Enkelhuis met een neoclassicistische lijstgevel uit de eerste helft van de 19de eeuw, mogelijk met een traditionele kern uit de eerste helft van de 17de eeuw. Het pand werd quasi volledig heropgebouwd tot dekenij naar een ontwerp door de architecten Hendrik Smits en Guido Derks uit 1964. Het "Papenhof" en het "Nieuwerck" van de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal vormen de achterliggende tuin.
Rijwoning van vier traveeën en vier bouwlagen onder een plat dak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel is wellicht opgetrokken in bak- en zandsteenbouw, verankerd door smeedijzeren muurankers met gekrulde spie. In opdracht van het ‘Bureel van de Onze-Lieve-Vrouwekerk’ verving architect Jaak Alfons Van der Gucht in 1930, de attiekverdieping door een klassiek hoofdgestel. Bij de heropbouw in 1964 is de vensterordonnantie grondig gewijzigd, door het verlagen van de insteekverdieping en het verhogen van de halve topgeleding. Aangepaste rechthoekige vensters met cordonvormende en individuele lekdrempels, waarin houten kozijnramen met kleine roeden. Rechthoekige inkomdeur met een latei op korbelen; houten vleugeldeur. Houten kroonlijst op klossen.
Het pand geeft toegang tot de tuin van de dekenij, het zogenaamd "Papenhof" dat zich uitstrekt achter de huizen van de Sint-Pieterstraat, Melkmarkt en Lijnwaadmarkt, gebouwd tegen de onvoltooide muren van het "Nieuwerck" ven de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal. De "Papenhof" beslaat de afstand tussen de oude en de nieuwe koormuren. De hoge ligging van deze tuin - de basis van het kerkkoor ligt wel een achttal meter lager dan het niveau van de tuin, dat bijna aan de daken van de omringende huizen reikt - wordt verklaard door ophogingen tijdens de bouw van het "Nieuw Werck", aangevuld door stortingen van aarde, uitgegraven voor de grondvesten van de koormuren en later van de huizen er rond en rond de kerk. Prachtig gezicht op het koor van de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal.
De zuidzijde van de tuin wordt ingenomen door een baksteenbouw van negen traveeën, twee bouwlagen en een souterrain onder een afgewolfd zadeldak (pannen). Het betreft een overblijfsel van het "Papenhof", het recreatieoord van de kanunniken van de Onze-Lieve-Vrouwekerk, dat in 1964 volledig werd vernieuwd. Breed dakvenster onder stomp zadeldak, geritmeerd door drie spitsbogen, geopend met rechthoekige vensters, vermoedelijk uit de 19de eeuw. Een zelfde dakvenster bevindt zich aan de andere zijde van het dak en is zichtbaar achter en boven de huizen aan de Groenplaats.
Aan de oostzijde, tegen de huisjes aan de Melkmarkt, bevindt zich een tuinpaviljoen in baksteenbouw, van drie traveeën en één bouwlaag onder een schilddak (leien). Sporen van zandsteen, onder meer hoekblokken en speklagen wijzen op oude kern of het gebruik van recuperatiemateriaal. De opstand wordt geritmeerd door spitsboogvormige nissen waarin rechthoekige muuropeningen, verwant aan het hierboven beschreven dakvenster, vermoedelijk uit de 19de eeuw.
Auteurs: Plomteux, Greet; Goossens, Miek; Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Goossens M. & Braeken J. 2019: Dekenij en tuin van de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal [online], https://id.erfgoed.net/teksten/280828 (geraadpleegd op ).
Vernieuwde, bepleisterde en beschilderde lijstgevel van vier traveeën en vier bouwlagen onder plat dak, waar enkele muurankers met gekrulde spie op een mogelijke oude kern duiden. Houten kozijnen met roedeverdeling (recent). Houten kroonlijst en klossen. Vleugeldeur en beschilderde, vlakke arduinen omlijsting waarvan de latei rust op karbeeltjes (19de eeuw?).
Geeft toegang tot de tuin van de dekenij, het zogenaamd "Papenhof" dat zich uitstrekt achter de huizen van de Sint-Pietersstraat, Melkmarkt en Lijnwaadmarkt, gebouwd tegen de onvoltooide muren van het "Nieuw Werck" (zie kathedraal). De "Papenhof" beslaat dus de afstand tussen de oude en de nieuwe koormuren. De hoge ligging van deze tuin - de basis van het kerkkoor ligt wel een achttal meter lager dan het niveau van de tuin, dat bijna aan de daken der omringende huizen reikt - wordt verklaard door ophogingen tijdens de bouw van het "Nieuw Werck", aangevuld door stortingen van aarde, uitgegraven voor de grondvesten van de koormuren en later van de huizen er rond en rond de kerk. Prachtig gezicht op het koor van de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal.
Aan zuidzijde van de tuin: baksteenbouw van negen traveeën en twee verdiepingen + kelderverdieping onder afgewolfd zadeldak (Vlaamse pannen); overblijfsel van het "Papenhof", recreatieoord der kanunniken van de Onze-Lieve-Vrouwekerk. Recent volledig vernieuwd. Breed dakvenster onder stomp zadeldak, geritmeerd door drie spitsbogen, geopend met rechthoekige vensters (19de eeuw?). Een zelfde dakvenster bevindt zich aan de andere zijde van het dak en is zichtbaar achter en boven de huizen aan de Groenplaats.
Aan de oostzijde, tegen de huisjes aan de Melkmarkt, een soort van tuinhuisje: baksteenbouw van drie traveeën en één bouwlaag onder schilddak (leien). Sporen van zandsteen, onder meer hoekblokken en speklagen; wijzen op oude kern (of recuperatie-materiaal?). Geritmeerd door spitsboogvormige nissen waarin rechthoekige muuropeningen, verwant aan het hierboven beschreven dakvenster (19de eeuw?).
Bron: GOOSSENS M. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A., STEYAERT R., ILLEGEMS P. & DE BARSÉE L. 1976: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3na, Brussel - Gent.
Auteurs: Plomteux, Greet; Goossens, Miek
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Goossens M. 1976: Dekenij en tuin van de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal [online], https://id.erfgoed.net/teksten/4588 (geraadpleegd op ).