Winkelhuis in second-empirestijl op de hoek van Sint-Katelijnevest en Korte Nieuwstraat, en aanpalend neoclassicistisch winkelhuis, naar een ontwerp door de architect Heliodore Leclef uit 1861. Opdrachtgever was de weduwe J. Scheltiens, blikslager en ‘lampiste’. De heer A. Gorus-Scheltiens liet in 1892 door de architect Edmond Leclef de huidige winkelpui van het hoekhuis aanbrengen.
De winkelhuizen Scheltiens zijn representatief voor het rijpe, klassiek geïnspireerde oeuvre van de architect, die een succesvolle loopbaan ontplooide in dienst van de hogere burgerij. Tot zijn gekende realisaties in Antwerpen, opklimmend tot het midden van de 19de eeuw, behoren tal van winkel-, burger- en herenhuizen in neoclassicistische stijl, met invloed van achtereenvolgens de Louis-Philippe- en de second-empirestijl tijdens de jaren 1850 en 1860. Het belangrijkste ontwerp uit zijn late carrière is het Onze-Lieve-Vrouwecollege van de paters jezuïeten uit 1871 aan de Frankrijklei. In deze periode bouwde hij meerdere statige hotels op de Leien en rond het Stadspark, alleen of in samenwerking met zijn zoon Edmond Leclef, die mee het beeld van deze belangrijke 19de-eeuwse stadsuitbreiding bepalen.
Nummer 32
Met een gevelbreedte van vijf bij één travee, omvat het ondiepe hoekhuis drie bouwlagen en een mezzanine onder een afgesnuit zadeldak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel rustte oorspronkelijk op een enkelhuisopstand met schijnvoegen in de eerste drie traveeën, en een klassieke houten winkelpui met pilasters, entablement en zijportaal in de laatste drie traveeën. Doorgetrokken over de volledige breedte, met een afgeschuind hoekportaal, bestaat de huidige winkelpui uit bewerkte houten pilasters met wortelmotief en diamantkop in de uiterste traveeën, en gietijzeren colonnetten met bewerkte basis en gegroefde schacht in de tussenliggende traveeën, elk met Ionisch kapiteel, afgewerkt door een houten entablement. Nadrukkelijk horizontaal geleed door waterlijsten en cordonvormende lekdrempels, beantwoordt de bovenbouw aan een regelmatig ordonnantieschema. In de drie linker traveeën ligt de klemtoon op de middenas; de bredere drie rechter traveeën worden geritmeerd door pilasters met ingediepte of bewerkte schacht, op de eerste verdieping geaccentueerd door een drielobkapiteel. Registers van rechthoekige bovenvensters, op de eerste verdieping vanaf de puilijst, gevat in een vlakke omlijsting met geprofileerde dagkanten, een sluitsteen tussen rankwerk, oren, een gekorniste waterlijst en een ijzeren borstwering tussen postamenten. De tweede verdieping onderscheidt zich door geriemde vensteromlijstingen met oren, geprofileerde dagkanten, een rankwerkdecor, -sluitsteen en gebogen waterlijst, en individuele lekdrempels met onderdorpel tussen voluutconsoles. In de eerste en derde traveeën zijn de vensteromlijstingen van een eenvoudiger opzet. Een klassiek hoofdgestel met een gelede architraaf, omlijste, getraliede mezzaninevensters en casementen in de fries, en een houten kroonlijst op modillons, tandlijst en voluutconsoles vormt de gevelbeëindiging.
Nummer 34
Eenvoudig rijhuis van twee traveeën en drie bouwlagen onder een zadeldak. De oorspronkelijk bepleisterde en beschilderde, vandaag gedecapeerde lijstgevel, rust op een klassieke houten winkelpui met zijportaal, entablement en hardstenen plint. Rechthoekige bovenvensters met individuele, geprofileerde lekdrempels en een klassiek hoofdgestel met houten kroon- en tandlijst.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1861#21 en 1892#980.