Burgerhuis in neoclassicistische stijl, volgens de bouwaanvraag uit 1876 opgetrokken in opdracht van handelsagent Edouard Prevost. Uit het bouwdossier vallen ontwerper noch aannemer af te leiden.
Rijwoning met enkelhuisopstand van drie traveeën en drie bouwlagen onder een zadeldak (nok parallel aan de straat). De bepleisterde en beschilderde lijstgevel met een geblokte begane grond, rust op een geprofileerde plint uit blauwe hardsteen. Horizontaal geleed door de puilijst, legt de compositie de klemtoon op het portaalrisaliet in de rechter travee. Dit laatste wordt gemarkeerd door een balkon met bewerkte consoles en een balustrade. Rondbogige spaarnissen met een sluitsteen en ingediepte lisenen in kolossale orde ritmeren de bovenbouw. Op de begane grond, rechthoekige vensters en een inkomdeur geflankeerd door pilasters. De bel-etage onderscheidt zich door getoogde vensters in een vlakke omlijsting met oren en een balustrade met postamenten. De tweede verdieping, geopend door rondboogvensters met geprofileerde dagkanten, gietijzeren parapetten en individuele lekdrempels, wordt geaccentueerd door onderdorpels met een leeuwenkop en bladranken. Een klassiek hoofdgestel met een gelede architraaf, casementen in de fries en een gekorniste houten kroonlijst op klossen, tandlijst en voluutconsoles vormt de gevelbeëindiging. Het houten schrijnwerk van de vensters en de vleugeldeur met paneelwerk en leeuwenkopbeslag is bewaard, evenals de smeedijzeren venstertralies met pijlpunten van de begane grond, en de gietijzeren voetschraper.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1876#495.