Nieuwe Molen ()

De Nieuwe Molen (voor de oude molen, zie Molenstraat nummer 74) is een stenen korenwindmolen van het type bovenkruier (bergmolen), in 1861-1862 door metser Jan Hoppenbrouwers-Mostmans uit Rijkevorsel opgetrokken ter vervanging van een houten standaardmolen uit 1842 die in 1861 afbrandde. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was de molen tijdelijk in gebruik als olieslagmolen. Eind 19de eeuw werd een dieselmotor geïnstalleerd en in 1932 werd een nieuwe molenaarswoning opgetrokken. Na de Tweede Wereldoorlog werden nog restauratiewerken uitgevoerd in 1949-1950 (stalen wieken), in 1956-1957 (algemeen) en in 1959 (kap) maar rond 1960 werd de molen toch stilgelegd. Van 1966 tot 1981 huisvestte de molen een café ("In 't Meulengat"). Het gevlucht werd in deze periode ook weggenomen. In 1993 werd de molen echter beschermd als monument en in 2000-2002 volgde een maalvaardige restauratie door Molenbouw Adriaens, naar plannen van architect Paul Gevers uit Kasterlee.

De molen heeft een licht conische bakstenen romp onder een houten wolfsdak (bitumen) met nok van kruis naar staart. Opmerkelijk is het grote aantal vensters en deuren: gedrukte rondboogvensters met bakstenen onderdorpels en houten ramen met ijzeren roeden, en een grote, met baksteen omlijste segmentboogpoort in de belt. De staartbalk, één korte schoor, één lange schoor en de lange spruit bleven bewaard. Het gevlucht bestaat uit gelaste stalen roeden van 24,96 meter, in 2001 vervaardigd door de Nederlandse firma Derckx (Wessem). De molen heeft een indeling met drie zolders en een kapzolder die verbonden zijn met rechte steektrappen. De kap is zadeldakvormig met gebogen dakspanten, pen- en gatverbindingen en beslagberd. Andere erfgoedelementen zijn het houten kruiwerk met haspel (twee spaken), het Engels gietijzeren kruiwerk, de molenas met inscriptie 1861, vangwiel-bonkelaar, houten koning, spoorwiel, rondsels, één koppel maalstenen (oorspronkelijk twee), lichtbalken, regulator, galg, bewaard sleepwiel van het luiwerk, Hollands vangsysteem en een dieselmotor van 1950 (van de firma Blackstone uit Stamford, Engeland).

De Nieuwe Molen is een mooi afgewerkte Kempische stenen windmolen met kenmerkend metselwerk, raam- en kaptype, vergelijkbaar met onder andere de Bergmolen van Zandhoven (Pulderbos) en de molen van Hoogstraten.

  • Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg Antwerpen, Cel Monumenten en Landschappen, archief dossier A/1206.
  • Kadaster Antwerpen, Mutatieregisters Rijkevorsel, schetsen 1862/4.
  • DE SADELEER S. & PLOMTEUX G. 2002: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Turnhout, Kanton Hoogstraten,  Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 16N4, Brussel - Turnhout.
  • SMITS J. 1997: De windmolens van Rijkevorsel, Heemkundige Kring Rijkevorsel, 31-79.
  • SMITS J. & W. 1985: De stenen bergmolen van Rijkevorsel, Heemkundige Kring Rijkevorsel, 55- 68.

Auteurs:  Plomteux, Greet; Vandeweghe, Evert
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Nieuwe Molen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/359422 (geraadpleegd op ).


Graanwindmolen Nieuwe Molen ()

Nieuwe Molen, (voor oude molen, zie Molenstraat nummer 74). Graanwindmolen, in 1861-1862 door Hoppenbrouwers-Mostmans, metser te Rijkevorsel opgetrokken; zijn houten voorganger, opgericht in 1842 en in de nacht van 13 op 14 mei 1861 afgebrand, stond in dezelfde buurt. Tijdens de Eerste Wereldoorlog tijdelijk in gebruik als olieslagmolen. Circa 1927 werd een dieselmotor geïnstalleerd en in 1932 een nieuwe molenaarswoning opgetrokken. Restauratiewerken werden uitgevoerd in 1949-1950 (stalen wieken), 1956-1957 (algemeen), 1959 (kap). In 1966 werd de molenberg verhuurd voor de uitbating van een café "In 't Meulengat". Sedert 1996 is de gemeente eigenaar van de molen. Het roerend werk werd inmiddels door molenbouw n.v. Adriaens gerestaureerd; de restauratie van de romp wordt sedert eind 1999 onder leiding van P. Gevers uitgevoerd.

Stenen bovenkruier, type belt- of bergmolen, met licht konische bakstenen romp onder houten wolfsdak (bitumen) met nok van kruis naar staart. Gedrukte rondboogvensters met bakstenen onderdorpels; houten ramen met ijzeren roeden. Grote, met baksteen omlijste segmentboogpoort in de belt. Staartbalk, één korte schoor, één lange schoor en de lange spruit bleven bewaard; wieken en kruis zijn verwijderd. Houten kruiwerk met haspel (twee spaken); grotendeels vergane kruipalen. Indeling met drie zolders en kapzolder. Rechte steektrappen. Gebogen dakspanten met pen- en gatverbindingen en beslagberd. Engels kruiwerk. Bewaard roerend werk met name molenas met inscriptie 1861, vangwiel-bonkelaar, houten koning, spoorwiel, rondsels; één koppel maalstenen (oorspronkelijk twee), lichtbalken, regulator, galg. Bewaard sleepwiel van het luiwerk. Hollands vangsysteem.

  • Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg Antwerpen, Cel Monumenten en Landschappen, archief dossier A/1206.
  • Kadaster Antwerpen, Mutatieregisters Rijkevorsel, schetsen 1862/4.
  • SMITS J. 1997: De windmolens van Rijkevorsel, Heemkundige Kring Rijkevorsel, 31-79.
  • SMITS J. & W. 1985: De stenen bergmolen van Rijkevorsel, Heemkundige Kring Rijkevorsel, 55- 68.

Bron: DE SADELEER S. & PLOMTEUX G. 2002: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Turnhout, Kanton Hoogstraten, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 16n4, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Plomteux, Greet
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Nieuwe Molen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/46853 (geraadpleegd op ).