Traditioneel diephuis oorspronkelijk vermoedelijk met een trapgevel, van drie traveeën en drie bouwlagen onder een afgesnuit zadeldak (nok loodrecht op de straat), uit de tweede helft van de 16de of de eerste helft van de 17de eeuw. In opdracht van de heer P. Van Velthoven voegde de architect Joseph Antoine Hompus in 1869 de mezzanine toe. Het pand was al in de vroege 19de eeuw in laatclassicistische stijl aangepast.
De verbouwing behoort tot het rijpe oeuvre van Joseph Antoine Hompus, van wie in Antwerpen een groot aantal bouwprojecten zijn teruggevonden uit de jaren 1858 tot 1878. Gezien zijn leeftijd valt het niet uit te sluiten dat hij al sinds midden jaren 1830 actief was. De productie van Hompus bestaat hoofdzakelijk uit burgerhuizen, die in stijl evolueren van de Louis-Philippe- en de second-empirestijl tijdens de jaren 1860, naar een conventioneel neoclassicisme tijdens de jaren 1870. Tot zijn meest prestigieuze realisaties behoren het hotel Van Noten in de Leguit, en het Museum Nottebohm in de Mutsaardstraat, beide uit 1866. Zoon Ferdinand Hompus volgde zijn vader vanaf 1875 op met een eigen praktijk.
De gecementeerde lijstgevel is met uitzondering van de mezzanine vermoedelijk opgetrokken in bak- en zandsteenbouw of zandsteen, verankerd door smeedijzeren muurankers met gekrulde spie. Van het laatclassicistische inkomportaal is enkel de gestrekte waterlijst bewaard; verder verbouwde pui. Verkleinende, rechthoekige bovenvensters met geprofileerde dagkanten, vroegere kruiskozijnen verlaagd en aangepast met hardstenen lekdrempels. De mezzaninevensters met hardstenen lekdrempels worden geaccentueerd door een omlopende waterlijst op doorgetrokken imposten. Een vernieuwde houten kroonlijst, oorspronkelijk met klossen en tandlijst, vormt de gevelbeëindiging. Achtergevel: trapgevel in bak- en zandsteenbouw.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1869#476; foto FOTO-OF#8373.