Teksten van De Bargie en de Cluyse

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/4613

De Bargie en de Cluyse ()

Traditioneel diephuis genaamd "de Bargie" en achterhuis genaamd “de Cluyse”. De bouw van "de Cluyse" is volgens archiefbronnen te situeren in 1530, de bouw van "de Bargie" tussen 1530 en 1551. De eerste bebouwing op het perceel klimt echter al op tot omstreeks 1460. Het pand werd in opdracht van Martin Coppens gerestaureerd naar een ontwerp door de architect Paul J. Leysen uit 1992. Tot de belangrijkste ingrepen behoorden de reconstructie van de getrapte afwerking van de geveltop, kruiskozijnen en waterlijsten. Tijdens opgravingen werden verschillende beerputten teruggevonden uit de 15de, 16de en 18de eeuw. Daarnaast werd met bouwarcheologisch onderzoek aangetoond dat het gebouw teruggaat tot de 16de eeuw.

Diephuis van vier/twee traveeën en twee bouwlagen met insteekverdieping onder een zadeldak (nok loodrecht op de straat, pannen). Trapgevel van acht treden en een parement uit bak- en zandsteenbouw verankerd door muurankers met gekrulde spie. De baksteen heeft een gekaleide afwerking; zandsteen - deels vernieuwd en aangevuld door witte natuursteen bij de restauratie – is gebruikt voor de pui, speklagen, omlijstingen, kozijnen en waterlijsten. Twee gekoppelde rondboogdeuren met kwarthol geprofileerd beloop in de eerste twee traveeën, waarvan de lagere linker deur toegang geeft tot het achterhuis, en de met een diamantkopsleutel en -imposten verrijkte rechter deur het diephuis ontsluit. Twee getraliede kozijnen met kwartholle middenstijl en negblokken, lateien op kraagstenen en druiplijsten, een kelderluik, en drie rechthoekige kozijnen met kwartholle stijlen en negblokken, druiplijsten en wigvormige ontlastingsstenen van de insteekverdieping, vervolledigen de pui. Beluikte kruiskozijnen met kwartholle negblokken, druiplijsten en doorgetrokken waterlijst op de eerste verdieping. Tweeledige, door waterlijsten belijnde geveltop, geopend door een rechthoekig drielicht met kwartholle negblokken en druiplijsten, het lagere middenluik met een latei op kraagstenen; rechthoekig luik en balkgat in de tweede geleding. Achtergevel: tuitgevel met muurvlechtingen, kruiskozijnen en luiken. De dakconstructie van het Het voorhuis is een sporenkap.

Het achterhuis in verankerde bak- en zandsteenbouw omvat twee traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak (nok parallel aan de straat, pannen), met aandaken voorzien van muurvlechtingen en schouderstukken. Kozijnen met kwartholle negblokken.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 86#920053.
  • COPPENS M. 1988: De Stoofstraat en de bouw van de huizen 'De Bargie' en 'De Cluyse', Antwerpen, 34.3, 128-137.
  • COPPENS M. & RAES A. 1991: Stadsarcheologisch onderzoek te Antwerpen (Antwerpen), Archaeologia Mediaevalis 14, 49.
  • COPPENS M. 2020: De geschiedenis van de Bargie en de Cluyse in de Stoofstraat te Antwerpen, Gent.
  • HENDRICKX M. & VAN DER WEE P. 1997: Enkele traditionele dakconstructies in de Antwerpse binnenstad, Bulletin van de Antwerpse Vereniging voor Bodem- en Grotonderzoek 1997.3-4, 20.

Auteurs:  Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: De Bargie en de Cluyse [online], https://id.erfgoed.net/teksten/281657 (geraadpleegd op ).


Burgerhuis met achterhuis ()

Dit huis in traditionele stijl klimt op tot de 16de of de 17de eeuw. Eén deur vormt de ingang tot het voorhuis, de andere deur leidt via een overbouwde gang tot het achterhuis.

Tijdens opgravingen werden verschillende beerputten teruggevonden uit de 15de, 16de en 18de eeuw. Daarnaast werd met bouwarcheologisch onderzoek aangetoond dat het gebouw wellicht teruggaat tot de 16de eeuw.

Het voorhuis betreft een diephuis met aangepaste puntgevel, behorend tot de traditionele stijl uit de 16de of 17de eeuw. De burgerwoning telt vier traveeën ter hoogte van de pui, waarboven zich een insteekverdieping bevindt. Op de bovenverdieping telt het huis twee traveeën. De woning is voorzien van een zadeldak met Vlaamse pannen.

Enkele hoofdelementen van de constructie en van de gevelindeling bleven bewaard, zijnde de muuropeningen en de muurankers met gekrulde spie en L-vormig in de top. In de insteekverdiepingen zitten gekoppelde vensters met kwartholle stijlen. De bovenverdieping is voorzien van twee behouden stenen kruiskozijnen met tussenstijl. In de top zit een drielicht onder een bovenaan geplaatst luik en steigergat. In de eerste bouwlaag zit een gekoppelde korfboog- en rondboogdeur, respectievelijk in de eerste en de tweede travee. Beide deuropeningen zijn afgewerkt met een vlakke stenen omlijsting met kwarthol beloop. De rechtertravee werd later aangepast.

De achtergevel van het voorhuis is een puntgevel. Ook in deze gevel bleven enkele oorspronkelijke muuropeningen bewaard. Het deurtje links geeft, via een overbouwde gang, toegang tot het achterhuis. Het achterhuis gaat in de kern terug tot de 17de eeuw, maar werd inmiddels aangepast. In de gecementeerde lijstgevel bleef een rechthoekige deur bewaard in een beschilderde (vermoedelijk zandstenen) omlijsting met een latei op karbeeltjes.

  • Archief Onroerend Erfgoed Antwerpen, DA000535, Stoofstraat 14: huis, beschermingsdossier (S.N., 1981).
  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 86#920053.
  • COPPENS M. 1988: De Stoofstraat en de bouw va dehuizen 'De Bargie' en 'De Cluyse', Antwerpen, 34.3, 128-137.
  • COPPENS M. & RAES A. 1991: Stadsarcheologisch onderzoek te Antwerpen (Antwerpen), Archaeologia Mediaevalis 14, 49.

Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: De Bargie en de Cluyse [online], https://id.erfgoed.net/teksten/170828 (geraadpleegd op ).


Diephuis ()

Diephuis met aangepaste puntgevel met vier traveeën ter hoogte van pui met insteek en twee op de bovenverdieping, onder zadeldak (Vlaamse pannen), behorend tot traditionele stijl uit de 16de of 17de eeuw. Gecementeerde gevel op afgeschuinde plint van beschilderde natuursteen met keldermond; voorts bewaarde hoofdelementen van constructie en gevelindeling, zijnde muurankers met gekrulde spie en l-vormig in de top en muuropeningen.

Gekoppelde vensters met kwartholle stijlen op de insteekverdieping: twee behouden stenen kruiskozijnen met verweerde tussenstijl op de bovenverdieping en drielicht van de top onder bovenaan geplaatst luik en steigergat. Gekoppelde korfboog- en rondboogdeuren in de eerste twee linker traveeën, beide afgewerkt met een vlakke stenen omlijsting met kwarthol beloop. Aangepaste rechter travee.

Achtergevel: puntgevel; overblijfselen van de oorspronkelijke muuropeningen. Deurtje links geeft toegang tot achterhuis (via overbouwde gang), in kern uit de 17de eeuw, doch aangepast. In de gecementeerde lijstgevel bleef een rechthoekige deur in beschilderde (zandstenen?) omlijsting met latei op karbeeltjes. Achtergevel zichtbaar van op binnenplaats van nummer 8-10.


Bron: GOOSSENS M. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A., STEYAERT R., ILLEGEMS P. & DE BARSÉE L. 1976: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3na, Brussel - Gent.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Goossens, Miek
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: De Bargie en de Cluyse [online], https://id.erfgoed.net/teksten/4613 (geraadpleegd op ).