In oorsprong traditioneel diephuis met trapgevel aan de Sint-Pieter-en-Paulusstraat, van twee traveeën en drie bouwlagen onder een zadeldak, opklimmend tot de eerste helft van de 17de eeuw. Het pand werd samen met het aanpalende “De Drij Monnieken en Sinte Anna” gesloopt voor de uitbreiding van de Stadsbibliotheek, naar een ontwerp door het Architektenburo De Winter Van Hunsel uit 1993-1994. Enkel de gereconstrueerde trapgevels bleven behouden, geïntegreerd in het nieuwbouwproject.

Trapgevel van zes treden met een overhoeks topstuk, opgetrokken uit bak- en natuursteen met speklagen, verankerd door smeedijzeren muurankers met gekrulde spie. Pui met een drieledige structuur uit blauwe hardsteen. Registers van kruiskozijnen met kwartholle negblokken en druiplijsten op de bovenverdiepingen. Tweeledige, door waterlijsten belijnde geveltop, in het eerste register geopend door een drielicht samengesteld uit een lager geplaatst rondbogig middenluik en rechthoekige zijvenstertjes; rechthoekig luik erboven.

Diephuis van twee traveeën en drie verdiepingen (oorspronkelijk insteekverdieping?) onder zadeldak (Vlaamse pannen), opklimmend tot de eerste helft van de 17de eeuw.

Gecementeerde puntgevel met aandak, aanpassing van een trapgevel, met behouden muurankers met gekrulde spie. Rechthoekige vensters met arduinen latei en lekdrempel; 19de-eeuwse aanpassingen van kruiskozijnen. Top geopend door middel van rondboogvormig middenluik tussen rechthoekige zijvensters; ten slotte klein luikgat. Begane grond verbouwd; hoogte van de borstwering laat een insteekverdieping vermoeden.