Teksten van Gemeentelijke jongensschool met onderwijzerswoning en vredegerecht

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/46442

Gemeentelijke jongensschool met onderwijzerswoning en vredegerecht ()

Voormalige gemeentelijke jongensschool met onderwijzerswoning en vredegerecht van 1876-1878 naar ontwerp van provinciaal architect P.J. Taeymans.

HISTORIEK

In 1933 verhuisden de jongens naar een nieuwe school in de Karel Boomstraat en namen de meisjes hun intrek in de Gelmelstraat. Van 1977 tot 1984 was het IKO (Instituut voor Kreatieve Opvoeding) er gehuisvest; sedert 1996 zijn school en voormalig postkantoor (nummer 24) eigendom van het VITO (Vrij Instituut voor Technisch Onderwijs). Het vredegerecht werd in 1970 overgebracht naar Turnhout.

De bouwgrond waar school, onderwijzerswoning en vredegerecht zouden worden opgericht (31 are 7 centiare) werd in 1875 aangekocht van de kerkfabriek van het begijnhof; de openbare aanbesteding had plaats op 17/8/1876, de voltooiing der werken op 22/3/1878. Het oorspronkelijk grondplan vertoont een middenvleugel met twee klassen en een centrale gang, maar zonder bovenverdieping, een linker vleugel met één klas op de begane grond, met daarnaast gang en trap naar het vredegerecht op de bovenverdieping, uitbouw met wasplaats en aansluitende overdekte galerij en een rechter vleugel met onderwijzerswoning (woon- en slaapvertrekken verspreid over twee verdiepingen) en uitbouw met bakhuis, "gemak" en stal; de open ruimte achteraan werd ingenomen door de speelplaats, afgesloten door "pissijnen, koolkot en gemakken".

In 1903 werden door J. Taeymans, zoon van P.J. plannen opgemaakt voor de vergroting van de school. Op de middenvleugel werd een bovenverdieping gebouwd met ruimte voor twee klassen en in de relatief smalle gang een steile trap ingewerkt. De stijl van het bestaande gebouw werd aangehouden. Voltooiing der werken op 3/11/1910.

In 1931-1935 werden andermaal veranderingswerken onder leiding van architect J. Taeymans uitgevoerd. De bestaande onderwijzerswoning werd nu ook omgevormd tot klaslokalen. Van de klassen van de middenvleugel werd aan de straatzijde telkens een gang afgenomen, als verbinding naar de nieuwe klassen; de beglaasde tussenwanden refereren nog aan deze ingreep. De wasplaats en een deel van de vroegere galerij achter de linker vleugel werden vermoedelijk reeds vroeger tot één grotere ruimte verbouwd. Latere onderhouds- en herstellingswerken hadden geen wezenlijke impact op de bestaande indeling. Alleen in de klas op de gelijkvloerse verdieping, rechts van de gang, werd de tussenwand verwijderd zodat hier in feite de oorsponkelijke toestand hersteld werd.

BESCHRIJVING

U-vormig complex in eclectische, neoclassicistisch geïnspireerde stijl, met aan de straat een langgerekte vleugel van vijftien traveeën en twee bouwlagen onder vernieuwde zadel- en schilddaken (nok parallel aan en loodrecht op de straat, mechanische pannen, met later ingebrachte veluxramen); aan oostzijde, ter hoogte van het voormalige vredegerecht, even hoge uitbouw van twee traveeën met aansluitend lokaal van vijf traveeën en één bouwlaag (vroegere wasplaats + deel van galerij), en aan westzijde kleine uitbouw van vijf traveeën en één bouwlaag (vroegere nutsgebouwen bij de onderwijzerswoning); beide aanbouwen (nok loodrecht op de straat) zijn afgedekt met zadeldak, de eerste met zinkbekleding, de tweede met mechanische pannen.

Bakstenen lijstgevels met omlopende houten kroonlijst en arduinen plint aan de straat. Voorgevel met knipvoegen, bepleisterde en witgeschilderde muurbanden, geprofileerde lijsten en omlijstingen van witte Savonnièresteen, arduinen lekdrempels (kordonvormend op de bovenverdieping); klaverbladvormige, gietijzeren verluchtingsroosters in ruitvormige omlijsting tussen de benedenvensters. Rondbogige (begane grond) en licht getoogde (bovenverdieping) muuropeningen in een halve geprofileerde omlijsting; op de begane grond met paneelversiering onder de lekdrempels. Licht risalietvormig uitgewerkte buitenste en middelste travee met arduinen gevelplaten met volgens opschriften: "Vredegerecht/ Opgericht in het jaar MDCCCLXXVI/ Justice de Paix", "Meisjesschool" en "Gemeente/ De Gouverneur Ridder E. Pycke De Burgem. F.G. Vermeulen De Bouwm. P.J. Taeymans/ Hoogstraten"; middelste travee met pilasters op de begane grond en bekronend driezijdig fronton waarin wapenschild; het fronton boven de middendeur is niet meer aanwezig. Eerste, achtste en twaalfde travee opengewerkt met rondboogpoorten. Origineel houtwerk met kleine ijzeren roedeverdelingen in vensters en deurwaaiers; vernieuwde bovenvensters ter hoogte van het vroegere vredegerecht; recente vleugeldeuren.

Eenvoudiger afgewerkte achtergevels met vlakke muurbanden en vensteromlijstingen in contrasterend metselwerk; beëindiging met bakstenen tandlijsten. Balkvormig uitgebouwde middentravee met groot rondboogvenster voor de verlichting van de trapzaal. De uitsprong van de vier meest westelijke travee(de vroegere onderwijzerswoning) is iets meer geprononceerd dan het risaliet in de voorgevel; behouden segmentboogdeur met waaier en -venster van vroeger bakhuis, houten segmentboogdeurtjes van "gemak" en stal en halvemaanvenstertje. In de hoge oostelijke uitbouw bevindt zich een rondbogige schoolinkom met waaier, deels beglaasde houten vleugeldeur en sierlijk smeedwerk; bewaarde bevestigingsplaat van de vroegere schoolbel; lage uitbouw met segmentboogvensters uit de beginperiode.

De plattegrond van het huidige schoolgebouw vertoont een centrale inkom met trapzaal, met aan weerszijden een gang net achter de straatgevel; de klassen die hierop uitgeven zien uit op de binnenplaats. Zelfde indeling op bovenverdieping. Recent vergroot klaslokaal rechts van inkom, waarbij de voormalige gang terug in de klasruimte werd geïntegreerd.

Vroegere onderwijzerswoning met bewaarde gang en trapzaal; daarnaast zijn op de twee verdiepingen telkens twee klaslokalen ingericht. Linker vleugel met klaslokaal op de benedenverdieping; uiterst links smalle gang uitgevend op trapzaal met houten bordestrap; bovenverdieping met audiëntiezaal van vroeger vredegerecht, voormalige griffie, getuigen- en betichtenkamer.

Sober maar op enkele details na nog zeer authentiek interieur. Begane grond met troggewelven op zware balken. Bepleisterde, in lichte tonen beschilderde binnenmuren zonder lambrisering; alleen in de gang naar het vredegerecht werd een beschildering in imitatiemarmer aangebracht. Gangen, trapzaal en klassen met zwarte en witte tegelvloeren (dambordpatroon), afgeboord met smal zwartmarmeren plintje. Hoofdtrap (1903-1910) bestaande uit twee arduinen steektrappen, met eenvoudige houten handgrepen tot op het tussenbordes, een mooie smeedijzeren leuning verderop. Bovenverdieping met deels beglaasde klasdeuren met paneel- en smeedwerk uit de eerste periode (1876-1878). Scheimuur tussen gang en klaslokalen met grote, driedelige houten kantelramen met horizontale roeden en structuurglas (1931-1935). Muren en vensterbanken met bewaarde roosters van het oorspronkelijke ventilatiesysteem. Ook een aantal schouwelementen bleven bewaard.

Rechthoekige audiëntiezaal ingericht in neoclassicistisch stijl met koepelvormige overwelving en lijst- en paneelwerk in stuc; in de halfronde omlijste rondboognis, geflankeerd door Ionische pilasters, stond de rechtersstoel; de portalen aan weerszijden gaven respectievelijk toegang tot de voormalige griffie en getuigenkamer. Brede houten paneeldeur naar de publieke overloop. Houten plankenvloer.

  • Provinciaal Archief Antwerpen, Schoolgebouwen, Hoogstraten centrum, dossiers 7, 13, 22.
  • S.N., Het monument Taeymans, in De Hoogstraatse Maand, XI, nr. 127, november 1995, p. 43-45.

Bron: DE SADELEER S. & PLOMTEUX G. 2002: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Turnhout, Kanton Hoogstraten, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 16n4, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Plomteux, Greet
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Gemeentelijke jongensschool met onderwijzerswoning en vredegerecht [online], https://id.erfgoed.net/teksten/46442 (geraadpleegd op ).


Gemeentelijke jongensschool met onderwijzerswoning en vredegerecht ()

De gemeentelijke jongensschool met onderwijzerswoning en vredegerecht werd in 1876-1878 ontworpen door provinciaal architect P.J. Taeymans, in 1933 werd het meisjesschool nadat het gebouw in 1903 door Jules Taeymans werd vergroot.

Historiek

De voormalige gemeentelijke jongens-, later meisjesschool met onderwijzerswoning en vredegerecht ligt in het centrum van Hoogstraten aan een zijstraat van de Vrijheid.

Het gebouw, naar ontwerp van provinciaal architect P.J. Taeymans, dateert van 1876-1878. Aanleiding voor het bouwen van een nieuwe school was de te klein geworden bestaande school, die nu echter gebruikt zou worden als meisjesschool. De trapeziumvormige bouwgrond, waarop de nieuwe school tot stand zou komen, werd overgekocht van de kerkfabriek van het begijnhof en bedroeg 31 are 7 centiare. De openbare aanbesteding had plaats op 17 augustus 1876 en de werken werden gegund aan aannemer C. Verbert uit Antwerpen voor de som van 58.975,- frank. Van bij het begin reeds was er sprake van het samengaan van de bouw van schoollokalen, een onderwijzerswoning en het vredegerecht. Volgens een staat opgemaakt in februari van hetzelfde jaar bleek dat de wegen die naar de te bouwen school leidden in prima staat verkeerden; de gemeente telde toen 1896 inwoners. Op 22 maart 1878 verklaarde P.J. Taeymans dat de werken gans waren voltrokken.

De U-vormige school vertoonde twee klassen en een centrale gang in de middenvleugel, toen nog zonder bovenverdieping. In de linkervleugel was er één klas op de gelijkvloerse verdieping, met daarnaast een gang en achteraan een trap naar het vredegerecht op de bovenverdieping. In de uitbouw was er een wasplaats met aansluitend een overdekte galerij. In de rechtervleugel bevond zich de onderwijzerswoning met woon- en slaapvertrekken verspreid over twee verdiepingen en in de uitbouw het bakhuis, "gemak" en stal. De open ruimte tussen de achtervleugels werd ingenomen door de speelplaats, afgesloten door de "pissijnen, koolkot en gemakken".

In 1903 werd door Jules Taeymans, zoon van Pieter Jozef en eveneens provinciaal bouw¬meester, een plan opgemaakt voor de vergroting van de school. Op de middenvleugel werd een verdieping gebouwd met ruimte voor twee klassen en in de relatief smalle gang werd achteraan een steile trap ingewerkt. De stijl van het bestaande gebouw werd aangehouden. Op 3 november 1910 verklaarde aannemer J. Horsten dat de werken waren voltooid.

In 1931-1935 werden, eveneens onder leiding van architect J. Taeymans, veranderingwerken uitgevoerd. Gezien er voor de jongens een nieuwe school in de Karel Boomstraat gebouwd werd, werd de meisjesschool andermaal overgebracht naar de oude jongensschool, met name in de Gelmelstraat. De bestaande onderwijzerswoning werd nu ook omgevormd tot klaslokalen. Van de klassen van de middenvleugel werd aan de straatzijde telkens een gang afgenomen, als verbinding naar de nieuwe klassen, de beglaasde tussenwanden refereren nog aan deze ingreep. De wasplaats en een deel van de vroegere galerij achter de linkervleugel werden vermoedelijk reeds vroeger tot één grotere ruimte verbouwd. In latere fasen werden nog onderhouds- en herstellingswerken uitgevoerd, doch zonder wezenlijke impact op de bestaande indeling. Alleen in de klas op de gelijkvloerse verdieping, rechts van de gang, werd de tussenwand verwijderd zodat hier in feite de oorsponkelijke toestand hersteld werd.

Beschrijving

U-vormig complex in eclectische, neoclassicistisch geïnspireerde stijl, met aan de straat, een langgestrekte vleugel van vijftien traveeën en twee bouwlagen onder vernieuwde zadel- en schilddaken (nok parallel en loodrecht op de straat, mechanische pannen, met later ingebrachte veluxramen), met aan de oostzijde, ter hoogte van het voormalige vredegerecht, een even hoge uitbouw van twee traveeën met aansluitend lokaal van vijf traveeën en één bouwlaag (vroegere wasplaats + deel van galerij), en aan de westzijde een kleine uitbouw van vijf traveeën en één bouwlaag (vroegere nutsgebouwen bij de onderwijzerswoning). Beide aanbouwen (nok loodrecht op de straat) zijn afgedekt met zadeldak, de eerst met zinkbekleding, de tweede met mechanische pannen.

Bakstenen gebouw met lijstgevels onder omlopende houten kroonlijst, afgewerkt met een arduinen plint aan de straat. De representatievere straatgevel wordt gemarkeerd door bepleisterde en witgeschilderde muurbanden, geprofileerde lijsten en op de bovenverdieping kordonvormende lekdrempels. De muurdammen tussen de benedenvensters zijn verlevendigd met klaverbladvormige, gietijzeren verluchtingsroosters in een ruitvormige, bepleisterde en beschilderde omlijsting. De rondboogvormige muuropeningen op de begane grond en de licht getoogde op de verdieping zijn gevat in een halve geprofileerde omlijsting. Onder de lekdrempels op de benedenverdieping is telkens een paneelversiering aangebracht. De vier buitenste traveeën alsook de middelste zijn licht risalietvormig uitgewerkt en van arduinen gevelplaten met volgende opschriften voorzien: "Vredegerecht/ Opgericht in het jaar MDCCCLXXVI/ Justice de Paix", "Meisjesschool" en "Gemeente/ De Gouverneur Ridder E. Pycke De Burgem. F.G. Vermeulen De Bouwm. P.J. Taeymans/ Hoogstraten". De middelste travee is bovendien op de begane grond met pilasters afgezet en bekroond met een klein driezijdig fronton voorzien van een wapenschild, het fronton boven de middendeur is niet meer aanwezig. De eerste, achtste en twaalfde travee zijn opengewerkt met rondboogpoorten. Op de vernieuwde bovenvensters ter hoogte van het vroegere vredegerecht en de recente vleugeldeuren na is al het buitenhoutwerk nog origineel, met kleine ijzeren roedeverdelingen in vensters en deurwaaiers.

De eenvoudiger afgewerkte achtergevels met vlakke muurbanden en vensteromlijstingen in contrasterend metselwerk en bakstenen tandlijsten als beëindiging, geven uit op een geplaveide, open binnenplaats met zicht op de Sint-Catharinakerk. De balkvormig uitgebouwde middentravee is voorzien van een groot rondboogvenster voor de verlichting van de trapzaal.

De uitsprong van de vier meest westelijke traveeën (de vroegere onderwijzerswoning) is iets meer geprononceerd dan het risaliet in de voorgevel. Het uitzicht van de uitbouw bleef ongewijzigd: de segmentboogdeur met waaier en -venster van het vroegere bakhuis, de houten segmentboogdeurtjes van het "gemak" en de stal en zelfs het halvemaanvenstertje bleven bewaard. In de hoge oostelijke uitbouw bevindt zich een rondboogvormige schoolinkom met waaier, deels beglaasde houten vleugeldeur en sierlijk smeedwerk. De plaat, waar vroeger de schoolbel aan bevestigd was, is nog bewaard. De lage uitbouw vertoont segmentboogvensters uit de beginperiode.

Plattegrond

De plattegrond van het huidige schoolgebouw vertoont een centrale inkom met trapzaal, met aan weerszijden een gang net achter de straatgevel. De klassen die hierop uitgeven zien uit op de binnenplaats. Dezelfde indeling vinden we terug op de bovenverdieping. Op de begane grond, rechts van de inkom werd het klaslokaal recent vergroot, waarbij de voormalige gang terug in de klasruimte werd geïntegreerd.

In de vroegere onderwijzerswoning zijn gang en trapzaal op de oorspronkelijke plaats bewaard, daarnaast zijn op de twee verdiepingen telkens twee klaslokalen ingericht. In de linkervleugel bevindt zich op de gelijkvloerse verdieping een klaslokaal ter hoogte van de drie traveeën die aansluiten bij de middenvleugel. De smalle gang uiterst links geeft uit op een trapzaal met houten bordestrap en op de bovenverdieping bevindt zich de audiëntiezaal van het vroegere vredegerecht met aan de straat de voormalige griffie en getuigenkamer, achteraan de betichtenkamer en een gang opzij.

Interieur

Het interieur is sober, zoals trouwens in de meeste scholen, maar op enkele details na nog zeer authentiek. De begane grond van heel het gebouw is overwelfd met troggewelven rustend op zware balken. De bepleisterde binnenmuren zijn in lichte tonen beschilderd. Lambriseringen ontbreken, alleen in de gang naar het vredegerecht werd een beschildering in imitatiemarmer aangebracht. Gangen, trapzaal en klassen zijn met zwarte en witte tegels in dambordpatroon gevloerd, afgeboord met een smal, zwart marmeren plintje. De hoofdtrap naar de verdieping (1903-1910) bestaat uit twee arduinen steektrappen, met eenvoudige houten handgrepen tot op het tussenbordes, een mooie smeedijzeren leuning verderdoor. Op de bovenverdieping bleven nog deels beglaasde klasdeuren met paneel- en smeedwerk uit de eerste periode (1876-1878) bewaard. In de scheimuur tussen gang en klaslokalen zijn grote, driedelige houten kantelramen met horizontale roeden en reliëfglas ingewerkt (1931-1935). De roosters van het oorspronkelijke ventilatiesysteem, aangebracht in muren en vensterbanken, zijn nog overal te zien. Ook een aantal schouwelementen bleven bewaard. De rechthoekige audiëntiezaal is ingericht in neoclassicistische stijl met koepelvormige overwelving en lijst- en paneelwerk in stuc. In de halfronde omlijste rondboognis, geflankeerd door Ionische pilasters, stond de rechtersstoel en de portalen aan weerszijden gaven respectievelijk toegang tot de voormalige griffie en getuigenkamer. Een brede houten paneeldeur geeft uit op de publieke overloop. Er is een houten plankenvloer aanwezig.


Bron: Beschermingsdossier DA002264, Hoogstraten: Gelmelstraat 26 VITO (digitaal dossier).
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Gemeentelijke jongensschool met onderwijzerswoning en vredegerecht [online], https://id.erfgoed.net/teksten/163636 (geraadpleegd op ).