Neoclassicistisch burgerhuis omstreeks 1855 opgetrokken door de kerkfabriek van de Sint-Paulusparochie, tegen de kopgevel van de vroegere pastorie, en in 1858 rechts uitgebreid met de inkomtravee. Ontwerper noch aannemer zijn gekend.
Het half vrijstaande rijhuis met enkelhuisopstand, sluit aan bij de tuinmuur van het Sint-Paulsuklooster. Eén bij vier traveeën breed, omvat het ondiepe volume drie bouwlagen onder een afgesnuit zadeldak (nok parallel aan de straat, leien). De bepleisterde en beschilderde lijstgevel rust op een geprofileerde, getrapte plint uit blauwe hardsteen. Horizontaal geleed door omlopende, cordonvormende lekdrempels, en rechts gemarkeerd door een terugwijkende inkomtravee, beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema. Verkleinende registers van rechthoekige vensters gevat in een geriemde, hardstenen omlijsting met oren en entablement. Deze onderscheiden zich op de begane grond door een gestrekte waterlijst, op de eerste verdieping door een driehoekig fronton en op de tweede verdieping een door gebogen fronton. De brede, rechthoekige inkomdeur in de rechter travee, gevat in een geprofileerde, hardstenen omlijsting met neuten en oren, wordt bekroond door een entablement met gestrekte waterlijst. Een klassiek hoofdgestel met een gekorniste houten kroonlijst en tandlijst, alternerend op voluutconsoles en casementen vormt de gevelbeëindiging. Houten vleugeldeur met paneelwerk, vensterschrijnwerk, en gietijzeren voetschraper.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1858#626.