De Koninklijke Maatschappij De Kunstvrienden werd in 1883 gesticht door de werknemers van de Rijkskolonie van Merksplas; de toen naar ontwerp van Chambert opgerichte harmoniezaal bood zowel onderdak aan de fanfare als aan de plaatselijke toneelkring, sedert 1926 ook aan de boogschuttersvereniging. Heden zaal voor multifunctioneel gebruik. Gerestaureerd in 1986-1988 op initiatief van de maatschappij met vrijwillige medewerking van de leden en steun van de Koning Boudewijnstichting. IJzeren toegangspoort tussen bakstenen pijlers, waarboven ijzeren boog met lier, jaarcijfers "1883" en "Kunstvrienden".
Feestzaal
Vrijstaand eclectisch gebouw van acht op drie traveeën en één bouwlaag onder zadeldak (nok parallel aan de straat, leien). Bakstenen lijst- en zijpuntgevels, eerstgenoemde met houten kroonlijst op modillons, gemarkeerd door lisenen en spaarvelden, muurbanden, boog- en tandlijsten van zwart metselwerk, gecementeerde sluit- en aanzetstenen, gecementeerde en arduinen dorpels, kleurveranderingen in het voegwerk.
Blinde straatgevel met pseudo-segmentboogvensters en rondboognissen; risalietvormende middelste travee met tuitgevel op schouderstukken (schoorsteen), arduinen dekstenen en gevelplaat met opschrift "Kunstvrienden". Gelijkaardige achtergevel, echter van tweede tot zesde travee met segmentboogvensters en -deuren.
Westelijke kopgevel met dubbelhuisopstand, verhoogde begane grond met keldervensters, twee bovenvensters, blinde oculus, getrapte daklijst en windborden. Oostelijke kopgevel met uitbouw waarin toegang tot de scène, modo nooduitgang. Vernieuwd houtwerk behalve originele paneeldeur in de westgevel.
Interieur
Bepleisterd en beschilderd, eclectische interieur. Driebeukige zaal met smalle, vlak afgedekte zijbeuken; brede middenbeuk met tongewelf en trekijzers, sierpanelen, vergulde stucwerklijsten en centrale verluchtingsroosters, rustend op vierkante houten pilaren en fraaie consoles; omlopende pseudo-lambrisering van imitatiemarmer; vernieuwde tegelvloer.
Twee oostelijke traveeën met licht hellend podium waaronder souffleursbak; rechthoekige toneelmond met afgeronde bovenhoeken, omlijst met geribde staafprofielen; bovenliggend boogveld met opschrift "Vermaak na Arbeid", gebroken segmentbogig fronton met vlechtwerk, koninklijke insigne en borstbeeld van Leopold II.
Twee westelijke traveeën met inkomhal en buffet; orkesttribune met houten balustrade op de bovenverdieping, een beglaasde wand met schuifdeuren scheidt de tribune van de achterliggende repetitieruimte voor de harmonie. Eikenhouten kapspanten.