is aangeduid als beschermd monument Pastorie 't Withof
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Pastorie 't Withof
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als beschermd cultuurhistorisch landschap Pastorie 't Withof: gronden binnen omwalling
Deze bescherming is geldig sinds
Zogenaamd "'t Withof", modo "Witherenhof". Landelijk gelegen omwalde site met sterk gerestaureerde voormalige pastorie, omgeven door tuin en park met uitzonderlijke boomsoorten (onder meer groene treurbeuk, sequoia).
Gezien de complexe en oude geschiedenis, de gestage aanpassingen en verbouwingen door de eeuwen heen, onder meer aangegeven door diverse gevelstenen, de langdurige bouwvallige en verwaarloosde toestand in de 20ste eeuw en de ingrijpende restauratie van zowel exterieur als interieur door voormalig eigenaar architect Y. Van den Brande in 1975-1997 is de bouwgeschiedens moeilijk te reconstrueren.
Op een vroege bebouwing van de site wijzen de funderingen, een middeleeuwse put, archeologische vondsten,... Het centraal hoofdgebouw met lagere uitbouwen klimt in kern op tot de 16de-, 17de eeuw: hiervan getuigen de asymmetrie in opbouw, het dakgebint en de balklagen, de kruiskozijnen, het portaal, de gewelfde kelders,... De huidige gevelgeleding met dubbelhuisopstand en rechthoekige muuropeningen refereert wellicht aan een 18de-eeuwse toestand.
Opgravingen door architect Y. Van den Brande verwijzen naar een oorspronkelijke toestand in de vorm van een versterkte nederzetting of eventuele motte met woontoren. Reeds in een akte van 1295 schenkt de Heer van Hoogstraten deze eigendom onder zijn huidige benaming aan de Sint-Michielsabdij. In de tweede helft van 15de eeuw, toen in opdracht van de bloeiende Sint-Michielsabdij een nieuwe parochiekerk werd opgetrokken, werd hoogstwaarschijnlijk ook de bestaande pastorie herbouwd tot een "groot pastoorshuys", zoals vermeld in 1581. Gedurende de Tachtigjarige Oorlog werd het goed ettelijke malen verwoest, onder meer in 1581. Vanaf 1640 tot de inval van de Fransen in 1794 voerden de opeenvolgende pastoors gestadig verbouwings- en onderhoudswerken uit conform de wisselende noden en mode van de tijd: een oude gevelsteen met jaartal "1663" en een oude gedenksteen met inscriptie "ad maiorem dei deiparaeque et S. Norberti gloriam A MDCLXVI" (1666) wijzen wellicht op verbouwingen aan het Withof ten tijde van pastoor F.W. van Dijck, pastoor van 1640 tot 1668; zijn nota's vermelden het optrekken van een brouwerij aan de linkerzijde van de poort in 1664. Dit gegeven stemt overeen met de vermelde Tiendekaart van 1678 waarop de omwalde pastorie van twee bouwlagen onder zadeldak wordt weergegeven met links en rechts van de poort een bijgebouw en een tevens volledig omgrachte tuin (moestuin, boomgaard?).
De huidige kruiskozijnen van zandsteen en de dito onder de cementering aanwezige negblokken, de arduinen barokdeuromlijsting, de structuur van het dakgebint en de samengestelde balklagen binnenin refereren nog aan de 16de- of 17de eeuw. Beschrijvingen van het meubilair en het kunstbezit uit het vierde kwart van de 17de eeuw bevestigen alleszins het bestaan van een rijkelijke woning met onder meer ettelijke vertrekken, een kapel en een kelder. Een in een nieuwe gevelplaat verwerkte oude jaarsteen "1727" verwijst naar restauratiewerken ten tijde van pastoor G. Dobbens, pastoor in 1717-1732; mogelijk werd de rechtervleugel in diens ambtsperiode geconstrueerd. De Ferrariskaart (circa 1775) toont een omwalde site met binnengracht waarin een L-vormig complex met gestructureerde tuin (moestuin, boomgaard?) wordt afgebeeld, expliciet vermeld als "het Withof". In 1794-1799 zwaar vernield; in 1799 als nationaal goed verkocht en in privé-bezit, vanaf dan verschillende bestemmingen als onder meer pottenbakkerij, (onder)pastoorswoning, buitenverblijf voor de internen van het Klein Seminarie (1892-1974) en onderhevig aan daarmee gepaard gaande aanpassingen en verbouwingen, zie nieuwe gevelsteen "me restauravit J.C. Lievens 1838". Volgens een kadasterplan van circa 1853 bestaat het L-vormig gebouw uit verschillende delen -woning, kapel, stallingen?- en verdwijnen de binnen de kleinste gracht gelegen bijgebouwen. Circa 1872 wordt de tussengracht achter de woning gedempt en een verbouwing doorgevoerd aan de westhoek en aan de aanbouw. Foto's en prentkaarten getuigen van een laat-19de-eeuwse aanpassing in neorenaissancestijl: een L-vormig gecementeerd complex bestaande uit een hoofdgebouw met centrale trapgevel en twee bouwlagen onder leien schilddak, geflankeerd door lagere aanbouwen. De zijgevel van de linkeraanbouw vertoont tevens een trapgeveltje, aan de rechteraanbouw bevindt zich een smalle travee (huiskapel?) waarop een vleugel onder pannen zadeldak aansluit. Met uitzondering van de twee kruiskozijnen in de rechteraanbouw zijn het overwegend rechthoekige vensters en houten ramen met grote roedeverdeling. Vanaf 1959 leegstaand en meer en meer verwaarloosd; in 1971-1975 in bezit van de gemeente en tot 1974 ter beschikking gesteld van het Klein Seminarie.
Het huidig voorkomen is het resultaat van sinds 1975 aangevatte restauratiewerken door architect en eigenaar Y. Van den Brande. De uitwendige vormgeving van het geheel zou geïnspireerd zijn op de 18de-eeuwse toestand (1727?), weliswaar met behoud van enkele oudere elementen zoals de twee kruiskozijnen in de rechteraanbouw en het barokportaal, naar verluidt bevindt de oorspronkelijke inkomdeur zich sinds 1969 in het portaal van de nabijgelegen kapel Onze-Lieve-Vrouw van den Akker (zie Kapeldreef). Enerzijds werden vroegere verbouwingen verwijderd zoals de neorenaissance trapgevels uit de 19de eeuw, anderzijds werden vroegere bouwfasen hersteld door bijvoorbeeld het heropenen van dichtgemetselde muuropeningen. Op basis van gevonden funderingen werd een aanpalende linkervleugel opgetrokken zodat een U-vormig pand ontstond; wegens hun ongekende uitwendige vormgeving werden deze annexen geüniformeerd met het geheel; de indeling en de deurvensters van de achtergevel, de gele gevelbeschildering, de roedeverdeling van de ramen,... zijn nieuwe toevoegingen.
Bij de tuinaanleg werd rekening gehouden met de voorstelling op de Ferrariskaart: de toegang ten noordoosten van het domein werd echter verplaatst naar het noordwesten en gemarkeerd door een nieuw poortgebouw onder schilddak (leien) met gerecupereerde arduinen poortomlijstingen, afkomstig van gesloopte 19de-eeuwse herenhuizen (Stationstraat nummers 20-22) te Sint-Niklaas. Naast talrijke archeologische vondsten zijn ook sporen blootgelegd van een gebouw aan de brug vóór de woning en van de vroegere gracht en brug achter de woning.
U-vormig geheel bestaande uit een centraal dubbelhuis van zes traveeën en twee bouwlagen onder schilddak (nok loodrecht op de straat, leien) op modillons met dakkapellen in de achtergevel (ten zuidwesten), aan weerszijden een parallel gelegen aanbouw van elk twee traveeën en één bouwlaag onder leien schilddak met stenen daklijst, elk met aanpalende travee waarop een dwarsvleugel aansluit van één bouwlaag en drie traveeën ten zuidoosten en vier ten noordwesten onder leien schilddaken (nok parallel aan de straat) met tevens dakkapellen in zij- en/of achtergevel. Gecementeerde en beschilderde verankerde lijstgevels op arduinen plintje; achtergevel van rechteraanbouw met steunberen; aanbouwen en dwarsvleugels met geprofileerde houten daklijst. Rechthoekige 19de-eeuwse vensters met arduinen lekdrempel en dito latei; nieuwe luiken en ramen met kleine roedeverdeling.
Rechts aanbouw met twee zandstenen kruiskozijnen; naast de deur en voornamelijk in rechtse aanbouwen getraliede (kelder)venstertjes waarvan enkele met zandstenen omlijsting. Excentrisch geplaatste inkom met fraaie barokke deuromlijsting van blauwe hardsteen uit de 17de eeuw: pilasters met bossages en imposten onder een geprofileerde, met sluit- en boogstenen versierde rondboog opgenomen tussen de voluutachtige zwikken en de gekorniste kroonlijst, nieuwe sluitsteen hermaakt naar oud model; aansluitend getralied bovenlicht met nieuwe houten roedeverdeling tussen uitgewerkte voluten en een driehoekige bekroning met siervaas. In dwarsvleugels rechthoekige vensters, rondboogdeuren in arduinen omlijsting en/of korfboogpoorten.
Middeleeuwse waterput in voortuin. Achterin de tuin gelegen nieuw schuurtje met beschieting onder wolfsdak (Vlaamse pannen).
Grondig gerestaureerd interieur met nieuwe indeling: eetkamer-salon-gang-traphal. Zowel behoud van oude balklagen als invoeging van nieuwe constructieve elementen; tevens gebruik van gerecupereerde en nieuwe materialen voor aankleding en inrichting bijvoorbeeld trap, schoorsteenmantels, vloeren, spiegelomlijsting,...
Kelderverdieping: overwegend kruipruimtes met onder meer middeleeuwse waterput onder salon; onder zogenaamde "kanunnikenkamer" twee kelders met tongewelf (parallel aan de voorgevel) en keldervenster, kelder tegen de achtergevel bepleisterd en beschilderd, die vooraan met een vernieuwde bekleding; voormalige grafkelder (onder kapel) omgevormd tot beerput.
De inkomhal met trapzaal, ter hoogte van de twee traveeën rechts van de inkom, beslaat de volledige bouwdiepte; bordestrap met leuning uit het vierde kwart van de 18de eeuw (olm) en nieuwe eikenhouten treden; bepleisterd en beschilderd plafond met centraal een oude moerbalk voorgevel en kinderbalken; nieuw ingebrachte trap naar kelder. Links van de hal, een tegen en parallel aan de voorgevel gelegen gang met daarachter groot salon van vier traveeën: nieuw stucplafond met paneel- en lijstwerk naar 18de-eeuws model, witmarmeren schoorsteenmantel uit het eerste kwart van de 19de eeuw met spiegel in gepolychromeerde houten omlijsting, nieuwe eikenhouten vloer vervaardigd van boom uit de tuin. Dikke muren duiden op de scheiding tussen het centrale hoofdgebouw en de aanbouwen van twee traveeën.
In linkeraanbouw, eetkamer met tevens nieuw stucplafond met spiegelpanelen en twee nieuwe moerbalken parallel aan de voorgevel; witmarmeren schoorsteenmantel uit het vierde kwart van de 18de eeuw; eikenhouten vloer gelegd in Hongaars punt. In rechteraanbouw hoger gelegen zogenaamde kanunikkenkamer; beschilderd plafond met moer- (voorgevel) en kinderbalken; bruingrijze marmeren schoorsteenmantel uit midden 18de eeuw. Op bovenverdieping samengestelde balklaag waarvan de moerbalken verschillend uitgewerkte balksloffen op houten consoles vertonen. Zolder met gedeeltelijk zichtbare kapconstructie: hoofddak met vier schaargebinten van elk twee jukken met pen- en gatverbinding, telmerken en kromme schoren; gelijkaardige kapconstructie in aanbouwen, maar vermoedelijk jonger. Linkervleugel met dienstruimtes; rechtervleugel met aparte woning en garages.
Bron: DE SADELEER S. & PLOMTEUX G. 2002: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Turnhout, Kanton Hoogstraten, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 16n4, Brussel - Turnhout.
Auteurs: De Sadeleer, Sibylle
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Minderhout
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Pastorie 't Withof [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/46743 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.