Woon- en winkelhuis in nieuwe zakelijkheid, gebouwd in 1933 in opdracht van de gezusters Horsten naar ontwerp van architect E. Van Steenbergen.

Het ontwerp dateert van 15 mei 1933.

Het huis is een halfopen bebouwing met een dubbelhuisopstand van drie op twee traveeën en twee bouwlagen onder een plat dak. De woning heeft een nagenoeg vierkant grondplan met een halfronde uitbouw aan de zijgevel en een uitgebouwde keuken aan de achtergevel. De uitbouw aan de zuidzijde vormt de winkelruimte met erboven een terras met typische buisleuning en vlaggenstok. Aan de achtergevel bevat een rechthoekige en kleine halfronde uitbouw, respectievelijk keuken en wc.

De lijstgevels zijn uitgevoerd in een donkere parementsteen in kenmerkend streks klezoorverband met diepe lintvoegen en platvolle stootvoegen. Het penant tussen woning en winkel en de borstwering van het winkelraam zijn bezet met zwarte faience. De horizontale belijning door raambanden, de lintvoeg en de betonnen luifel loopt als een puilijst van de voor- en winkeldeur over de uitbouw en zijgevel door tot in de achtergevel. De muuropeningen worden gevormd door overwegend rechthoekige vensters met lateien in doorlopend streks verband, houten deuren met arduinen dorpels, de voor- en winkeldeur en een halfrond winkelraam met (doorlopend) bovenlicht van glas in lood, naar verluidt naar ontwerp van glazenier Jan Huet en op de bovenverdieping een patrijspoort en een rondboogdeurtje dat uitgeeft op het terras. Het metaalschrijnwerk is gedeeltelijk vernieuwd in tropisch hardhout.

Interieur

Het gebouw bestaat uit een centrale gang met links twee aaneengeschakelde leefvertrekken en rechts de winkelruimte en het magazijn met zij-ingang. De gang eindigt op de traphal met aansluitende keuken en wc. De plaatsing van de trap is niet conform het ontwerp uitgevoerd, op het plan staat een groot traphalvenster in de zijgevel getekend, terwijl deze werd uitgevoerd tegen de achtergevel. Op de bovenverdieping bevinden zich vier slaapkamers met ingebouwde kasten. De binnenmuren zijn bepleisterd en beschilderd, de vloeren van parket of van kleine bruine faiencetegeltjes. De binnendeuren zijn met hout omkaderd en de raamdorpels zijn in marmer.

Van Steenbergen ontwierp tevens het meubilair. In de gang en traphal bestaat dit uit een hoge lambrisering in triplex (fineerhout?) en een vaste afgeronde bergkast, daarnaast ook de trap met volle trapleuning en zwarte marmeren handgreep. In de zitkamer is een vast zwartgelakt meubel met open schabben naast een gesloten kastje, een brede schouwmantel van travertijn en zwarte marmer met combinatie open haard-kachel aanwezig. In de keuken zijn de keukenkasten nog grotendeels bewaard, waaronder afgeronde hoekkasten en een lambrisering van lichtgele faience. In de winkel is de betonnen vloerplaat duidelijk zichtbaar. Het losse meubilair, de hangkast en de buffetkast in de eetkamer evenals de winkelinrichting zijn verdwenen.