Teksten van Pakhuis met neotraditionele trapgevels

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/4605

Pakhuis met neotraditionele trapgevels ()

Bedrijfspand met een neotraditioneel gevelfront naar een ontwerp door de architect Ferdinand Dermond uit 1931, opgetrokken in 1932 na afbraak van de aanhorigheden van “den Grooten Helm” in de Lange Koepoortstraat. Opdrachtgever was de elektricien Henri Brandt (°Antwerpen, 1879), importeur en exporteur van radio’s en groothandelaar in elektrisch materiaal, wiens in 1904 opgerichte bedrijf hier sinds 1919 gevestigd was. Aannemers Paul en Marcel Hargot voerden de werken uit. Het betrof een industrieel gebouw met een skeletstructuur uit gewapend beton, vermoedelijk ontwikkeld door het Technisch Studiebureel Constructor, met als programma kantoren, een toonzaal, een garage, werkplaatsen en opslagruimten. Omdat het perceel paalde aan de laatst overgebleven houten gevel in Antwerpen, legde de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen een gevelfront op in de traditionele stijl van de 16de eeuw. Een eerste ontwerp dat slechts in een middenrisaliet met puntgevel, pinakels en kruisbloemen voorzag, werd geweigerd. Van midden 1913 dateert een project in opdracht van de gebroeders Torfs voor de bouw van een music-hall met balkon en bovenlicht op dit perceel, dat geen doorgang vond.

Ferdinand Dermond, die actief was van begin jaren 1900 tot eind jaren 1950, liet zich aan het begin van zijn carrière opmerken met ontwerpen in vernieuwende art nouveau, zoals de woning Laruelle eveneens uit 1906 aan de Arthur Goemaerelei. Omstreeks 1910 evolueerde zijn architectuur naar een behoudend beaux-arts- of neotraditioneel idioom, dat ook zijn oeuvre uit het interbellum kenmerkte. Een representatief voorbeeld van deze koerswending is het appartementsgebouw Van Looy uit 1929 aan de Jan Van Rijswijcklaan.

Het onderkelderde gebouw van vijf bouwlagen onder een plat, heeft aan de binnenplaats een louter industrieel karakter, met een skeletstructuur en brede raampartijen. Deze eigentijdse constructie gaat zijde Stoelstraat schuil achter neotraditioneel gevelfront van vijf traveeën en vier bouwlagen waaronder een terugwijkende topgeleding, afgedekt met een pseudo-zadeldak (nok parallel aan de straat, pannen) met afgesnuite dakkapellen en getrapte aandaken. Met een knik ter hoogte van de derde travee, volgt de opstand de rooilijn van de Stoelstraat, zoals ook het gebouw met traditionele kern dat voor de nieuwbouw werd gesloopt. Het gevelfront is opgetrokken uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband, met gebruik van witte natuursteen voor de kwarthol geprofileerde sokkel, speklagen, kozijnen, kwartholle negblokken, steigergaten en dekstenen, verankerd door smeedijzeren muurankers. Symmetrisch van opzet, wordt de opstand gemarkeerd door twee trapgevels van elf treden met overhoeks topstuk. In de middenas tussen beide in, heeft de terugwijkende topgeleding een getrapt dakvenster van vier treden met schouderstukken en overhoeks topstuk als bekroning. Een brede garagepoort neemt de eerste twee traveeën van de pui in, een rondboogdeur met diamantkopimposten en -sluitsteen de laatste travee. Bewaard houten schrijnwerk met spijkerbeslag en smeedijzeren waaiers waarin de initialen HB van bouwheer Henri Brandt. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van kruiskozijnen met druiplijsten, en een bolkozijn in de middenas van de tweede verdieping. De tweeledige, door waterlijsten gemarkeerde geveltoppen worden respectievelijk geopend een bolkozijn en een rondboogvenster onder steigergaten.

Volgens de bouwplannen biedt de kelder ruimte aan een garage voor auto’s, ontsloten door een voertuigenlift. De verpakkingsafdeling en een opslagruimte nemen verder de begane grond in, een toonzaal, kantoren en een werkplaats de eerste verdieping, opslagruimten de bovenste drie verdiepingen.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1931#39896 en 1932#41681, 1913#3817.

Auteurs:  Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2018: Pakhuis met neotraditionele trapgevels [online], https://id.erfgoed.net/teksten/298185 (geraadpleegd op ).


Pakhuis met neotraditionele trapgevels ()

Breedhuis van vijf traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak (Vlaamse pannen) tussen twee zijtrapgevels, waarin de haakse bedaking van de trapgevels boven de twee uiterste linker en rechter travee worden opgenomen. Betreft een reconstructie (voordien een lijstgevel met een centraal getrapt dakvenster) in neotraditionele stijl van 1931-1932 naar ontwerp van architect Ferdinand Dermond (zie gevelsteen) in opdracht van H. Brant.

Geknikte gevellijn na de derde travee, hierbij volledig het straattracé volgend (overgenomen van oorspronkelijke bouw). Alle basiscomponenten van de traditionele stijl vrij stug en levenloos toegepast: kruis- en bolkozijnen met geprofileerde boven-, tussen- en onderdorpels; kordonbanden en waterlijsten in het verlengde der dekstenen van de trapgevel, laatstgenoemde uitlopend op overhoeks topstuk. Rondboogvormig zoldervenster in de rechter trapgevel. Rondboogdeur naar het patroon van Stoelstraat nummer 5 en 7. Brede inrijpoort onder verspringende waterlijst in de linkertravee.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1931#39896 en 1932#41681.

Bron: GOOSSENS M. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A., STEYAERT R., ILLEGEMS P. & DE BARSÉE L. 1976: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3na, Brussel - Gent.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Goossens, Miek
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Goossens M. 1976: Pakhuis met neotraditionele trapgevels [online], https://id.erfgoed.net/teksten/4605 (geraadpleegd op ).