Georiënteerde, longitudinale kruiskerk met omringend, eertijds omgracht kerkhof, omgeven door een beukenhaag en een dubbele rij linden, aangeplant in 1854. Aan straatzijde ijzeren hek met typische overlijdenssymboliek als zandloper, teken van vergankelijkheid. Ten zuidwesten van de kerk Heilig Hartbeeld van 1937 en gedenkteken voor de vijftigste verjaardag van de bevrijding.
HISTORIEK
Hoewel Bouwel reeds vermeld wordt in een charter van 994 of 997, komt een kerk pas ter sprake in 1294. Van dit vermoedelijk houten gebouw bleef niets bewaard. Circa 1400 werd waarschijnlijk een eenvoudige witstenen kapel opgetrokken in gotische stijl, waarvan het huidige koor en zuidelijk transept een overblijfsel zijn. Het noordelijk transept daarentegen klimt op tot de 16de eeuw, terwijl het in oorsprong 16de-eeuws schip circa 1868 werd verlengd van aan de laatste zuil tot de toren naar ontwerp van J. Van Gastel. Ook de toren werd toen opgetrokken in neogotische stijl. Een tweede maal vergroot in de tweede helft van de jaren 1920 toen de neogotische zijbeuken werden gebouwd naar ontwerp van Dieltiëns van 1925; tegelijkertijd werd de kerk in haar geheel gerestaureerd. De omgrachting werd gedempt begin 20ste eeuw. Zwaar beschadigd tijdens de Tweede Wereldoorlog, onder meer het dak en de plafonds der zijbeuken evenals diverse glasramen.
BESCHRIJVING
De plattegrond ontvouwt heden een driebeukige kerk met westtoren, ingebouwd tussen de voormalige doopkapel (noorden) en een bergruimte (zuiden), een schip van drie traveeën een licht uitspringend transept van één travee met vlakke sluiting en een koor van twee rechte traveeën met driezijdige sluiting, tussen vermoedelijk 17de-eeuwse annexen. Het geheel werd nagenoeg volledig opgetrokken uit baksteen onder leien bedaking, met verwerking van zandsteen voor sokkel en hoekblokken van de noordelijke transeptarm; het koor en de zuidelijke transeptarm werden daarentegen volledig opgetrokken uit Balegemse zandsteen, zie verschil in chronologie.
Neogotische, vierkante westtoren met versneden hoeksteunberen, ingebouwd tussen huidige weekkapel (noorden) en bergruimte (zuiden); vier geledingen onder ingesnoerde naaldspits; overluifelde spitsboogpoort onder neogotisch spitsboogvenster; hogerop omlopende boogfries en bovenste geleding gemarkeerd door gekoppelde spitsbogige galmgaten onder doorgetrokken waterlijst. Overigens homogeen uitzicht, doordat het uitzicht van de neogotische uitbreiding aansluit bij het gotische gedeelte; het geheel wordt geritmeerd door eenvoudige, versneden steunberen waartussen sobere spitsboogvensters. Tegen het koor: grafkelder familie Bosschaert met Calvarie, eerste helft 19de eeuw.
Interieur
Bepleisterd en beschilderd interieur; spitsboogarcade op eenvoudige zuilen. 18de-eeuws cassettengewelf met rocaille stucwerk in middenbeuk, koor en transept; gordelbogen neerkomend op rocaille cartouches. Zijbeuken met afgeschuinde plafonds voorzien van eenvoudig stuclijstwerk.
Mobilair
Schilderijen: paneeltjes met voorstelling van Christus en de Apostelen, Vlaamse School, eerste helft 17de eeuw; Marteling van Sint-Sebastiaan, Adriaan De Bie, eerste helft 17de eeuw; Jezus in het graf beweend door engelen, Vlaamse School, 17de eeuw; Abraham ontvangt de drie engelen, Vlaamse School, 17de eeuw; Jezus aan het kruis met Maria Magdalena, Vlaamse School, eerste helft 18de eeuw; Anna leert Maria lezen, kopie naar P.P. Rubens, 18de eeuw (de drie laatste schilderijen worden heden bewaard in de pastorie).
Beeldhouwkunst: Heilige Ambrosius van Milaan, gepolychromeerd hout, 16de eeuw; Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt Ontvangen met Kind, gepolychromeerd hout, eind 17de- begin 18de eeuw(bewaard in de pastorie); Heilige Jozef met Kind, geschilderd hout, midden 18de eeuw (bewaard in de pastorie); gepolychromeerd houten beeld van de Heilige Apollonia, 19de eeuw.
Meubilair: barok hoofdaltaar van geschilderd hout met fraaie gepolychromeerde beeldengroep, Tenhemelopneming van Maria en stralenkrans met de Heilige Geest en God de Vader, gedateerd 1769; barokke zijaltaren, toegewijd aan Sint-Sebastiaan (zuiden) en Heilige Donatus (noorden), gemarmerd hout, 1670. Koorgestoelte, eik, circa 1800; communiebank, eik, eind 18de eeuw; preekstoel met westerse kerkvaders en evangelisten, eik, 1687; eiken biechtstoelen in Lodewijk XVI-stijl, 1834; arduinen doopvont, XVII B.
Glasramen in koor links gesigneerd Stalins en Janssens, rechts 1952 L.C. Crespin del. Calders fec. Diverse grafstenen uit 16de, 17de en 18de eeuw; 18de-eeuwse en 19de-eeuwse obiitborden van de familie Bosschaert.
- Kadaster Antwerpen, Mutatieregisters Bouwel, schetsen 1868/6.
- Provinciaal Archief Antwerpen, Kerken, plannen 8, Bouwel, dossiers 1-3.
- DRIESEN G., Bouwel. Benadering op het gebied van monumentenzorg, stedebouw en architectuur, Eindverhandeling Architectuur 1978-1979, p. 45-47, 49-50.
- DRIJBOOMS F., De Onze-Lieve-Vrouwkerk van Bouwel gebombardeerd!, in Mededelingenblad Heemkundige Kring Westerlo, XVIII, 1991, nummer 4, p. 127-130.
- DRIJBOOMS F., Sporen van vijf eeuwen bouwaktiviteit in de Onze Lieve Vrouwe kerk van Bouwel, Gestencilde brochure, Bouwel, 1983.
- JANSEN J., Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen, Provincie Antwerpen, Kanton Herentals, Brussel-Antwerpen, 1977, p. 13-15.