Woonstalhuis van één bouwlaag, bestaande uit een woonhuis van vijf en een lager stalgedeelte van drie traveeën onder afgewolfd zadeldak (nok parallel aan de straat, Vlaamse pannen), minstens opklimmend tot het vierde kwart van de 18de eeuw, stal later te dateren, zie andere baksteen.
Verankerde baksteenbouw op gecementeerde en beschilderde plint; zijpuntgevels met vlechtingen; in metselwerk sporen van verbouwingen / aanpassingen bijvoorbeeld tweede travee van voorgevel oorspronkelijk een deuropening, zuidelijke zijpuntgevel, en zo meer. Vernieuwde rechthoekige kozijnramen, gerecupereerde houten paneeldeur met glas- en ijzerwerk, opkamervenster in zuidelijke zijgevel met keldervenster in achtergevel.
Stalgedeelte met rechthoekige houten potstalpoorten onder houten latei. Ligusterhaag aan de straat. Interieur met bewaarde driebeukige structuur en samengestelde balklaag; dubbele haard tussen klein vertrek palend aan de zuidgevel en de centrale leefruimte; onderkelderde opkamer(s) met bewaarde deurtjes in de zuidwesthoek; tweede haard tussen woonhuis en voormalige stal; stal ingericht als woonruimte. Diverse gerecupereerde elementen onder meer vloer van cementtegels. Vernieuwde dakconstructie met ijzeren spanten en bewaard rookkanaal van dubbele haard.