Traditioneel diephuis van drie traveeën en drie bouwlagen onder een zadeldak (nok loodrecht op de straat, kunstleien), door een gevelsteen gedateerd 1663. J.B. Jacops liet in 1843 de vensters van de tweede verdieping verlagen en van lekdrempels voorzien.

De trapgevel van zeven treden met een overhoeks topstuk, heeft een parement uit zandsteen, verankerd door smeedijzeren muurankers met gekrulde spie. In de pui wordt de rechthoekige inkomdeur in een hardstenen omlijsting met neuten uit de vroege 19de eeuw, geflankeerd door twee houten winkelramen. Registers van gekoppelde, rechthoekige vensters, aangepaste kruiskozijnen, op de eerste verdieping met behouden kwarthol geprofileerde dagkanten, tweedelige latei, wigvormige ontlasting en een vernieuwde hardstenen dorpel. Deze van de tweede verdieping zijn verlaagd en voorzien van hardstenen lateien en cordonvormende lekdrempels. Een barokcartouche in de middenas, ter hoogte van de borstwering van de tweede verdieping, verbeeldt een koevoet en vroeger het jaartal “1663”. De tweeledige geveltop, gemarkeerd door afgevlakte waterlijsten, wordt in het eerste register geopend door een drielicht. Lager geplaatst, rondbogig middenluik met kwarthol beloop imposten en diamantkopsleutel, tussen haast vierkante zijlichten met kwartholle dagkanten en druiplijst. Eenzelfde luik en een balkgat in de topgeleding. Achtergevel: bepleisterde puntgevel met aandak.