Pastorie met omringende heraangelegde tuin met bewaarde oude bomen. De oudste gekende pastorie bevond zich op het gehucht Beek, heden ter hoogte van de Beeksestraat nummer 12A, zie de Ferrariskaart (circa 1775) met op deze plaats een omwalde U-vormige bebouwing met moestuin. Volgens de overlevering zou deze verblijfplaats van de witheren bestaan hebben uit een omvangrijk gebouw voorzien van een kapel en een prelaatskamer; eind 18de eeuw kwam het geheel door publieke verkoop in privé-bezit; in 1824-25 aangekocht door de gemeente met dientengevolge verschillende herstellings- en aanpassingswerken; inmiddels is het oude gebouw vervangen door een nieuwbouw.
Circa 1841 liet pastoor C. Brouwers, eerste wereldlijke priester te Meer, in het centrum de huidige pastorie bouwen naar ontwerp van provinciaal bouwmeester F. Berckmans; desalniettemin vermeldt Vander Maelen (circa 1854) nog expliciet "presbytère" bij de omwalde site op het gehucht Beek. Naar aanleiding van een straatverbreding circa 1902 plaatsing van een "ijzeren grillie" naar ontwerp van J. Taeymans, het ontwerp dateert van 17/3/1902; circa 1927 en 1967 herstellingswerken; sinds begin jaren 1970 diverse aanpassingen, verwijderingen onder meer het hekken aan de straat, en wijzigingen.
Breedhuis van vijf traveeën en twee bouwlagen onder schilddak (leien, destijds Vlaamse pannen); tegen rechter zijgevel recent bijgebouwde annex met garage. Baksteenbouw met bepleisterde en beschilderde achter- en linker zijgevel. Lijstgevels met omlopende houten kroonlijst. Rechthoekige vensters met arduinen lekdrempel onder strekse boog; op de begane grond destijds luiken, huidige gietijzeren rolluikkasten later aangebracht; in voorgevel rechthoekige getraliede keldervensters met arduinen latei; bepaalde muuropeningen gedicht of aangepast, zie de achtergevel. Inkom in de linker zijgevel: trap van vier arduinen treden met smeedijzeren leuning leidt naar een rondbogige paneeldeur met bovenlicht, samen met zijvensters opgevat als serliana, trekbel; getralied keldervenstertje.
Interieur
Bewaarde traphal uit de bouwperiode met houten bordestrap (loodrecht op de voorgevel); aansluitende gang (parallel aan de voorgevel) met zwarte en witte marmeren vloer; tochtportaal met later te dateren vleugeldeur onder rondbogig bovenlicht met gekleurd glas in lood.
Verankerd bakstenen bijgebouwtje onder zadeldak (nok loodrecht op de straat, Vlaamse pannen); voormalig koetshuis gesloopt.
- GRATIANUS P., Meir (in de Kempen), Brussel, 1912, p. 305-307.
- S.N., Monumentenwandeling Meer, brochure, sine loco, 1992.