Twee gekoppelde winkelhuizen in neoclassicistische stijl, naar een ontwerp door Gustave Royers uit 1887, met de toegang tot de vroegere Stedelijke Kindertuin 7. Deze was gevestigd in de 16de-eeuwse "de Oude Munte" op de binnenplaats.
Opgericht in 1883 aan het Vleminckveld, verhuisde de Stedelijke Kindertuin 7 in 1885 naar "de Oude Munte", eertijds een refugiehuis van de Sint-Baafsabdij te Gent. Op de verbrede rooilijn van de Vlasmarkt bouwde de Stad Antwerpen vervolgens twee gekoppelde winkelhuizen bestemd voor verhuur, waarin het portaal en de vestibule van de achterliggende kleuterschool werden geïntegreerd. Stadsingenieur Gustave Royers tekende in 1887 het ontwerp van de nieuwbouw. In juni van dat jaar werd de uitvoering bij openbare aanbesteding toegewezen aan de aannemers Floribert Voussure en Charles Brüls, tegen een bedrag van 32.250 Belgische Frank. De Stedelijke Kindertuin werd in de jaren 1960 gesloten, en huisvest sinds omstreeks 1990 het Grieks Huis.
Gustave Royers, die in 1875 is dienst trad bij de stad Antwerpen, stond van 1888 tot 1907 als hoofdingenieur-directeur aan het hoofd van de dienst Werken. In die functie volgde hij Pieter Dens op als stadsbouwmeester. De Jongensschool 1 aan de Kipdorpvest uit 1881 behoort tot zijn vroegste bouwkundige opdrachten. Hierop volgden uiteenlopende realisaties als de oranjerie van de Kruidtuin uit 1883, de brandweerkazerne uit 1885 aan het Kipdorp, de vismijn uit 1891 in de Scheldestraat, de Schippersbeurs uit 1894 in de Lange Nieuwstraat, een twaalftal stadsscholen waaronder de Stedelijke Nijverheidsschool in de Rodestraat en de lagere school op het Stuivenbergplein beide uit 1898, en de ambtswoning van de hoofdhavenmeester uit 1899 aan de Oudeleeuwenrui. Van historische betekenis was het aandeel van Royers in de waterbouwkundige aanleg van de Antwerpse haven tijdens zijn ambtsperiode, met het graven van het Lefebvredok, het Amerikadok, het Eerste Havendok en de bouw van de Royerssluis.
Complex van in totaal negen traveeën en drie bouwlagen onder een zadeldak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel, in de fries gedateerd 1887, rust op een plint uit blauwe hardsteen. Horizontaal geleed door de puilijst en cordonvormende lekdrempels, legt de compositie de klemtoon op het gedesaxeerde portaalrisaliet van de kleuterschool. Het rondboogportaal met een booglijst op imposten, een voluutsleutel en rozetranken in de zwikken, wordt geflankeerd door composiete pilasters, die een klassiek hoofdgestel dragen. Daarvan is de oorspronkelijke fries met de inscriptie: “STEDELIJKE KINDERTUIN N 7” afgedekt. De eerste verdieping van het risaliet onderscheidt zich door een waterlijst op voluut- en acanthusconsoles, en een reliëf met spelende kleuters in de fries. Een entablementvenster accentueert de tweede verdieping, en een houten dakkapel met pilasters en driehoekig fronton vormt de bekroning. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema. Aan beide zijden van het risaliet, klassieke houten winkelpuien met midden- en zijportaal, gecanneleerde pilasters en een entablement op voluutconsoles. De bovenverdiepingen vormen gestapelde regsisters van rechthoekige vensters, geritmeerd door pilasters, en afgewerkt met een entablement. Een borstwering met postamenten, Korintische kapitelen, een gelede architraaf en panelen in de fries accentueren de hoge eerste verdieping. Een klassiek hoofdgestel met een architraaf, casementen in de fries en een gekorniste, houten kroonlijst op voluut- en acanthusconsoles, modillons en tandlijst, vormt de gevelbeëindiging. Het houten schrijnwerk van het portaal, de winkeldeuren en de bovenvensters is bewaard.
Volgens de bouwplannen omvatten beide woningen een winkel met keuken op de begane grond. Ontsloten door traphallen aan de achterzijde, biedt het linker pand ruimte aan twee salons en een achterkamer op de eerste, en drie slaapkamers op de tweede verdieping. Beide bovenverdiepingen van het rechter pand bestaan uit vier (slaap)kamers en een ‘cabinet de toilette'.
Groep traditionele gebouwen aan de oost- en zuidzijde van de binnenplaats, die opklimmen tot de tweede helft van de 16de eeuw en mogelijk in de 18de eeuw werden aangepast,
De oostelijke vleugel telt vier traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak (nok loodrecht op de straat, leien), met een dubbele rij dakkapellen en getrapte aandaken. Constructie in gekaleide bak- en zandsteenbouw, verankerd door smeedijzeren muurankers. Verkleinende registers van getoogde vensters met geprofileerde dagkanten en lekdrempel.
De zuidelijke vleugel op een L-vormige plattegrond telt twee bij drie traveeën en twee bouwlagen onder een geknikt schilddak (nok loodrecht op en parallel aan de straat, leien) waarin twee dakkapellen. De bepleisterde en beschilderde lijstgevels zijn vermoedelijk opgetrokken in bak- en zandsteenbouw, verankerd door smeedijzeren muurankers met gekrulde spie. Een arcade van segmentbogen in renaissancestijl, met diamantkopsleutels en geprofileerde booglijsten op Toscaanse pilasters, vormt de begane grond. Getoogde vensters met geprofileerde dagkanten op de bovenverdieping. Geprofileerde daklijst.
In de westelijke hoek: vierkant paviljoen in laatclassicistische stijl van omstreeks 1800. De bepleisterde en beschilderde opstanden met vlakke bossage worden geritmeerd door Dorische zuilen, waarop een klassiek hoofdgestel. Hierbij sluit de overdekte speelplaats van de kleuterschool aan, een bakstenen constructie van omstreeks 1900 met een dakruiter als bovenlicht.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2019: Stedelijke Kindertuin 7 [online], https://id.erfgoed.net/teksten/281461 (geraadpleegd op ).
Dubbelhuis met bepleisterde en beschilderde lijstgevel gedateerd 1887 en opgericht in neoclassicistische stijl; drie bouwlagen van negen traveeën onder zadeldak; door middel van opschrift te identificeren als "Stedelijke Kindertuin nummer 7".
Lange horizontaal gelede gevel op arduinen plint met breder middenrisaliet; per bouwlaag geritmeerd door pilasters op sokkels die een gekornist hoofdgestel schragen, waarbij de vensters van de volgende verdieping onmiddellijk aansluiten.
Korintische pilasters op de tweede bouwlaag en vlakke op de derde; laatstgenoemde uitlopend op de markante consoles van de gelede en gekorniste architraaf met kroonlijst op modillons en bijkomende tandlijst in het risaliet. Rechthoekige bovenvensters.
Meer versierde muuropeningen in het risaliet: rondboogpoort in een geprofileerde omlijsting met imposten en versierde sluitsteen, geflankeerd door composietpilasters onder een breed hoofdgestel met gelede architraaf, fries met vermeld opschrift en kroonlijst op klossen, plantmotieven in de zwikken. Rechthoekige bovenvensters tussen gekoppelde cantonnerende composietpilasters; omschrijvende omlijsting met vlakke pilasters onder gelede architraaf en kroonlijst op uitgewerkte consoles; fries met bas-reliëf (spelende kinderen); rechthoekig venster met kroonlijst op consoles op hoogste verdieping en fries met vermeld jaartal. Erboven, dakvenster geflankeerd door pilasters en bekroond door driehoekig fronton.
Latere (?) houten winkelpuien in de zijtraveeën.
Interieur bewaart enkele Dorisch-Toscaanse zuilen in laat-classicistische stijl van circa 1830.
Binnenplaats: met achtergebouwen die wellicht overblijfselen zijn van "de Oude Munte", eertijds een refugiehuis van de Sint-Baafsabdij te Gent.
Oostelijk gebouw: afvallende bepleistering toont verankerde bak- en zandsteenbouw in traditionele stijl tussen getrapte zijgevels, in de tweede helft van de 16de eeuw te dateren doch recenter aangepast.
Zuidelijk gebouw op L-vormige plattegrond uit de tweede helft van de 16de eeuw; verankerde bepleisterde lijstgevels, op de begane grond onder vlakke puibalk geopend door middel van renaissance-arcade van segmentbogen voorzien van geprofileerde booglijst en sluitsteen en rustend op Toscaanse pilasters. Grotendeels gedicht in de eerste helft van de 19de eeuw (?). Getoogde vensters in kwartholle omlijsting op tweede verdieping. Natuurstenen geprofileerde daklijst.
In westhoek: tuinhuis (?) van circa 1800, geritmeerd door strenge Dorische zuilen in classicistische stijl.
Bron: GOOSSENS M. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A., STEYAERT R., ILLEGEMS P. & DE BARSÉE L. 1976: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3na, Brussel - Gent.
Auteurs: Plomteux, Greet; Goossens, Miek
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Goossens M. 1976: Stedelijke Kindertuin 7 [online], https://id.erfgoed.net/teksten/4675 (geraadpleegd op ).