is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Neoclassicistisch landhuis De Campagne met tuin
Deze vaststelling is geldig sinds
omvat de aanduiding als beschermd monument Neoclassicistisch landhuis De Campagne
Deze bescherming is geldig sinds
omvat de aanduiding als beschermd stads- of dorpsgezicht, intrinsiek Neoclassicistisch landhuis De Campagne: tuin met omheiningsmuur
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Neoclassicistisch landhuis De Campagne
Deze vaststelling was geldig van tot
Neoclassicistisch landhuis met ommuurde tuin van 1909, vergroot in 1914, ook zogenaamd "De Campagne". Gebouwd als buitenverblijf voor de Oostendse vishandelaar C. Willems, die in 1907 eigenaar wordt van de tot dan toe onbebouwde grond. Van 1924 tot 1951 eigendom van A. Devriese, een kapitein "ter lange ommevaart".
Beeldbepalende ligging tussen de huidige Stationsstraat en het kanaal Plassendale-Nieuwpoort. In de eerste helft van de 19de eeuw gekend onder de benaming "Pompegat binnen de Wateringe van Blankenberge", een onbebouwd gebied waarin dijken en weilanden, vanaf de tweede helft van de 19de eeuw geleidelijk verkaveld. Oorspronkelijk opgetrokken op een ruimer perceel met diverse bijgebouwen in de tuin, onder meer een lange losstaande vleugel evenwijdig met de Stationsstraat ingericht als serre (1909, afgebroken in 1949), zes kleine huisjes in de uiterste zuidhoek van het perceel (1933) en een hoenderhok, landgebouw en kleine broeikas (1934). In 1950 komt de huidige perceelsgrootte tot stand, waarbij de huisjes en het landgebouw niet meer behoren tot de eigendom; het hoenderhok en de serre worden afgebroken. Tevens heraanleg van de tuin.
Hoofdvolume haaks op de straat, met zijgevel als straatgevel en zuid-georiënteerde voorgevel als tuingevel. Aan de oostzijde van het woonhuis, in het verlengde van de zijgevel, terrasmuur, inkompoort en tuinmuur met respectievelijk achterliggend terras, oprit en tuin. Ten noorden haaks aanpalende zijvleugel, waarin oorspronkelijk achterkeuken, koetsenhuis en paardenstal.
Woonhuis. Exterieur. Voorliggend verhoogd terras bekleed met keramische tegels en afgezoomd met deels opengewerkte balustrade met vaasbekroning. Asymmetrisch gelegen toegang via arduinen trap met drie treden. Breedhuis van zeven traveeën en twee bouwlagen onder pannen zadeldak (nok straat) met schoorstenen aan oost- en westzijde; later bijgebouwd deel aan noordzijde onder plat dak, bekroond door balustrade. Geprofileerde kroonlijst op klossen. Tuingevel: gecementeerde en beschilderde lijstgevel voorzien van schijnvoegen en imitatiebossage. Arduinen onderdorpels. Strakke gevelindeling door doorlopende kordonlijst en hoekpilasters. Neoclassicistische gevelornamentiek zie onder meer diamantkopvormige sluitstenen, guirlandes, cartouches. Rondbogige muuropeningen op begane grond (deurvensters); rechthoekige muuropeningen op de verdieping waarrond geprofileerde omlijsting met oren onder bekronend entablement, centraal voorzien van rondboogfronton. Centrale drie venstertraveeën bekroond door groot driehoekig fronton waarin oculus met zogenaamd "hoornen des overvloeds". Bewaard houtwerk (T-vensters), deels met kleine roedeverdeling. Eenvoudige deels beglaasde vleugeldeur met rondbogig bovenlicht. Zij-/straatgevel van twee ongelijke traveeën, ingedeeld door muurpilasters waartussen blinde muurvlakken. In later aangebouwde rechtertravee (1914) vierdelige poort met afgeronde hoeken; deels beglaasd met roedeverdeling; thans garage. Smeedijzeren ingangspoort tussen gecementeerde vierkante pijlers met arduinen piramidale bekroning; verbonden met zijgevel door afgeronde terrasmuur waarin getraliede oculus. Verankerde gecementeerde achtergevel in dezelfde doch eenvoudiger uitgewerkte neoclassicistische stijl. Oorspronkelijk reeds getrapte vormgeving; de vier vooruitspringende linkertraveeën dateren van de vergroting van 1914. Rechterdeel voorzien van steigergaten (?). Typerende ondiepe en asymmetrische dubbelhuisplattegrond met oorspronkelijk rechts een enfilade van twee vertrekken, thans ingericht als één grote eetkamer.
Interieur met sobere neoclassicistische aankleding, naar verluidt deels aangepast naar ontwerp van interieurarchitect Vanderborcht in opdracht van de toenmalige eigenaar A. Devriese. Traphal met marmeren vloer, vernieuwde lambrisering en stucplafond; eenvoudige houten trap met balustervormige trappaal. Salons op benedenverdieping met planken vloeren, marmeren schouwen, eenvoudige lambriseringen en stucplafonds met geprofileerd lijstwerk en centraal rozet. Binnendeuren met origineel schrijnwerk. Vanuit traphal rechts doorgang via vleugeldeur naar de grote eetzaal, uitgevend op terras via deurvensters; oorspronkelijk twee ruimtes verbonden door vleugeldeur, thans één grote ruimte met recent geplaatste Ionische zuilen op hoge achtzijdige sokkel in de doorgang. Meer rijkelijke aankleding, zie onder meer parketvloer in visgraatmotief, tweekleurige marmeren schouw met figuratief uitgewerkte vuurbokken en verwarming met art-nouveaugetinte decoratie. Bovenverdieping met onder meer slaapkamers, bibliotheek en badkamer; laatst genoemde met veelkleurige cementtegelvloer. Zolderverdieping waarin voormalige meidenkamers.
Zijvleugel. Aan westzijde haaks aansluitend bijgebouw met voorliggende betegelde stoep: zeven traveeën en een bouwlaag onder pannen lessenaarsdak in aansluitende doch sterk vereenvoudigde stijl; bewaard houtwerk. Rechts dubbelhuis van drie traveeën waarachter de nog in gebruik zijnde achterkeuken. Centrale poorttravee met segmentbogige deels beglaasde tweedelige poort waarboven halfrond venster, voorheen koetsenhuis, thans garage. Links onder meer tweedelig getoogd staldeurtje met bewaard hang- en sluitwerk.
Tuinmuur aan oost- en westzijde van het perceel, aansluitend op de bebouwing; oorspronkelijk verder zuidwaarts doorlopend aan beide zijden, wellicht vanaf circa 1950 huidige lengte. Opgetrokken in baksteen, deels onder pannen afdekking en voorzien van steunberen aan de straatkant.
Tuin ten zuiden van het landhuis oorspronkelijk aangelegd op een groter perceel, als combinatie van nuts- en lusttuin, met onder meer moestuin serres, en zo meer heraangelegd in de jaren 1950 door H. Vermast, de toenmalige eigenaar, in samenwerking met zijn broer. Thans drieledig aangelegde sier- en lusttuin. Het meest noordelijke deel, aansluitend bij de gegrinte oprit, aangelegd in romantische stijl; het centrale deel op de plaats van de vroegere moestuin formeel geconcipieerd met axiale aanleg ten opzichte van de ingang van het landhuis. Resterende kopmuren van de kleine broeikas uit 1934. Het meest zuidelijke deel is recent bebost; tevens recente beplanting langsheen de tuinmuren ter vervanging van de vroegere omringende bomenrijen.
Bron: CALLAERT G. & HOOFT E. met medewerking van STRUYF J. 2003: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Oudenburg, Deelgemeenten Ettelgem, Roksem, Westkerke, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL1, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Hooft, Elise; Callaert, Gonda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Stationsstraat
Is deel van
Zwaanhoek en omgeving
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Neoclassicistisch landhuis De Campagne met tuin [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/45616 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.