Tot begin 20ste eeuw bekende halte en wisselplaats voor de paarden van de postdiligence. Oudste vermelding vermoedelijk van 1305. Centraal aarden erf met woonstalhuis ten noorden en parallelle schuur ten zuiden. Woonstalhuis met lager stalgedeelte van vier traveeën en aansluitende woning van zeven traveeën en twee bouwlagen, respectievelijk onder links afgewolfd zadeldak en schilddak (nok parallel aan de straat, mechanische pannen, ter vervanging van het vroegere riet); huidig uitzicht uit de eerste helft van de 19de eeuw (?).
Verankerde bakstenen lijstgevel met rechthoekige, ten dele beluikte vensters op arduinen onderdorpels onder houten latei; dito deur met uitgewerkte houten leeuwenfiguur in de waaier en paardenringen links en rechts; in de 20ste eeuw aangepaste muuropeningen in de stal. Muurvlechtingen in rechter zijgevel. Opkamer in zuidoosthoek. Driebeukige langsschuur van zes traveeën onder schilddak (Vlaamse en mechanische pannen) met uitgespaarde noordwesthoek.
Bron: KENNES H. & STEYAERT R. 2001: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Turnhout, Kanton Herentals, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 16n3, Brussel - Turnhout. Auteurs: Kennes, Hilde Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)