Schandpaal. De arduinen zuilvormige constructie die opgesteld staat in het Limburg an der Lahnpark, vlakbij het portaal van de Onze-Lieve-Vrouwekerk, is de 17de-eeuwse schandpaal van Oudenburg. Het is één van de weinige overgebleven West-Vlaamse schandpalen en is een sprekend overblijfsel van het Ancien Regime in Oudenburg. In de literatuur over deze paal bestaat discussie: er wordt geopperd dat de paal een onderdeel van de galg zou zijn. Enkele 19de-eeuwse teksten en de vergelijking met iconografische bronnen uit de 16de en 17de eeuw wijzen er echter op dat dit de schandpaal is. Het monument is als dusdanig opgenomen in de inventaris van schandpalen van P. De Win.
In de 12de eeuw verwerft Oudenburg de stadsrechten, wat inhoudt dat de stad een eigen bestuur en rechtspraak kan voeren. Uiterlijke symbolen van die eigen jurisdictie zijn de schandpaal en de galg. Op de kaart van Pieter Claeissens van 1597 (kopie van de kaart van P. Pourbus van 1571) wordt het galgenveld op de kruising van de huidige Ettelgemse- en Vrijboomstraat afgebeeld. Er bevinden zich een rad en een galg, dat laatste bestaande uit twee rechtopstaande balken waarop een derde langere ligt en waaraan een koord hangt. Op het zicht van Oudenburg van A. Sanderus van 1641 zien we op de markt een pelderijn of schandpaal. Hij duidt de schandpaal, misschien samen met het bijhorende gebouw, aan als "praetorium". De kaak die hier wordt afgebeeld is in 1620 vervaardigd, ter vervanging van een oudere. In 1696 worden de trappen vernieuwd. Omstreeks 1761-1762 wordt het Oudenburgs pelderijn grondig hersteld, zie bewaarde rekeningen in het Algemeen Rijksarchief in Brussel, waaruit blijkt dat de schandpaal toen geschilderd was. De Franse Revolutie maakt een einde aan het Ancien Regime. De symbolen van dit tijdperk, waaronder de galg en de schandpaal worden verwijderd van hun plaats en doen van dan af geen dienst meer.
De in 1620 vervaardigde schandpaal is opgetrokken in blauwe hardsteen, onbeschilderd. Het pijlervormige monument is 325 cm. hoog en heeft vier gelijke zijden met afgeschuinde hoeken. Bovenaan prijkt in gebeeldhouwd reliëf een deel van het wapenschild van Oudenburg, bestaande uit de burcht met torens. Het is niet hetzelfde wapenschild als afgebeeld op het fragment in de Hoogstraat. Heraldisch zijn ze allebei niet correct. Onderaan is er een vierkante sokkel (44 x 44 cm, h: 55 cm.) met geprofileerde overgang naar de pijler. Aan weerszijden daarvan is er een aanhechtingsopening. De bekroning bestaat niet meer en ook de treden zijn verdwenen. Het ijzeren uiteinde om de bekroning vast te houden, werd afgezaagd. Midden op de pijler zijn nog twee sporen van de mogelijk regelbare aanhechtingsplaats (7 x 7 cm) van de prangkettingen en .ijzers, voor voeten, lichaam en handen en hoofd.
- DE WIN P., Heropgerichte, gerestaureerde en als monument beschermde schandpalen in Vlaanderen (1974-1994), in Ons Heem, IIL, 4, 1994, p. 199.
- DE WIN P., Inventaris van de feodale schandpalen op Belgisch grondgebied, Brussel, 1996.
- MEULEMEESTER J.L., Een achttiende- eeuwse renovatie van de Oudenburgse schandpaal, Ons Heem, XLVII, 1993, p. 156-159.
- MEULEMEESTER J.L., De zogenaamde schandpaal van Oudenburg. Enkele kleine aanvullingen, in Brugs Ommeland, 2000, p. 158-164.