Kapel met Lourdesgrot, opgericht in 1883 in de tuin van het gasthuis.
Eenbeukige bakstenen kapel (8 tot 9 meter hoog, 6,80 meter breed en 11,20 meter lang) van drie op drie traveeën onder overkragend zadeldak met kruis (nok loodrecht op de straat, mechanische pannen); vierzijdige westelijke apsis onder leien tentdak met kruis, samen met aansluitende koorgevels bezet met een ruwe, rotsachtige cementlaag; ook de steunberen zijn als rotsimitatie uitgewerkt. Oost-, noord- en zuidzijde respectievelijk met bakstenen punt- en lijstgevels op gecementeerde plint met schijnvoegen, geritmeerd door lisenen en afgewerkt met verschillend uitgewerkte baksteenfriezen. Rondbogige muuropeningen, in de voorgevel in een beraapte omlijsting met sleutel en imposten; beglaasde houten paneeldeur met gietijzeren hekken met voorstelling van Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt Ontvangen, bovenlicht met ijzeren roeden; blinde zijvensters; blinde nis met kruis in de top. Zijgevels met originele houten ramen met ijzeren roeden, gedeeltelijk vernieuwd aan zuidzijde; de achterste vensters zijn blind.
Interieur met spits afgeknot gewelf. Bepleisterde en beschilderde binnenmuren en plafond; vloer met in patroon gelegde gele en zwarte cementtegels. Koor uitgewerkt als monumentale Lourdesgrot (rotswerk van circa 1900) met verschillende heiligenbeelden, onder meer Sint-Anna ten Drieën. Vooraan rechts witgeschilderd houten Sint-Blasiusbeeld van 1891 door F. De Vriendt, afkomstig van de in 1931 gesloopte kapel in de tuin voor het gasthuis. Smeedijzeren koorhek.
- LAUWERYS J., De Veldkapellekens in de Kempen, in Oudheid en Kunst, 1933, p. 35-37.