Voormalige commiezenwoningen. Gekoppelde enkelhuizen, ieder van drie traveeën en één bouwlaag, onder gemeenschappelijk overkragend schilddak (nok parallel aan de straat, mechanische pannen, terracotta nokversieringen) met grote centrale dakkapel aan voor- en achterzijde, kleinere dakkapellen in de zijschilden.
Bakstenen lijstgevels op gecementeerde plint, onder de daklijst afgewerkt met een houten bebording; kroonlijst op sierlijk uitgewerkte consooltjes. Hoekportalen met houten hoekzuil en sober houten spijlenhekje rond het bordes (bakstenen vloertje). Ingekaste rechthoekige vensters en deur, in oorsprong beluikte schuifkozijnen met kleine roedeverdelingen in het bovenlicht of kruiskozijnen. Fraaie deurpartij met bovenlicht en hoge zijvensters.
Nummers 4-5 met vernieuwde gevel, houtwerk, aanbouwsels; nummers 8-9 met latere aanbouwsels achteraan. Oorspronkelijke indeling zie nummers 2-3.