Traditioneel diephuis genaamd “de Cleyne Clocke”, gebouwd in 1574 op gronden van het Pieter Potklooster. Het pand werd gerestaureerd in opdracht van F. Van Wallendael, naar een ontwerp door de architecten Eddy Posson, Yves Donck en Luc Fornoville uit 1976-1977. Dit verving een eerder project uit 1971. De gevelrestauratie betrof het decaperen, herstellen en aanvullen van het bak- en zandsteenparement, de reconstructie van de bol- en kruiskozijnen, drielichten en treden van de geveltop, met gebruik van witte natuursteen. Voor de pui werd een eigentijds ontwerp gevolgd.

Diephuis van vier traveeën, twee bouwlagen en een insteekverdieping, onder een zadeldak (nok loodrecht op de straat, pannen). De trapgevel van acht treden met een overhoeks topstuk heeft een parement in bak- en zandsteenbouw, verankerd door smeedijzeren muurankers met gekrulde spie. Registers van gekoppelde bolkozijnen met druiplijsten op de insteekverdieping, en kruiskozijnen op de eerste verdieping, alle met wigvormige ontlasting, kwartholle posten en negblokken. De tweeledige geveltop wordt in het eerste register geopend door twee rechthoekige drielichten met kwartholle negblokken, elk samengesteld uit een groot middenluik tussen kleine zijlichten. Een rechthoekig luik met kwartholle negblokken een latei op korbelen en een druiplijst doorbreekt de topgeleding, met een balkgat onder het topstuk. Eigentijdse pui met een parement uit witte natuursteen, op een plint uit blauwe hardsteen.

Oude meesterwoning, in 1574 gebouwd op grond van de Pieter Potabdij, zoals trouwens de ganse reeks trapgevels aan deze straatzijde. Diephuis met vereenvoudigde puntgevel van vier traveeën en twee bouwlagen + insteekverdieping onder zadeldak (Vlaamse pannen), gebouwd in traditionele stijl.

Gecementeerde en verbouwde gevel met aanpassingen uit de 19de en de 20ste eeuw (pui), waarin de bewaarde muurankers met krul en spie echter de oorspronkelijke bouwlaag-hoogte aanduiden.

Gekoppelde vensters van de insteek met ten dele zichtbare kwarthol geprofileerde stijlen van zandsteen en behouden kwartronde waterlijsten. Gekoppelde vensters van de bovenverdieping met vernieuwde boven- en onderdorpels doch vermoedelijk oorspronkelijke stijlen met kwarthol beloop aan de dagkanten (zie blootgekomen gedeelten).

Behouden luik met waterlijst onder het steigergat bovenaan in de puntgevel resulterend van een vereenvoudigende aanpassing (oorspronkelijk trapgevel?).