Achterin en te midden van bedrijven gelegen hoeve met losse bestanddelen uit het eerste kwart van de 20ste eeuw: woonstalhuis van drie en vier traveeën onder zadeldak (nok loodrecht op de straat, mechanische pannen); parallel aan de langsschuur van drie traveeën onder mank schilddak (Vlaamse pannen); parallel aan het karrenkot-stallingen onder schilddak (Vlaamse pannen). Verankerde bakstenen gebouwen.
Woonstalhuis op gecementeerde plint met getande en getrapte baksteenfries. Segmentbogige muuropeningen; zijgevel van woongedeelte met rechthoekige muuropeningen, zie opkamer- en keldervenster, in geveltop met houten lateien; stalgedeelte met beraapte zijpuntgevel en bewaarde potstalpoort in achtergevel.
Schuur met uitgespaarde hoek onder luif; één bakstenen langsgevel geritmeerd door lisenen, overige gevels met betonnen platen; driebeukige ruimte met ankerbalkgebinten; stropoppen. Stallen met gewijzigde muuropeningen. Voortuin met moestuin.
Bron: DE SADELEER S. & PLOMTEUX G. 2002: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Turnhout, Kanton Hoogstraten, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 16n4, Brussel - Turnhout. Auteurs: De Sadeleer, Sibylle Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)