Neoclassicistisch burgerhuis volgens de bouwaanvraag uit 1856 opgetrokken in opdracht van Jean De Grooff. Deze liet in 1859 het stucdecor toevoegen. Uit de bouwdossiers vallen ontwerper noch aannemer af te leiden. Mogelijk is de bouwheer de vader van architect Théophile De Grooff, die hier aan het begin van zijn loopbaan tot 1881 gedomicilieerd was.
Rijwoning met enkelhuisopstand van drie traveeën, een souterrain, drie bouwlagen en een mezzanine onder een schilddak (nok loodrecht op de straat, pannen). De oorspronkelijk bepleisterde en beschilderde, recent gedecapeerde lijstgevel uit baksteenmetselwerk, rust op een hoge plint uit blauwe hardsteen. Nadrukkelijk horizontaal geleed door de puilijst en cordonvormende lekdrempels, legt de compositie de klemtoon op het zijrisaliet in de linker travee. Dit laatste wordt gemarkeerd door de spiegelbogige koetspoort in vlakke hardstenen omlijsting, waarboven een balkon met balustrade en voluutconsoles. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige vensters. Vlakke hardstenen omlijstingen en individuele lekdrempels op de begane grond; de geriemde omlijstingen en rolwerksleutels van de bovenvensters zijn verwijderd. Een klassiek hoofdgestel met een gelede architraaf, rechthoekige mezzaninevensters en een gekorniste houten kroonlijst met tandlijst, vormt de gevelbeëindiging. Smeedijzeren souterraintralies, gietijzeren voetschraper en schamppalen.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2019: Neoclassicistisch burgerhuis [online], https://id.erfgoed.net/teksten/298656 (geraadpleegd op ).
Enkelhuis van drie traveeën en drie en een halve verdieping waarvoor bouwtoelating van 1856, met een stucdecor uit 1859. Bepleisterde en beschilderde lijstgevel met links zijrisaliet geaccentueerd door balkon met balustrade op consoles; horizontaal gemarkeerd door puilijst en door gekorniste kordons in het verlengde van de onderdorpels.
Rechthoekige vensters, op de begane grond in platte bandenomlijsting, op de verdieping in riemomlijsting en verrijkt met decoratieve sleutel. Mezzanino onder gekorniste kroonlijst met tandlijst. Schouderboogvormige poort in licht geprofileerde omlijsting op vlakke neuten. Verder nog sierlijke roedeverdeling in de vensters van eerste en tweede bouwlaag (eerste kwart van de 20ste eeuw).
Bron: GOOSSENS M. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A., STEYAERT R., ILLEGEMS P. & DE BARSÉE L. 1976: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3na, Brussel - Gent.
Auteurs: Plomteux, Greet; Goossens, Miek
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Goossens M. 1976: Neoclassicistisch burgerhuis [online], https://id.erfgoed.net/teksten/4568 (geraadpleegd op ).