Woning van de Havenkapitein Jean Baptiste Hoest, in laatclassicistische stijl naar een ontwerp door François Verly uit maart/april 1801, opgetrokken na het verkrijgen van de bouwvergunning op 14 april 1802. Het gebouw behoort tot de vroegste projecten in Antwerpen van de uit Rijsel afkomstige architect, die zich datzelfde jaar in de Zuidelijke-Nederlanden onder Frans bewind gevestigd had. De bouw dateert van na zijn benoeming tot stadsbouwmeester op 5 februari 1802. Het rijhuis incorporeert de "Potagiepoort", onderdeel van het dominicanenklooster.
De rijwoning met dubbelhuisopstand omvat vier traveeën en drie bouwlagen onder een zadeldak (pannen). Vandaag gecementeerd en beschilderd, rust de lijstgevel op een pui uit blauwe hardsteen. In het gevelontwerp heeft de bovenbouw een parement uit witte natuursteen of een bepleistering in imitatie-natuursteen, met hanenkammen boven de vensters van de eerste verdieping. Geleed door de plint en de puilijst, wordt de begane grond geritmeerd door een drieledige rondboogarcade met vlakke pilasters, imposten, booglijst en sluitsteen. De eerste travee incorporeert de doorgang naar het dominicanenklooster, de zogenaamde "Potagiepoort". In de tweede travee rondboogdeur in een vlakke omlijsting met neuten en imposten; in de derde travee een aangepast venster. De bovenbouw is opgebouwd uit verkleinende registers van rechthoekige vensters met individuele lekdrempels. Een klassiek hoofdgestel met vernieuwde kroonlijst vormt de gevelbeëindiging, in het gevelontwerp bekroond door een blinde attiek.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 838#6.