Meergezinswoning in beaux-artsstijl gebouwd in opdracht van Charles Bogaerts, naar een ontwerp door de architect Gustave Fierens uit 1916, uitgevoerd in 1917. Oorspronkelijk omvatte het programma een bakkerij op de begane grond, en drie huurkwartieren op de bovenverdiepingen.

De meergezinswoning Bogaerts is representatief voor het vroege oeuvre van Gustave Fierens, wiens carrière omstreeks 1905 een aanvang nam. Van bij de start bijzonder productief, realiseerde de architect vóór de Eerste Wereldoorlog tientallen heren- en burgerhuizen in Antwerpen, vaak ontworpen als eenheidsbebouwing. Daarbij paste hij naargelang het project de beaux-artsstijl of een gematigde art nouveau toe, soms een combinatie van beide, geïnspireerd op eigentijdse Franse voorbeelden. Tijdens de jaren 1920 en 1930 evolueerde zijn architectuur van een sobere art deco naar een gematigd modernisme. Tot zijn belangrijkste latere werken behoort het sociaal wooncomplex van de huisvestingsmaatschappij Onze Woning uit 1937-1939, met in totaal 205 flats ingeplant op het bouwblok Nationalestraat, Kronenburgstraat, Van Craesbeeckstraat en Willem Lepelstraat. Fierens was als architect actief tot midden jaren 1950.

Rijwoning van één travee en vier bouwlagen onder een pseudo-mansarde (leien). De lijstgevel onderscheidt zich door een verzorgd parement uit witte natuursteen voor de bovenbouw. Deze rust op een houten winkelpui met een zijportaal en afgeronde vitrine, hoekpilasters met chutes vanaf de hardstenen plint, en een entablement. De bovenbouw wordt gemarkeerd door een spaarveld en hoekpilasters in kolossale orde, met een festoen onder het kapiteel. Een driezijdige erkerpartij op voluutconsoles, met vijflichten, cartouches en bladwerk op de borstweringen, bewerkte entablementen en een balkonbalustrade als bekroning, loopt op over de eerste en tweede verdieping. De topgeleding wordt geopend door een rondboogtweelicht met een halfzuiltje, geriemde omlijstingen en sluitstenen. Een houten kroonlijst op klossen en hoekconsoles, uitgewerkt tot een gebogen, gebroken fronton, vormt de gevelbeëindiging. De natuurstenen dakkapel is afgewerkt met een gebogen fronton op voluutconsoles, waarin het bouwjaar “1917”, en een sierbol als topstuk. Vernieuwd vensterschrijnwerk naar het oorspronkelijke model met art-nouveauroeden.

Volgens de bouwplannen besloeg de winkel met keuken annex wc de begane grond. De huurkwartieren bestonden uit drie kamers in enfilade en een terras met wc.

Smal rijhuis van één travee en vier bouwlagen onder pseudomansardedak (leien en kunstleien), in het boogveld van de dakkapel gedateerd 1917.

Fraaie houten winkelpui op beschilderde plint van natuursteen. Bovenbouw met kalkzandstenen parement, afgelijnd door kolossale hoekpilasters met versierd kapiteel onder de uitgewerkte neorenaissance getinte modillons die de kroonlijst schragen.

Middentravee uitgewerkt als driezijdige loggia van twee verdiepingen steunend op zware consoles van de gebogen puilijst; bekronende balustrade voor de gekoppelde rondboogvormige deurvensters van de hoogste verdieping; lichte art-nouveau -invloed in het houtwerk der loggiaramen.

Gevelbeëindiging door middel van vermelde kroonlijst onder gebroken gebogen fronton en aansluitend mansardevenster tussen pilasters en gebogen fronton (met jaartal) en bolornament .