de eeuw. Oorspronkelijk winkelraam naast smalle deur in riemomlijsting. Rechthoekige vensters met smal kwarthol beloop, op de bel-étage opgevat als deurvensters met beschermende balustrade; de bovenzijde der balustrade is over de penanten heen verbonden door een platteband. De lekdrempels van de derde bouwlaag steunen op consooltjes. Eenvoudige kroonlijst op klossen en tandlijst.