Concentratie van drie woonstalhuizen van zes tot zeven traveeën en één bouwlaag onder zadeldak (nok parallel aan de straat, mechanische pannen), met oudere inplanting; huidige volumes uit de eerste helft van de 20ste eeuw met latere aanpassingen of uitbreidingen. Elk met opkamer- en keldervenster in noordoostelijke zijpuntgevel.
Interessant zijn vooral de schuren. Nummer 65: driebeukige langsschuur van drie traveeën onder schilddak (nok loodrecht op de straat, mechanische en Vlaamse pannen); uitgespaarde hoek met luifel en rechthoekige houten poorten; gevels van baksteen (met lisenen), met beschieting of met roofing bekleed; bewaarde stroomlaag refereert vermoedelijk aan een vroegere leembouw met strooien dak. Combinatie van anker- en dekbalkgebinte met pen- en gatverbinding en lange schoren. Kleinere tweebeukige langsschuur van drie traveeën onder zadeldak (nok loodrecht op de straat, golfplaten) met vernieuwde gevels van betonsteen; tevens combinatie van anker- en dekbalkgebinte met lange schoren.
Nummer 69: monumentale langsschuur van vier traveeën onder wolfsdak (nok parallel aan de straat, cementpannen); uitgespaarde hoek met rechthoekige houten poorten; vernieuwde buitengevels, deels van beton(steen), deels met beschieting. Aparte stallen met aanpalend karrenhuis onder zadeldak (nok loodrecht op de straat, mechanische pannen).