Traditioneel diephuis genaamd “Blauw Lammeken”, van vier/drie traveeën, drie bouwlagen en een insteekverdieping onder een zadeldak (nok loodrecht op de straat, pannen), door jaarankers gedateerd 1579. De heer Van Dael-Van Pellecom liet de tuitgevel in 1888 aanpassen tot een neoclassicistische lijstgevel door de aannemer J. Swaenen-Ceusters. Bij deze ingreep verdwenen de monelen van de bolkozijnen op de insteekverdieping en de kruiskozijnen op de bovenverdiepingen, waarvan latei en dorpel bovendien werden verlaagd. Een bijkomende verdieping met een klassiek hoofdgestel verving de eerder al vereenvoudigde geveltop. In opdracht van G. Vandenbroeck, werd het pand gerestaureerd naar een ontwerp door de ingenieur-architect André De Naeyer uit 1979, uitgevoerd door het bouwbedrijf Woningbouw M. D’Hulst uit Lier in 1983-1984. De gevelrestauratie betrof het decaperen, herstellen en aanvullen van het bak- en zandsteenparement, de reconstructie van de pui, druiplijsten en geveltop, met gebruik van witte natuursteen. De restauratie van het aanpalende “de Haen” voltrok zich gelijktijdig.
De trapgevel van acht treden met een overhoeks topstuk heeft een parement in bak- en zandsteenbouw met speklagen, verankerd door smeedijzeren muurankers met gekrulde spie. Gereconstrueerde, vierledige pui met een skeletstructuur en een kwarthol geprofileerde sokkel uit witte natuursteen. Registers van aangepaste, rechthoekige vensters, vroegere bolkozijnen op de insteekverdieping en kruiskozijnen op de twee bovenverdiepingen, met kwarthol geprofileerde negblokken, druiplijsten, wigvormige ontlasting en waterlijsten. De tweeledige, door waterlijsten gemarkeerde geveltop, wordt in het eerste register geopend door een rechthoekig drielicht met druiplijsten en kwartholle negblokken. Zijlichten flankeren het lagere en bredere middenluik met een latei op korbelen. Eenzelfde rechthoekig luik en een balkgat doorbreken de topgeleding.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1888#485 en 18#61331.