Woonstalhuis met vrijstaande schuur en wagenberging aan zuid- en oostzijde. Landelijke woning in kern opklimmend tot 1868, vanaf circa 1877 herberg zogenaamd "In den Bonten Os"; zwaar geteisterd in 1944. In 1947 heropgebouwd woonstalhuis van vier en zes traveeën onder doorlopend zadeldak (nok parallel aan de straat, mechanische pannen), met twee grote dakvensters boven het woonhuis.

Bakstenen lijstgevel met dito plint en muizentandfries, rechthoekie en rondbogige muuropeningen onder strekse boog met bakstenen sluitsteen, imposten en lekdrempels. Woongedeelte met ingekaste, half beluikte houten kruisvensters, stal met ijzeren en betonnen vensters, verankerde zijpuntgevel en brede afhang aan erfzijde. Met bakstenen op hun kant verhard erf.

Verankerde bakstenen langsschuur (ten zuiden) van vier traveeën onder zadeldak (nok loodrecht op straat, mechanische pannen); rechthoekige poort onder ijzeren latei; langsgevel met korfboogluikjes en rechthoekige deur onder houten latei. Teneinde het erf, schuin ingeplante wagenschuur (ten oosten) onder schilddak (Vlaamse pannen).