Twee achterin gelegen boerenarbeiderswoningen, gebouwd circa 1872 in opdracht van grootgrondbezitter E. Jacquemyns, zie Heike nummers 3-4-5; samen met twee gelijkaardige - inmiddels verdwenen - woningen destijds gekend als "De Vier Uitersten", vier dubbelwoonsten met gemeenschappelijke bakoven (circa 1878).
Breedhuizen van vier tot zes traveeën en één bouwlaag onder zadeldak (Vlaamse pannen) met zijdelingse aanbouwsels onder lessenaarsdak; tussen beide gelegen schuurtje onder zadeldak (nok parallel aan de woningen, Vlaamse pannen); nabijgelegen vijver teruggaande op een kleiput. Oorspronkelijk tweewoonsten van vier traveeën, bestaande uit twee enkelhuisjes van twee traveeën in spiegelbeeld met elk zijdelings een inspringend aanbouwsel.
Verankerde baksteenbouw, verlevendigd door verwerking van grijze steen en een getande baksteenlijst. Segmentbogige muuropeningen, arduinen lekdrempels. In de 20ste eeuw diverse verbouwingen zoals onder meer de aanpassing tot één woning, zie de gedichte deuropeningen; nummer 42 vergroot met twee traveeën, vernieuwd houtwerk, en zo meer. Nummer 36: interieur met bewaarde indeling uit de bouwperiode, zie de twee haarden rug aan rug, opkamer boven kelder.
- Kadaster Antwerpen, Mutatieregisters Minderhout, schetsen, 1872/5.