Winkelhuis in eclectische stijl op de hoek van Suikerrui en Grote Pieter Potstraat, naar een ontwerp door de bouwmeester-aannemer Jules Mees uit 1911. Opdrachtgever was de brood- en banketbakker Hermann Joseph Weber (°Monschau, 1860), in 1888 te Monschau gehuwd met Elisabeth Oslaender (°Mainz, 1857), die zich in 1889 te Antwerpen gevestigd hadden. Ook hun oudste zoon Joseph Herman Weber (°Antwerpen, 1890) was banketbakker, en verder had het echtpaar nog een zoon Hendrik en een dochter Hubertina Anna (°Antwerpen, 1901).

Het gebouw is een van de weinige gekende nieuwbouwprojecten van Jules Mees, die afkomstig was uit Rupelmonde en in Antwerpen actief lijkt te zijn geweest vanaf omstreeks 1910 tot omstreeks 1930.

Hoekhuis van drie bij twee traveeën en vier bouwlagen onder een zadeldak (leien). De lijstgevels hebben een parement uit roomkleurige Silezische brikken in kruisverband, decoratief geaccentueerd door grijze baksteen voor speklagen, een fries, ontlastingsbogen en onderdorpels. Van blauwe hardsteen is gebruik gemaakt voor de pui, waterlijsten, lekdrempels, consoles en vensterposten, van witte natuursteen voor lateien, hoekblokken, sluit- en kraagstenen en steigergaten. Geleed door waterlijsten legt de compositie van de voorgevel de klemtoon op het zijrisaliet in de eerste travee. Dit laatste wordt geaccentueerd door het rechthoekige portaal met een driehoekig fronton, lisenen en postamenten met topstuk ter hoogte van de derde verdieping, en een dakvenster met tentdakje als bekroning. Geblokte pilasters markeren de opengewerkte winkelpui, oorspronkelijk met middenportaal. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit verkleinende registers van steekboogvensters met lekdrempels, vanaf consoles op de tweede verdieping. De derde verdieping onderscheidt zich door een drielicht met een hoger middenvenster en bewerkte posten in het risaliet en smalle vensters in de zijtraveeën, die alle worden bekroond door boogvelden met kleurrijke tegelfriezen. Houten kroonlijst boven ronde steigergaten. Eenvoudiger van opzet wordt de zijgevel geritmeerd door een schoorsteen op kraagstenen en een risaliet in de laatste travee.

Volgens de bouwplannen beslaat de bakkerswinkel met keuken de begane grond. De eerste verdieping, ontsloten door het portaal en de traphal in het risaliet, biedt ruimte aan een huurkantoor. Op de hogere verdiepingen bevinden zich telkens drie slaapkamers, onder het dak twee mansardes en een zolder.

Hoekhuis van respectievelijk drie en twee traveeën en vier bouwlagen onder afgewolfd zadeldak (leipannen), gebouwd in het eerste kwart van de 20ste eeuw. Parement van witte baksteen met decoratief gebruik van grijze baksteen voor de muurbanden en van arduin voor de pui en detailafwerking onder meer van de muuropeningen.

Belijnde gevel met zijrisaliet boven de deurtravee, bovenaan gemarkeerd door hoekbanden en uitlopend op een dakvenster met afgewolfd zadeldak en windwijzer (?). Steekboogvensters met picturale strekken en aanzet- en sluitstenen van arduin. Verschillend gevelritme op hoogste verdieping aangegeven door smallere vensters en drielicht van het risaliet. Omlopende kroonlijst boven de steigergaten.

Verbouwde pui met resterend driehoekig fronton boven vroegere deur en geblokte hoekpilasters van arduin.

Zijgevel in Grote Pieter Potstraat geritmeerd door rechter zijrisaliet en vensters als in de voorgevel; blinde linker travee op hoogste twee verdiepingen verlevendigd met oplopende schoorsteen op twee consoles.