Landelijk gelegen en mooi ingeplante hoeve met losstaande bestanddelen; vermoedelijk met oude inplanting, zie de Ferrariskaart (circa 1775); op de Vandermaelenkaart (circa 1854) melding van een twijnderij ("tordoir"); in haar huidige vorm uit de tweede helft van de 19de eeuw.
Woonstalhuis van vijf en vier traveeën onder zadeldak (nok loodrecht op de straat, mechanische pannen) met gevelbrede afhang en aanbouw, beide onder lessenaarsdak (golfplaten). Ten noorden, een langgestrekt en vernieuwd karrenkot onder zadeldak (nok parallel aan het woonstalhuis, golfplaten). Ten oosten een monumentale langsschuur onder laag afhellend schilddak (loodrecht op het woonstalhuis, Vlaamse pannen). Onverhard erf, deels omhaagd, notelaar aan straatzijde.
Verankerd bakstenen woonstalhuis op gecementeerde plint. Woongedeelte met rechthoekige muuropeningen onder strekse boog, beluikte vensters met arduinen lekdrempel; in achtergevel bewaarde opkamer- en getralied keldervenstertje. Stalgedeelte met oorspronkelijk een potstal, zie gewijzigde poort; betonnen stalvensters. Rondbogige laadvensters in de zijpuntgevels. Afhang oorspronkelijk enkel ter hoogte van stalgedeelte, recent uitgebreid met melkkot en veranda. Bakhuis vervangen door huidige garage. Vernieuwd interieur. Schuur met muren van baksteen, snelbouwsteen, betonnen platen en planken; oorspronkelijk vermoedelijk een lemen schuur, deels met stro bedekt; uitgespaarde hoek met hoge rechthoekige poort. Driebeukige ruimte van vijf brede traveeën; combinatie van dek- en ankerbalkgebinte met pen- en gatverbinding op bakstenen sokkel; deels bewaarde stropoppen; nog sporen van leem ter hoogte van kafkot.